Met UTnet2 kan UT weer even vooruit

| Redactie

Het UT-Nieuws van 8 februari jl. opende met de kop 'CIV start met UTnet2'. Enige nuancering van dat nieuws is op zijn plaats, zo stelt CIV-directeur T. Koppen nu. Zijn centrum is weliswaar begonnen met het aanpassen van het huidige UTnet, maar het definitieve besluit over UTnet2 moet nog worden genomen, zo blijkt. De feiten.

Door de grote hoeveelheid klachten over het 'verstoppen' van het UTnet werd het CIV gedwongen vooruit te lopen op de aanleg van het UTnet2 door nu al over te gaan tot de -later geplande- aanschaf van een nieuwe router, vertelt Koppen. Het grote aantal actieve aansluitingen -zo'n drieduizend in totaal- is een oorzaak van die problemen. Bij de aanleg van het UTnet in 1989 werd uitgegaan van slechts 1000 tot 1500 actieve aansluitingen. Een nog groter probleem is verder de recente komst van transportcapaciteit-verslindende toepassingen, zoals het verzenden van beeld en geluid. Bovendien heeft Koppen het vermoeden dat de opmars van snelle Pentium-computers het netwerk in grotere mate belasten dan hun langzamere voorgangers.

Bruggen

Het huidige UTnet is, in tegenstelling tot wat in eerdere berichten werd vermeld, wèl gesegmenteerd. Technisch gesproken wil dat zeggen dat het net is verdeeld in segmenten met daartussen zogenaamde bruggen (jargon: bridges), die ervoor zorgen dat berichten met een lokale bestemming -binnen het segment- ook daadwerkelijk binnen het segment blijven. De hoeveelheid aansluitingen per segment is echter te groot en de bruggen blijken niet in staat de segmenten voldoende van elkaar te scheiden, waardoor bepaalde lokale berichten de rest van het UTnet kunnen belasten. Het CIV heeft de nieuwe router nodig om het UTnet verder te segmenteren en de segmenten beter van elkaar te scheiden, zo legt Koppen uit. Deze vergaande segmentering is overigens wel een onderdeel van UTnet2.

Massaal

Veel overlast wordt veroorzaakt door broadcastberichten. Dit zijn berichten die mogelijk voor 'iedereen' bestemd zijn en waarop door computers massaal wordt gereageerd. Omdat de bruggen geen belemmering vormen voor de broadcastberichten -ze kunnen niet worden tegengehouden-, komen deze lokale berichten ook in andere segmenten terecht en worden deze gedeeltes van het UTnet onnodig belast.

Oorzaak van die grote hoeveelheid broadcastberichten is het gebruik van Banyan- en Novell-netwerkbesturingssystemen op bepaalde segmenten van het UTnet. Het CIV wil het aantal broadcastberichten op het UTnet verminderen door ze met een nieuwe router binnen het eigen segement te houden.

Een ander probleem is dat Banyan en Novell geen berichten kunnen uitwisselen volgens het Internet Protocol, zeg maar de afspraken over de manier waarop computers onderling berichten uitwisselen. Na de segmentering mogen berichten tussen segmenten onderling alleen nog maar volgens dat Internet-protocol worden uitgewisseld.

Onbereikbaar

Het gevolg van die beperking is echter dat bijvoorbeeld de Banyan-servers, die zich veelal in het TW/RC-gebouw bij het CIV bevinden, na de segmentering onbereikbaar zijn voor gebruikers in andere segmenten. Tenzij extra kabels worden gelegd of de servers worden verplaatst. Beide oplossingen zijn nogalingrijpend. Bij het gebruik van het nieuwe netwerkbesturingssysteem Windows en NT zou dit geen probleem zijn. Het CIV zal de UT binnenkort ook voorstellen dit tot standaard te verklaren, in combinatie met Windows 95 op de pc. Koppen wenst te benadrukken dat de standaardisatie geleidelijk en in goed overleg met gebruikers en beheerders van lokale netwerken zal plaatsvinden.

De tweede complicatie bij de vergaande segmentering is de toekenning van IP-nummers. Dit blijkt- volgens Koppen buiten de verantwoordelijkheid van het CIV om- de afgelopen jaren zo onzorgvuldig te zijn gebeurd, dat nu geen overzicht beschikbaar is van computers en bijbehorende IP-nummers. Voorlopig zijn veel adressen van computers 'kwijt' en kan de nieuwe router niet worden verteld waar hij straks een pakketje naar toe moet sturen. Een ander IP-probleem is dat computers met hetzelfde groeps-IP-nummer straks mogelijk tot verschillende segmenten behoren en dan niet meer kunnen worden bereikt. Het CIV wil deze problemen oplossen door de IP-nummers van computers in kaart te brengen en vervolgens, indien nodig, nieuwe IP-nummers toe te kennen aan computers die door de segmentering onbereikbaar dreigen te worden.

Voldoende

Koppen acht de transportcapaciteit van 10 Megabits per seconde (Mbps) per segment voor de komende tijd ruim voldoende. Een aantal segmenten zal een dergelijke transportcapaciteit voorlopig niet eens nodig hebben, meent hij. De behoefte aan capaciteit is namelijk afhankelijk van het soort toepassingen dat wordt gebruikt. Wanneer in segmenten nog nauwelijks gebruik wordt gemaakt van multimediatoepassingen zoals het verzenden van beeld en geluid, zal de capaciteit van 10 Mbps zeker meer dan voldoende zijn.

De segmentering zal dan ook naar gelang de behoefte plaatsvinden. Eerst krijgt het EL/TN-gebouw een gescheiden segment, omdat de behoefte in dat gebouw groot is en de segmentering daar is voorbereid. Dit zal overigens gebeuren voordat het uiteindelijke besluit over UTnet2 wordt genomen. 'Het CIV wil niet bureaucratisch zijn', aldus Koppen. Vervolgens komt het WB-gebouw aan de beurt.

Voorzichtig

Het CIV is voorzichtig met de overgang naar ATM. Deze zeer snelle netwerktechniek is vooralsnog zeer kostbaar. ATM vertoont echter een zelfde prijsontwikkeling als computers en daarom wil Koppen de overgang zo lang mogelijk uitstellen. Wat ook meetelt is dat de standaardisatie van ATM-technieken nog niet is afgerond en het CIV wil voorkomen dat het door een te snelle keuze voor ATM aan de standaard van een bepaalde leverancier vast komt te zitten. ATM gaat wel worden gebruikt bij de aansluiting op SURFnet4. Alleen dan kan de capaciteit van 34 Mbps optimaal worden benut en kan de traagheid van Internet-verbindingen van en naar de UT worden verholpen. Hiervoor is, naast de nieuwe router, een ATM-switch nodig en ook wordt zeer binnenkort besteld, vertelt Koppen.

Goedkeuring

Voorlopig zal het UTnet dus nog even in zijn huidige vorm blijven bestaan. De CISCO 4500 router kan de overbelasting beter aan en wanneer de CISCO 7513 wordt geinstalleerd zal het probleem van uitvallen voorlopig verholpen zijn, zo is de verwachting. Voor de vergaande segmentering is echter nog wel goedkeuring van de uitbreiding naar UTnet2 nodig en die uitbreiding gaat de UT wellicht 11 miljoen kosten. De nota verschijnt binnen een maand en vervolgens zal het plan de verschillende bestuurslagen passeren. Hoewel de 2 miljoen die het UTnet kostte door menigeen destijds als een luxe-investering werd beschouwd, verwacht Koppen dat deze enorme uitgave aanvaardbaar is. Volgens hem is de afhankelijkheid van het UTnet zo groot geworden, dat het niet meer kan worden gemist.

Tom Koppen
Tom Koppen

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.