Raymond Asuquo begon in zijn geboorteland Nigeria met een diploma in Petroleum Processing en kreeg daarna een beurs aangeboden voor de Technische Universiteit van Praag. 'Ik kon niet kiezen: de docent bepaalde aan de hand van het vakkenpakket en de aanbiedingen naar welke universiteit zijn leerlingen gingen.' Praag bleek een goede keuze, want hij ontmoette er zijn vrouw Jitka en behaalde er zijn doctoraal. In Wenen kreeg hij de kans te promoveren. Hij en zijn vrouw waren er echter niet rouwig om dat ze Praag hiervoor achter zich moesten laten. Jitka: 'Een blanke vrouw met een zwarte man wordt in Praag als prostituée gezien.' In 1993 ging zijn promotor Lercher naar de UT en nam een aantal studenten mee, waaronder Raymond die hier zijn promotie afmaakt. Jitka werkte zowel in Praag als Wenen voor een im- en exportfirma's. Ze spreekt vloeiend Russisch, Tsjechisch en Duits. In Nederland heeft ze Engels en Nederlands geleerd. Sinds kort werkt ze in Enschede voor een Amerikaanse firma 'net nu ik Nederlands heb leren spreken en juist daar heb ik voldoende aan Duits'.
Raymond was gelijk opgetogen over de mogelijkheid in Nederland te kunnen wonen en werken. Jitka daarentegen had een goede baan in Wenen en wilde deze niet graag opgeven. Maar de carrière van Raymond gaf de doorslag en toen hij na twee maanden naar Wenen belde om te zeggen 'dat het zonder Jitka in Nederland niet ging' zegde zij haar baan op. Beiden zien Nederland als een tolerant land zonder racisme. Jitka: 'Praag was in het begin heel deprimerend en ook in Wenen is het voor een zwarte man niet eenvoudig. Als ik in Enschede met mijn man loopt kijkt niemand op of om. Dat is een hele verademing. Anderzijds weet ik natuurlijk niet hoe mensen in kleine dorpjes redeneren.'
Wonen in Nederland bevalt het echtpaar goed, hoewel ze nog niet veel van het land hebben gezien. Jitka: 'Raymond werkt vreselijk hard en zodoende hebben we geen tijd om excursies te maken. Ik ben inmiddels bijna een soap-verslaafde, maar nu ik een baan heb zal dat wel veranderen.' Het echtpaar woont in een gemeubileerde jaren vijftig blokkendoos in Enschede en gaat eigenlijk alleen om met een paar collega's van de UT. Voor Jitka is de buurvrouw een vriendin geworden, die geregeld thee komt drinken en de roddelbladen achterlaat. 'Ze zijn goed voor mijn Nederlands, dat is alles.'
In april loopt het contract van Raymond af. Ze weten nog niet wat ze dan gaan doen. 'Ik wil niet altijd als een zwerver leven. We willen een huis dat we een thuis kunnen noemen, ofschoon thuis voor mij uiteindelijk altijd Tsjechië zal zijn', zegt Jitka. 'Als ik niet aan de UT kan blijven zal ik stappen ondernemen om hier een eigen bedrijf op te zetten. Ik wil niet terug naar Wenen', vult Raymond aan. Over kinderen hebben ze ook nagedacht. Jitka: 'Die zouden we graag willen hebben, maar dat kan overal. Het is maar net waar Raymond werk vindt. Voor mij maakt het niet uit. Ik hou van hem en daardoor gaat het goed. En waar ik ook woon, ik zal altijd iets voor mezelf vinden. Ik weet wat ik kan en creëer overal een doel voor mezelf.'
![]()