Scholarship

| Redactie

In deze rubriek wisselen gastauteurs elkaar, op uitnodiging van de redactie, af. Deze week A.Brack, hoogleraar juridische aspecten van de bedrijfskunde, faculteit TBK. Na alle oostenwind van de afgelopen winter, is het misschien niet helemaal het intrappen van een open deur als ik begin met vast te stellen dat de wind in ons land meestal uit het westen waait. Dat heeft soms voordelen, soms nadelen

In deze rubriek wisselen gastauteurs elkaar, op uitnodiging van de redactie, af. Deze week A.Brack, hoogleraar juridische aspecten van de bedrijfskunde, faculteit TBK.

Na alle oostenwind van de afgelopen winter, is het misschien niet helemaal het intrappen van een open deur als ik begin met vast te stellen dat de wind in ons land meestal uit het westen waait. Dat heeft soms voordelen, soms nadelen: westenwinden voeren dingen mee van over de oceaan. Zodoende is er uit de USA nogal wat komen overwaaien: onder meer bedrijfskunde, consumerism , privatisering, deregulering, het aansprakelijkheidsvirus (gemiddeld schijnt iedere Amerikaan elke twintig minuten gedagvaard te worden).

In dit stukje wil ik de aandacht vestigen op een Amerikaans academisch onderwerp, dat bij ons nog te weinig in de belangstelling staat: scholarship reconsidered , wetenschap/geleerdheid heroverwogen. Het is de titel van een publikatie van de Carnegie Foundation for the Advancement of Teaching, en geschreven door de voorzitter van deze stichting, Ernest Boyer. Het fascinerende onderwerp van deze publikatie, dat in Amerika even actueel is als aan onze universiteiten, is het uitgekauwde, verstarrende en hopeloos ouderwetse (mijn overdrijving) duo O & O, onderwijs en onderzoek. Boyer stelt voor dit te vervangen door een modern kwartet waar meer muziek in zit. Hierover zo dadelijk natuurlijk meer.

Het is heerlijk dat er nu een alternatief is, want het duo heeft tot absurde gevolgen geleid. Budgetten voor onderzoek worden voor een belangrijk deel toegekend op basis van onderwijstaken. Om carrière te kunnen maken moet je even goed zijn op beide terreinen, een aanstelling als medewerker onderwijs òf onderzoek (MOW/MOZ) wijkt af van de standaard - dus is er een apart carrièrebeleid voor uitmuntende docenten. In de eveneens overgewaaide cultuur van 'publish or perish' (artikelen pompen of verzuipen) worden belachelijke standpunten verdedigd, zoals: het vervaardigen van een studieboek is geen onderzoek, want het is voor onderwijs, dus telt het als publikatie niet mee. Bijna iedereen doet mee aan het hilarische tijdverdrijf van het tellen van gepubliceerde pagina's tekst (dat heet onderzoek-output), zonder zich te bekommeren om het gehalte aan kwaliteit van de aldus overgedragen informatie.

Nu Boyer. Hij stelt voor het heden te verlaten en via het verleden anders te gaan denken en doen in de toekomst. Wetenschap is begonnen als onderwijs. Later is maatschappelijke dienstverlening er bij gekomen en nog veel later pas onderzoek. Maak van dit trio een kwartet: (1) zoeken naar en ontdekken van nieuwe kennis : fundamenteel onderzoek en niet slechts van de materie, maar op elk gebied, (2) integratie van kennis : op synthese gericht, verbanden leggen, multi- en interdisciplinaire activiteiten (geneeskunde, bedrijfskunde, bestuurskunde), (3) toepassen van kennis : toegepast onderzoek, bruikbaar maken van kennis, maatschappelijke dienstverlening, (4) onderwijs : niet alleen het verzenden van kennis naar ontvangers, maar het omvormen en vertalen, alsmede het uitbreiden van kennis naar inzicht. Het is gemakkelijk in te zien, dat elk onderdeel van het kwartet niet zonder andere onderdelen kan bestaan. Tezamen genomen, vormen ze de nieuwe visie op scholarship, wat wetenschappers zouden moeten doen. Universiteiten en faculteiten kunnen accenten gaan leggen. Niet alle personeel is overal even goed in en dat geldt ook voor hun organisaties. Waarom zouden alle leden van de VSNU op elkaar moetenlijken?

Alle leden van de vaste wetenschappelijke staf moeten natuurlijk eerst aan basisvereisten hebben voldaan: ze moeten hun sporen als onderzoeker hebben verdiend en bijblijven met de ontwikkelingen op hun vakgebied. Daarna sluiten ze creativiteitscontracten af met de vakgroep of met het faculteitsbestuur en die op hun beurt en voor mijn part weer met het hogere echelon. Deze contracten hebben een looptijd van drie tot vijf jaar en betreffen enkele onderdelen van het scholarship-kwartet. Zeer respectabele academische activiteiten kunnen beter ingepast worden: populair-wetenschappelijk werk, het schrijven van een textbook, het ontwikkelen van software-applicaties, het ontwerpen van beeldplaat-toepassingen voor onderwijs, het vernieuwen van het curriculum, het verkennen van nieuwe terreinen.

Ik zie alleen maar voordelen, het is een win-win situatie voor allen. Het bevordert produktiviteit en arbeidsvreugde, het is flexibel, het nodigt uit tot profileren, het is een beleidsrijk concept. Het past ook nog eens heel goed in de door de vakbonden en de VSNU wederzijds ingenomen posities aan het begin van de onderhandelingen over een universiteiten-cao. Ik bedoel maar, wat let ons?

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.