Voorheen kregen de leden van UT Mediair net als studenten en medewerkers, een pasje met magneetstrip. Maar daarmee kunnen ze hun croquetten en kopieën allang niet meer afrekenen. 'Sinds de betaalapparatuur is vervangen krijgen wij daarover twintig tot vijfentwintig reacties per dag binnen', vertelt Kummel. 'Mensen hebben zich gigantisch op zo'n pasje ingesteld. Dan komen ze hier en kunnen er nergens mee terecht.' Dat kan dus niet langer, want hij wil de alumni (afgestudeerden) beslist niet voor het hoofd stoten. De ingenieurs en doctorandussen die de universiteit aflevert worden door de UT namelijk steeds meer als een belangrijk relatienetwerk beschouwd dat studenten en contractresearch kan opleveren.
Drieduizend
Sinds 1992 werkt Kummel met collega's Marianne van Zaalen-van der Laan en Sandra Hoekstra aan het op poten zetten van een centraal alumni-beleid. Het aantal alumni-verenigingen is inmiddels gegroeid van drie naar elf met in totaal tegen de drieduizend leden, vertelt Kummel. Zelfs de jonge studierichting Civiele Technologie & Management heeft twee maanden geleden een vereniging opgericht. Bovendien is deze week het bestandsbeheer van afgestudeerden overgeheveld van de Centrale Studenten Administratie naar UT Mediair.
Drie weken geleden ontvouwde Collegevoorzitter prof.dr.ir. Ben Veltman in de Telegraaf de meest ambitieuze versie van het alumni-beleid tot nu toe. Studenten kunnen voortaan rekenen op hulp van afgestudeerde UT'ers bij het maken van een studiekeuze, het zoeken van stages en zelfs het vinden van een baan. Concrete plannen zijn in een vergevorderd stadium, verzekert Kummel, maar nog niet geschikt voor publikatie. In grote lijnen komen ze er op neer dat er 'regionale alumniraden' worden gevormd. Onder regie van de UT moeten zij activiteiten gaan ontplooien. Daarbij valt te denken aan het organiseren van bedrijfsbezoeken voor studenten en scholieren en bemiddeling bij contractresearch.
Om de banden met alumni aan te halen moet de UT wat over hebben. 'Ik denk niet dat je een investering in je relaties en afgestudeerden gemakshalve in geld moet uitdrukken. Als je de doelstellingen van het centrale alumni-beleid wilt bereiken via andere media, kost dat op termijn veel meer geld. Wanneer je daarvoor alumni kunt gebruiken creëer je een win/win situatie.' In ruil voor hun inspanningen biedt de universiteit haar alumni namelijk diensten. Ze kunnen bijvoorbeeld bij de bibliotheek terecht, krijgen korting op deelname aan verschillende evenementen en cursussen en hebben de mogelijkheid tegen een sterk gereduceerd tarief een abonnement op Internet te nemen. De bedoeling is dit aanbod voor leden van UT Mediair nog te vergroten.
Magazine
Momenteel wordt getracht alle tienduizend UT-alumni op te sporen en teenquêteren over bijvoorbeeld hun huidige werkplek en hun bereidheid activiteiten te ontplooien voor de universiteit. Van de eerste vijfduizend enquêtes zijn er volgens Kummel tweeduizend teruggestuurd. Het merendeel van de respondenten geeft aan bereid te zijn zich voor de UT in te spannen.
Om de nieuwe alumni beter in het vizier te houden ontvangen de huidige studenten al tijdens hun afstudeerfase het tweemaandelijkse magazine UT Mediair. Dit blad moet zich verder ontwikkelen tot een 'schakel' tussen universiteit en alumni. Het gratis lidmaatschap, inclusief chipcard, loopt door tot een jaar na afstuderen.
Die chipcard is volgens de drie medewerkers van de alumni-organisatie beslist meer dan het zoveelste pasje in de portemonnee. En niet alleen voor de ruim 3700 van de tienduizend afgestudeerden die in de directe omgeving van de universiteit wonen. Het is een visitekaartje, een service. 'Andere universiteiten zijn zeer enthousiast over de voordelen die er aan zo'n alumnipas hangen. Ze willen ze allemaal een uit gaan geven', vertelt Van Zaalen-van der Laan. Ondanks haar jeugdige leeftijd loopt de UT voorop met haar alumni-beleid, verzekert Kummel.
![]()