De Raad van State ziet niets in het zogenaamde studeerbaarheidsfonds. Het schept een hoop bureaucratie, het levert niets op en het heeft schadelijke bijwerkingen, aldus de raad. Minister Ritzen legt de kritiek naast zich neer.
De Raad van State bracht advies uit over het wetsvoorstel 'kwaliteit en studeerbaarheid', dat de basis moet bieden voor onder meer het studeerbaarheidsfonds en het studentenstatuut. Het studeerbaarheidsfonds is een pot van vijfhonderd miljoen gulden, waarmee de universiteiten en hogescholen hun onderwijs moeten verbeteren. Zij moeten eerst een aanvraag doen voor zij geld uit het fonds krijgen
Volgens de Raad van State is dat veel werk voor - per faculteit - vrij weinig geld. De raad spreekt daarnaast van 'vestzak-broekzakeffecten' (geld dat eerst bezuinigd moest worden, krijgt het hoger onderwijs nu weer terug). Het fonds brengt voor een deel een 'louter optische operatie' tot stand, verwacht de raad; geld dat nu uit het studeerbaarheidsfonds komt, zou anders deels wel uit andere middelen worden betaald. In het beste geval worden universiteiten en hogescholen er slechts toe verleid andere prioriteiten te stellen dan zij zonder fonds zouden doen - en dat vindt de raad geen goede zaak.
Ongewijzigd
Minister Ritzen is het niet eens met de kritiek. Hij heeft het wetsvoorstel dan ook grotendeels ongewijzigd aan de Tweede Kamer voorgelegd. Volgens Ritzen kan het fonds ertoe bijdragen dat initiatieven die het onderwijs ten goede komen verankerd raken. Hij beroept zich ook op de overeenstemming die hij over het fonds heeft bereikt met universiteiten, hogescholen en studenten. Dat gebeurde afgelopen zomer in het zogeheten 'studeerbaarheidsakkoord'. Overigens hadden met name de universiteiten aanvankelijk veel kritiek op de bureaucratie die het fonds met zich zou meebrengen. Ze legden zich slechts neer bij het plan, omdat zij anders het geld zouden mislopen. Voor de studentenbonden moest het studeerbaarheidsakkoord de pijn van de collegegeldverhoging verzachten.
De Raad van State concludeert nu dat de vijfhonderd miljoen van het fonds beter besteed kan worden aan lagere collegegelden of hogere studiebeurzen. Het geld zou ook gewoon verdeeld kunnen worden over de universiteiten en hogescholen.
Klein verschil
Ook over de regels rond het studentenstatuut is de Raad van State verre van enthousiast. Het studentenstatuut bestaat ook nu al, maar volgens de raad is er weinig behoefte aan. Dat studenten er in de toekomst rechten aan kunnen ontlenen, is volgens de raad zo'n klein verschil met de huidige situatie dat een nieuwe wet niet nodig is.
Volgens Ritzen is het studentenstatuut echter een 'wezenlijk en onmisbaar' onderdeel van het wetsvoorstel over kwaliteit en studeerbaarheid. Het maakt duidelijk hoe de wederzijdse verplichtingen van studenten en universiteiten of hogescholen af te dwingen zijn. Ook dit deel van de wet heeft Ritzen dan ook ongewijzigd aan de Kamer toegestuurd.
Model-statuut
De studentenbond ISO en de universiteiten en hogescholen (verenigd in respectievelijk de VSNU en de HBO-Raad) hebben inmiddels samen een model-statuut opgesteld. Ritzen wil dit model voorleggen aan een 'onafhankelijke deskundige'. Dat kondigde hij vorige week aan in een overleg over het statuut. Ritzen had verwacht dat het model concreter van inhoud zou zijn, maar wil zich niet rechtstreeks met de inhoud bemoeien.
Het model-statuut wordt volgende week aan de universiteiten en hogescholen verzonden. De tweede studentenbond, de LSVb, staat niet achter dit model; de LSVb vindt dat er te weinig in staat en wil een eigen model-statuut maken. Ritzen heeft er vorige week op aangedrongen dat ook dit LSVb-statuut rondgestuurd gaat worden.
HOP, Hanne Obbink/Alice van der Plas