Modernisering bestuursstructuur leidt eindelijk tot dialoog

| Redactie

De discussie over de modernisering van de bestuursstructuur begint langzaam handen en voeten te krijgen. Schoorvoetend reageerde het College van Bestuur dinsdag tijdens de vergadering van de universiteitsraad op een voorstel dat de KPS inmiddels op tafel heeft gelegd. Woordvoerster drs. Ineke ten Dam signaleerde twee (belangrijke) geschilpunten: het College schrapt het medebestuur door raden en laat zich niet expliciet uit over de rol van studenten. Maar alleen al het feit dat de Collegeleden zich uitspraken verheugde haar: 'Ga zo door'.

'Wij willen echter niet de indruk wekken dat wij een vast standpunt hebben dat wij proberen te verdedigen', stelde Collegevoorzitter prof.dr.ir. Ben Veltman. De discussie is en blijft bedoeld voor het inventariseren van meningen. 'Daarbij is het streven van het College niet net zo lang te praten totdat we het met elkaar eens zijn', verduidelijkte hij.

Aanleiding voor de discussie is het wetsvoorstel over de modernisering van de universitaire bestuursstructuur (kortweg de MUB genoemd), waarmee minister Ritzen begin september op de proppen kwam. De eerste reactie van de universiteitsraad was dat het grootste gedeelte van het plan de vuilnisbak in moest. Het College zag er daarentegen wel heil in en wilde niet meewerken aan activiteiten om de MUB weer van tafel te krijgen.

Hierdoor startte de discussie tussen het College en de universiteitsraad in een grimmige sfeer. Het stuk 'procedure vernieuwing bestuursorganisatie UT' dat het College begin oktober produceerde schoot beide U-raadsfracties én een aantal faculteitsbesturen faliekant in het verkeerde keelgat. Met dit stuk laadde het College de verdenking op zich onder het mom van een discussie een bestuurlijke reorganisatie te willen doorvoeren. Bovendien werd volgens de critici zonder argumentatie een link gelegd tussen externe 'bedreigingen' en de noodzakelijkheid van een andere bestuursvorm. Ook ontbrak een analyse van de veronderstelde bestuursproblematiek.

De half december verschenen notitie, die het uitgangspunt voor de discussie binnen de UT vormt, kreeg evenmin een warm onthaal. DD-fractievoorzitter ing. Hans Weber zei vorige week in de voorbereidende sectie van de universiteitsraad dat het 'ontzettend opgeblazen' overkwam en 'suggestief' is geschreven. Het anderhalf kantje tellende eerste hoofdstuk vatte hij 'zonder ballast' samen in acht zinnen. De KPS sloot zich bij zijn kritiek aan. 'De huidige bestuursstructuur kán helemaal niet zo gek zijn als je kijkt hoe we het in de primaire processen doen', vertolkte drs. Ineke ten Dam de gevoelens van veel U-raadsleden.

Collegevoorzitter Veltman stelde dat er wel degelijk respect is voor de 'uitstekende prestaties' van deze instelling. 'Maar voldoen we ook aan de noodzakelijke voorwaarden om de komende tien jaar met succes te overleven?' Het College voorspelt 'zwaar weer' voor de UT en de huidige bestuursstructuur zou het doorvoeren van adequate maatregelen belemmeren.

Veltman: 'Kennis is vandaag de dag in de wereld een commodity geworden. Je kunt het overal en altijd kopen tegen elke prijs. Multinationals in Nederland kiezen het beste. Als dat niet in Nederland is halen ze het elders.' Daarom is volgens hem profilering van één of enkele onderzoeksinstituten een absolute noodzaak. 'Maar tot nu toe heerst een egaliserende instelling (gelijke monniken, gelijke kappen, red.). Alle onderzoeksinstituten moeten even veel middelen krijgen. Hierdoor kun je er niet één uitbouwen tot Europese schaal. Als ons collegiale bestel het niet wenselijk vindt om dat te doen het is toch nodig voor het voortbestaan van de instelling, dan moet je de bestuursstructuur veranderen. We moeten keuzen maken en de huidige bestuursstructuur is niet in staat gebleken dat te doen.'

Of het nu zo somber moet worden gesteld of niet, KPS en DD zijn best bereidmee te denken over verbetering van de huidige bestuursstructuur en om de koe maar eens bij de horens te vatten deed de KPS zelf een voorstel. Hierin blijven het College van Bestuur en de U-raad gehandhaafd. Wel moet de raad worden gehalveerd en zich beperken tot meebesturen op hoofdlijnen. Het College van Decanen komt te vervallen, omdat hoogleraren zitting zouden moeten nemen in de U-raad. Bovendien moet een managementteam worden gevormd bestaande uit de decanen en de collegeleden.

In zijn reactie stelde Collegelid dr.ir. Frits Schutte dat het College er nog niet uit is of de leiding van de UT één- of meerhoofdig moet zijn. Over een U-raad, ondernemingsraad of medezeggenschapsraad sprak hij niet. Wel sloot hij zich aan bij de vorming van een managementteam dat de relatie tussen het top- en het instellingsniveau zou moeten leggen.

Aan het hoofd van elke opleiding moet volgens de KPS een opleidingsdirecteur en een opleidingscommissie komen. Medewerkers die onderwijs verzorgen dienen tevens onderzoek te verrichten. De faculteitsdecaan wordt een beroepsdecaan, die verantwoordelijk is voor zowel beleid als beheer. Ook binnen de faculteiten wordt een managementteam gevormd, bestaande uit de decaan, de onderzoek- en de opleidingsdirecteur. De faculteitsraad moet blijven bestaan, maar inkrimpen tot zes à tien vertegenwoordigers van medewerkers en studenten. Zij controleren de faculteitsdecaan en besturen mee op hoofdlijnen.

'De hele situatie komt neer op een verschuiving in de verhouding tussen professionaliteit en hiërarchie in de richting van de laatste', stelde rector magnificus prof.dr. Theo Popma daarop. 'In Aalborg is dat ook gebeurd. Daar blijkt dat dit het nemen van beslissingen versnelt, maar het creëren van een draagvlak bemoeilijkt. Daarom is het noodzakelijk een goede evenknie te creperen, in de vorm van bijvoorbeeld een medezeggenschapsraad of een ondernemingsraad.'

Ook constateerde hij dat de organisatie van het onderwijs de afgelopen jaren wellicht wat is achtergebleven bij de organisatie van het onderzoek. Onderzoeksinstituten zijn ondertussen 'goed opgetuigd'. Iets soortgelijks moet voor het onderwijs gebeuren. In de nieuwe bestuursstructuur die de KPS voorstelt is geen ruimte meer voor de vakgroepen als zodanig. Hiervoor in de plaats moet een 'functionele groepsvorming' plaatsvinden. Er zou een organisatie op 'leerstoelniveau' ontstaan.

In zijn reactie pleitte Collegevoorzitter Veltman voor een effectievere beoordeling van het functioneren van 'leerstoelhouders'. Zij moeten geen 'autonoom functionerende eenheid' binnen de UT vormen. Er zou een meer geprofileerde bestuurslijn van het College van Bestuur via de decanen naar de leerstoelhouders moeten lopen. 'Het onbreekt aan legitieme kanalen die garanderen dat het College rechtstreeks in discussie kan gaan met smaakmakers op de werkvloer.' De decanen vormen hierin in zijn ogen een belangrijke spil.

Een punt dat de KPS nog buiten de discussie wil laten is het al dan niet samenvoegen van faculteiten. Enerzijds is de partij hier zelf nog niet uit. Anderzijds is er de angst dat dit hete hangijzer de discussie over een modernisering van de bestuursorganisatie zal gaan overheersen.

Volgens buitenlid ir. Kees van Duinen is het echter niet mogelijk de discussie over een herindeling van de faculteiten uit te stellen. Als de bestuurlijke reorganisatie de richting op gaat die nu door de KPS wordt geschetst is inperking van het aantal faculteiten een voorwaarde, omdat anders de voorgestelde managementteams te groot worden.

Inmiddels is het College ook met andere bestuursorganen in debat over de modernisering van de universitaire bestuursstructuur. Ter afsluiting wordt op 9 mei een strategische conferentie over de problematiek belegd met een aantal 'smaakmakers'. Uiteindelijk is het echter afwachten wat de politiek beslist.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.