'Een mooie tijd. Geen tempobeurs, wel een extra beurs als we wat bestuursdingen deden. Ik heb er goed gebruik van gemaakt. Ik heb niet echt snel gestudeerd, maar dat deed niemand in die tijd. En dat de huidige studenten dat wel moeten doen? Ach, je moet een keer veranderen. De pensioengerechtigde leeftijd gaat ook naar beneden. Wil je nog een beetje kunnen werken voordat je met pensioen gaat dan moet je vroeg afstuderen. Ik wil niet zeggen dat het vroeger allemaal beter was, maar wij hebben gewoon nog lekker kunnen genieten van het ouderwetse systeem.'
De UT had, aldus Velthuis, nog meer dan andere universiteiten een zeer archaïsche structuur, een beetje paternalistisch. 'Het was heel vreemd dat studenten zich gingen bemoeien met de benoemingen van professoren. Toen wij binnenkwamen had de campus hele mooie idealen, maar ze was heel sterk gestructureerd. Dat veranderde snel. Toen de woonplicht verviel, gingen studenten van de campus af en trokken ze naar de stad. En we wilden ook inspraak. Het heeft een hoop veranderd. Er zijn heel was heilige huisjes tegen de vlakte gegaan.
Iedere generatie kan wel iets bewerkstellen, maar het was voor het eerst dat er zoveel jeugd was en dat maakte ons sterker. Het wordt straks nog leuk om te zien wat er gebeurt als wij oud zijn. Een deel van de idealen is er nog wel, maar je wordt ouder en wijzer en je relativeert meer.'
'Wat gebleven is', vertelt Velthuis, 'is de overtuiging dat mensen rechten hebben, dat zaken democratisch geregeld worden. Maar het hemelbestormende is eraf. Dat hou je ook niet vol met het klimmen der jaren.'
Hans Velthuis, anno 1996