Minister Ritzen wil af van het college van decanen. Dat college past volgens hem niet in de nieuwe bestuursstructuur van de universiteiten waarvoor hij een wetsvoorstel heeft opgesteld. Het wetsvoorstel voor de modernisering van de universitaire bestuursstructuur ligt op dit ogenblik voor advies bij de Raad van State.
Op enkele punten wijkt het nieuwe voorstel - dat nog vertrouwelijk is - af van wat in augustus openbaar werd. De afschaffing van het college van decanen is de opvallendste verandering. De afzonderlijke decanen krijgen in de structuur van het wetsvoorstel zoals dat al bekend was een sterke positie. Zij kunnen in feite in hun eentje de faculteit besturen en krijgen ook het beheer van de faculteit in handen. De decanen - nu nog gekozen door de faculteitsraad - worden benoemd door het college van bestuur, waaraan zij ook verantwoording schuldig zijn.
Het instandhouden van het college van decanen past niet in deze structuur, vindt Ritzen. De suggestie zou kunnen worden gewekt dat het college van decanen kan uitgroeien tot een aparte bestuurslaag, tussen het college van bestuur en de faculteiten in. Om dat te voorkomen schaft Ritzen het college van decanen nu af. In het wetsvoorstel dat eerder openbaar werd kreeg het college van decanen nog de taken toebedeeld die het nu ook heeft, het adviseren van het college van bestuur over onderwijs- en wetenschapsbeleid. Ook maakte het college van decanen volgens dat wetsvoorstel de voordracht voor de benoeming tot rector- magnificus; de rector wordt vervolgens, net als de andere leden van het college van bestuur, benoemd door de raad van toezicht. Deze taken krijgen nu de 'gezamenlijke decanen'; er wordt geen apart orgaan meer voor gevormd.
HOP, Hanne Obbink