Van de faculteitsraad naar de ondernemingsraad. Voor Ria Leonards-Kersting een logisch gevolg. 'Ik heb inmiddels redelijk inzicht in de formele machtsverdeling en hoe je daarbinnen invloed kunt uitoefenen. Dat geeft mij wellicht een voorsprong op andere kandidaten.' De UT, vindt ze, wordt steeds meer beheerst door het rode potlood, het kostenplaatje. Daardoor komen belangen van medewerkers nog al eens in het gedrang en verdwijnt de universiteit als werk/leefgemeenschap naar de achtergrond. Zo ontstaat een ongebreidelde en particuliere sfeer van belangenbehartiging.
Leonards-Kersting is geen lid van een vakbond. Ze gelooft niet in de functie van de vakbond als ultieme belangenbehartiger. Mocht de nood aan de man komen dan heeft ze een goede juridische bijstandsverzekering. Vooral de laatste tijd lijken de bonden zich meer 'in te zetten voor de werkgevers dan voor de werknemers'.
Leonards-Kersting is 'nieuwsgierig in de goede zin van het woord'. Daarom werkt ze. Zou er moeilijk buiten kunnen. Haar kandidaatstelling heeft daar ook mee te maken. 'Ik wil graag mijn ogen en oren open blijven houden.'
Ze is niet rouwig om het teloor gaan van de oude bestuursstructuur. Door 'dubbele agenda's' en soms langdurige discussies' duurde het vaak veel te lang voordat er wat gebeurde. De rek was eruit. Het elan verdwenen. 'Ik kreeg af en toe het gevoel dat we onze tijd zaten te verdoen. De koekjes waren elders al gebakken, dus laat het nootje er dan ook maar af.' Bovendien had de OBP-vertegenwoordiging een marginale rol. Al is dat natuurlijk niet helemaal onlogisch. De ondernemersraad kan een nieuwe dynamiek brengen. Het nemen van beslissingen kan in de nieuwe structuur gemakkelijker dan in de oude. 'Dat levert slagvaardiger beleid op.'
Ze zou blij zijn met 'zeggenschap in nieuwe doelstellingen en strategie', een positieve bijdrage aan de faculteit als geheel. Maar let wel: niet als querulant.
Leonards-Kersting wil opbouwend meedenken. Belangrijkste recht van de ondernemingsraad is volgens haar het recht van initiatief. Vertrouwen is de basis voor de samenwerking tussen bestuur en de ondernemingsraad. 'We moeten erop vertrouwen dat de bestuurders luisteren naar wat de or zegt.' Daarin ligt ook de mogelijke kracht van de ondernemingsraad. 'Als je geen vertrouwen hebt, word je een querulant. Dan kun je alleen nog maar kijken naar hoe de regeltjes worden toegepast.'
De ondernemingsraad moet ervoor zorgen 'dat de raad niet het zoveelste overleg wordt'. En hij mag 'niet belemmerend' werken op de besluitvorming. Ze vindt het 'slecht' dat er geen verkiezingen nodig zijn voor het wetenschappelijk personeel. Die afvaardiging kwam slechts 'met de grootst mogelijke moeite vol'. Het is een teken aan de wand voor de werkdruk van de wp'ers. Als betekent dat niet dat het ondersteunend personeel tijd over heeft. 'Ik pleit ervoor dat we gefaciliteerd worden voor onze activiteiten. Maar dat zal moeilijk worden. Tijd is hier geld.' Ze is dan ook heel blij dat er voor het OBP wel verkiezingen gehouden moeten worden. 'De democratie moet spreken.'
![]()