Geknipt uit de bladen

| Redactie

Op de universiteit computerspelletjes doen onder het genot van een biertje en luide hardrockmuziek. Dat kan in Groningen, meldt UK. Onlangs werd daar een Internetcafé geopend. 'Ik speel graag computerspelletjes', vertelt een scheikundestudent bij de opening. 'Maar', vervolgt hij, terwijl zijn buurman via Internet naar rockmuziek luistert, 'geluidsoverlast en wachttijden waren erg vervelend voor mensen die serieus wilden studeren in computerzalen.' Dus kwam de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen met een creatieve oplossing: het scheiden van computergebruik voor studie en voor minder serieuze doeleinden. Ergo: Internetcafé Het Ei. De eivormige ruimte kost ongeveer twee ton en er mag onbeperkt worden gesurfd en gebabbeld. De overige computerzalen zijn voortaan bestemd voor studiedoeleinden. De bezoekers beschikken over zestien pc's en zes krachtiger computers. De scheikundestudent kondigt aan dat hij in ieder geval dagelijks in Het Ei te vinden zal zijn, omdat hij aan de 'huispagina's' van de Vereniging van Chemiestudenten werkt. 'Vooral de roddelpagina wordt goed bezocht.'

Internetcafé

Gewone mensen

De beste afstudeerders van 1997, vijftien in totaal, liggen langs de meetlat van Delta. Vraag was hoe goed ze het doen in de statistieken. De gemiddelde leeftijd ligt net onder de 24 jaar. Zes van de vijftien uitblinkers zijn vrouw, terwijl vrouwen slechts twintig procent uitmaken van de TU-bevolking. Het eerstverdiende loon ligt vrij laag door het grote aantal aio's: net boven de drieduizend gulden netto per maand. Zoals verwacht scoort nagenoeg iedereen een tien als hoogste cijfer. In de laagste cijfers zit meer variatie: enen komen voor, maar ook een acht wordt als dieptepunt genoemd. De gemiddelde baanzoektijd na het afstuderen bedraagt precies nul dagen. De totale studieduur valt tegen: ongeveer vijfeneenhalfjaar. De snelste deed het in drie jaar en zeven maanden. De langzaamste in zeven jaar. Toch net gewone mensen, die bollebozen.

Ziekteverzuim

Werknemers van de Vrije Universiteit blijven gemiddeld één dag per vijf weken ziek thuis. Dat betekent een ziekteverzuim van circa 4 procent, aldus Ad Valvas. Bij economie is het ziekteverzuim het laagst: daar duurt het zestien weken voor iemand een dag in bed blijft. Bij de dienst financieel-economische zaken is het met 8,9 procent het hoogst. Deze cijfers komen uit het Arbo- en milieujaarverslag over 1996. Jarenlang had de Gebouwendienst de discutabele eer koploper te zijn met een verzuim van meer dan 10 procent. Maar nadat de leidinggevenden van de dienst, net als die van de bibliotheek overigens, een cursus 'omgaan met verzuim' hadden gevolgd, daalde de afwezigheid tot 7,5 procent. Concluderen dat de cursus dus goed heeftgewerkt is niet juist: de bieb heeft met 7,5 procent ziekteverzuim dit jaar juist een hogere score dan voorgaande jaren.

Verkiezingen flop

Een regelrechte flop, de verkiezingen voor de studentenraden aan de Universiteit van Amsterdam, vindt Folia. Van de ruim twintigduizend kiesgerechtigden bracht slechts 23 procent zijn stem uit. De opkomst lag daarmee nog lager dan bij de verkiezingen voor het oude stelsel, waarbij gemiddeld 35 procent een stembiljet invulde. De faculteit der Geesteswetenschappen deed het met een opkomst van 18 procent nog het slechtst. 'Buitengewoon teleurstellend', vinden de net verkozen raadsleden dat. Ze zoeken de oorzaak in het grote aantal opleidingen en het feit dat veel studenten bij Geesteswetenschappen thuis studeren. Daardoor zouden ze minder binding hebben met de faculteit. 'We moeten duidelijk maken wie we zijn en waarvoor we in de studentenraad zitten,' aldus een raadslid. Overigens lagen er nogal wat smetjes op de verkiezingen. De officiële uitslag moest twee weken worden uitgesteld om studenten met een tweede studie alsnog de gelegenheid te geven te stemmen. Ze hadden geen stembiljet ontvangen. Vervolgens vonden de studenten ook dat de biljetten te vroeg waren verzonden en er een handleiding ontbrak. En dat had gevolgen: vooral bij Geesteswetenschappen, Rechten en Tandheelkunde hadden velen niet begrepen dat ze slechts één naam mochten aankruisen.

Techniekvrouwen

Toen ze aankondigde wiskunde te gaan studeren, zei zelfs haar moeder 'dat àls ze dan iets bèta-achtigs moest gaan doen het biologie moest zijn'. Maar de inmiddels post-doconderzoeker bij Fysische Geografie aan de Universiteit Utrecht, Marijke Visser, zette door. Nog steeds studeren in Nederland maar weinig meisjes exact. Daar heeft zelfs het door Visser opgerichte landelijk Netwerk voor Informaticae, Mathematicae en Fysicae (NIMF) voorlopig weinig aan kunnen doen. Over het aantal vrouwelijke hoogleraren in technische en exacte richtingen is ze somber: 'Als over een jaar of tien al die plaatsen opgevuld zouden moeten worden door vrouwen, zouden die vrouwen nu al universitair docent of universitair hoofddocent moeten zijn.' Het NIMF is geen actiegroep. Via het netwerk komen studenten in contact met vrouwen in hogere functies. 'We wisselen ervaringen uit, soms loop je tegen dezelfde situaties aan. En het is altijd heel gezellig. Dat is ook belangrijk.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.