In Engeland is het de afgelopen jaren snel gegaan: vergaande samenwerking tussen rekencentra en bibliotheken. Door één potje te creëren zorgden universiteitsbesturen ervoor dat de elektronische informatievoorziening kwalitatief stukken vooruit ging. Aan de helft van de universiteiten is de fusie inmiddels een feit, maar buiten de UK is de Britse trend nog niet aangeslagen. Alleen in Nederland is de discussie gaande.
Hoe noodzakelijk zo'n discussie is, weet dr. A. Melief van de stichting Surf, die computerdiensten levert aan universiteiten en hogescholen. 'Alle universiteiten worstelen met hun elektronische informatievoorziening', constateert hij. Melief maakte onlangs een inventarisatie van de verhoudingen tussen rekencentra en bibliotheken in binnen- en buitenland.
De Internet-ervaring zit traditioneel bij de rekencentra, maar sinds 'het net' een centrale rol vervult in de informatievoorziening, bijvoorbeeld in de vorm van campusinformatiesystemen, eisen de bibliotheken inspraak. 'Dat vraagt om een andere vorm van contact dan de klant-leverancier-relatie zoals die nu meestal bestaat tussen beide partijen', concludeert Melief in zijn rapport.
Hoewel er inhoudelijk duidelijk aanleiding bestaat voor meer samenwerking, is het doorgaans druk van bovenaf die rekencentra en bibliotheken aarzelend naar elkaar toe doet groeien, signaleert Melief. Waar de samenwerking het sterkst is, in Tilburg, is echter ook meteen sprake van groot enthousiasme. De nadere kennismaking bevalt en blijkt financieel gunstig uit te pakken.
Elders is men minder voortvarend. 'De colleges van bestuur weten vaak niet goed wat ze met het rekencentrum aanmoeten', licht Melief toe. 'Omdat het veel geld kost, komt het terecht bij de portefeuillehouder financiën, terwijl de bibliotheek vaak onder de rector valt.'
In Tilburg vallen de beide onderdelen inmiddels onder één collegelid, wat bevorderlijk is voor een eenduidig beleid. Een fusie staat echter niet op de agenda. Een fusie was wel even aan de orde tijdens de huidige reorganisatiegolf aan de TU Delft. Het ging niet door, want beide partijen hielden het net zo lief bij het oude. In Eindhoven, Twente en Maastricht zijn wel op korte termijn veranderingen te verwachten.
Dat met name aan de technische universiteiten beweging te bespeuren valt, verbaast Melief niet: 'Dat zit toch een beetje in de aard van het beestje: de TU's reageren sterker op technische veranderingen dan de andere universiteiten. Bovendien hebben de TU's doorgaans op IT-gebied goed gefaciliteerde faculteiten, waardoor de druk op rekencentrum en bibliotheek groter is. Ze worden gedwongen bij de les te blijven.'