'Nederland is een slechte opvoeder'

| Redactie

De Nederlandse Antillen vormen samen met Aruba de laatste stukjes 'exotisch' Nederland. Maar de relatie tussen de paradijselijke eilanden en het moederland is bepaald niet ideaal, constateert dr. Rupert Silberie, ex-rector van de Universidat Nashonal di Antia. Sinds eind september is hij op 'sabattical' bij de faculteit Bestuurskunde.

door Monica van der Garde

Silberie is naar Enschede gekomen om na zijn tweejarige rectoraat de draad van zijn onderzoek weer op te pakken. En daar laat hij geen gras over groeien. Achter de pc op zijn bureau zit student-assistent August Emanuel druk te tikken en te klikken. De Curaçaoënaar werkt zich aan een andere tafel door stapels A-viertjes die zijn assistent heeft geproduceerd.

Zijn komst naar Enschede is een onverwacht genoegen. Want hij was eigenlijk niet van plan om als rector af te treden. Silberie werd echter niet herkozen. 'Als rector moet je vaak beslissingen nemen die in het belang zijn van de organisatie, maar niet interessant zijn voor de faculteiten', reageert hij gelaten. 'Dan trap je mensen wel eens op de tenen.'

Brain-drain

De 25 jaar oude Universidat Nashonal di Antia (UNA) op Curaçao is de enige echte universiteit op de Antillen. Aan de drie faculteiten werken honderddertig medewerkers, waarvan vijftig tot de academische staf behoren. De universiteit telt zevenhonderd studenten. Zij kunnen kiezen uit een doctoraal rechten, een bachelor degree in elektrotechniek, werktuigbouwkunde of bouw- en civiele techniek en een bachelor in bedrijfskunde met de mogelijkheid tot een master of science in accountancy. Ook biedt de universiteit een MBA-opleiding.

Silberie vertelt dat de universiteit plannen heeft om een algemene faculteit op te richten voor opleidingen Engels, Spaans, Papiamento en cultuur. Bovendien wordt bekeken of in samenwerking met Amerikaanse belangstellenden de tot nu toe alleen op papier bestaande medische faculteit leven in te blazen door een medical school te creëren.

Want veel Antilliaanse jongeren zijn nu gedwongen voor hun hbo- of universitaire opleiding hun heil te zoeken in Nederland, Amerika of de regio. Toch bestrijdt hij dat sprake is van een 'brain-drain' uit de Antillen. 'Als ze werk kunnen vinden, komen de meeste in het buitenland geschoolde academici wel terug. We hebben ze ook nodig.'

Ook komt het voor dat jongeren kiezen voor een buitenlandse opleiding omdat ze denken dat het niveau van de Antilliaanse universiteit lager ligt. 'Sommige Curaçaoënaren denken nu eenmaal dat wat van Curaçao is, niet goed kan zijn. Maar dat hebben Nederlanders ook. Onze doorsnee-afstudeerder, dus niet alleen de top, kan zonder problemen doorstuderen in Nederland of Amerika.' Alle opleidingen zijn enkele jaren geleden gevisiteerd door een internationale visitatiecommissie, die tevreden was.

Opvoeder

Silberie is zelf pas op latere leeftijd gaan studeren. Zijn master in debedrijfskunde haalde hij in Venezuela. Daarna promoveerde hij in Groningen. Begin jaren tachtig trad hij in dienst van de universiteit, waar hij doceerde maar ook veel bestuurlijk werk verrichtte. Daarom, legt hij uit, is hij geen hoogleraar. 'Zo lang je niet al te veel gepubliceerd hebt, kom je niet in aanmerking voor het hoogleraarschap', legt hij uit. En besturen en publiceren gaan nu eenmaal moeilijk samen. Komend jaar hoopt hij zijn onderzoek een nieuwe impuls te geven.

Van de vier projecten die hij in de planning heeft, is een vervolg op zijn promotie-onderzoek het belangrijkst. Dit onderzoek richtte zich op de variabelen die het functioneren van de overheden op de Nederlandse Antillen beïnvloeden. Tot zijn verrassing vond hij dat Nederland van grote invloed is op de overzeese politiek. 'Antilliaanse politici doen vaak alsof zij alles regelen. Maar in feite is het met een groot aantal projecten gokken of Nederland die financiert of niet.'

Nederland, vindt Silberie, gedraagt zich als een slechte opvoeder. Aan de ene kant laat zij de regeringen op de Antillen los. Maar aan de andere kant grijpt ze naar eigen goeddunken weer in. 'Nederland verzuimt een transparant beleid richting de Antillen te voeren. Als het goed uitkomt gaat Nederland mee met de Antillen, als het niet goed uitkomt laat het ons vallen. Het is nog steeds niet duidelijk in hoeverre Nederland er achter staat dat de Antillen zelfstandiger en meer zelfvoorzienend worden. Nederland spreekt daar niet over en onze politici durven het onderwerp niet aan te snijden.'

Kousa Komun

Voor Nederland zijn de Antillen volgens Silberie om geopolitieke redenen van belang: 'Nederland heeft binnen Europa niet zo veel te zeggen. Dankzij de buitenposten heeft het de kans een grotere mond op te zetten. En Nederland raakt hierdoor ook betrokken bij zaken waar het anders buiten zou blijven, zoals de bestrijding van de drugshandel in het Caribisch gebied.'

Hij geeft overigens grif toe dat de verschillende Antilliaanse regeringen het er niet altijd even goed van af brengen. 'Maar de Antillen zijn pas veertig jaar zelfstandig. Dat is een relatief korte tijd om de spelregels van het democratische spel te leren.'

Silberie is een van de oprichters van de Kousa Komun, een beweging die streeft naar een goed functionerende democratie. 'Wij zijn een watch dog', verklaart hij. Een van de successen van de twintig jaar oude groepering is de afgedwongen reorganisatie van de algemene rekenkamer. Hij heeft overigens geen politieke ambities. 'Maar als Curacaoënaar en Antilliaan heb ik de plicht alles te doen om van de Antillen een zo goed mogelijke samenleving te maken.'

Hij onderstreept dat hij er niet op tegen is dat Nederland een bepaalde invloed op het regeringsbeleid heeft. 'Maar voordat iemand zelfstandig kan worden moet hij leren zelfstandig te zijn. Je moet hem niet zijn gang laten gaan tot het fout gaat en dan straffen, nee, je moet vermijden dat hij de verkeerde dingen gaat doen.'

Nederland moet volgens hem onderkennen dat de belangen van de Antillen niet altijd parallel lopen aan de eigen belangen. Bovendien dient er duidelijkheid in de verhouding geschapen te worden. Als Nederland wil dat de Antillen zelfstandiger en meer zelfvoorzienend worden, moeten de eilanden daartoe ook in staat worden gesteld. Dus niet tekorten maar weer aanzuiveren, als de moeilijkheden de pan uit rijzen. 'Zo voed je iemand niet op.'

Anderzijds wijst Silberie er op dat de Antillen veel problemen hebben en weinig middelen. Hierdoor is de beleidsruimte voor de regeringen wel erg beperkt. 'Kansarme' jongeren bijvoorbeeld die hun toevlucht zoeken in Nederland omdat hier de uitkeringen hoger zijn, vormen een Antilliaans probleem, zegt hij nadrukkelijk. Dit kan en moet op de Antillen worden aangepakt, maar dat kost veel geld en daar ontbreekt het aan.

Hij verwacht dat het vervolgonderzoek op zijn promotie zal uitwijzen dat er de afgelopen tien jaar wel verbeteringen in het management van de overheid hebben plaatsgevonden. Zo zijn er verschillende reorganisaties doorgevoerd. Dat was nodig omdat vaak de ambtenaren hun eigen beleid bepaalden, onafhankelijk van de gekozen regering.

'Vroeger dachten politieke partijen dat het werk was gedaan als de verkiezingen waren gewonnen, dat het overheidsapparaat wel braaf voor de uitvoering van het voorgestelde beleid zou zorgen. Maar als je niet weet hoe dat te bespelen, ben je nergens. De oplossingen voor dit probleem is nog niet helemaal gevonden, wel is de politiek zich er meer van bewust.'

Silberie is zeer tevreden over de snelheid waarmee de faculteit Bestuurskunde een plaats voor hem heeft geregeld. Hij hoopt dan ook aan het einde van het academisch jaar te kunnen laten zien dat de hem ter beschikking gestelde faciliteiten hun nut hebben gehad.

Het bevalt hem tot nu toe goed in Twente. Maar hij was voor zijn promotie ook al zes maanden in Nederland. 'We zijn meer Nederlands dan we willen toegeven. Ons hele onderwijs is in het Nederlands. Voor een jongen uit een Papiamento-gezin viel dat niet mee. Alle boeken waren ook georiënteerd op Nederland, dan ging het over sneeuw en groene weiden. Het heeft lang geduurd voordat ik die in het echt heb gezien.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.