s groot dat er een jaar verloren gaat voordat er werk gemaakt wordt van een nieuw stelsel van studiefinanciering. Dat zeggen de universiteiten. Hun angst wordt ingegeven door de sterk afwijzende reactie van minister Ritzen op de adviezen van de commissie-Hermans.
Ritzen heeft weinig lof voor Hermans' rapport over studiefinanciering. Volgens hem komen de adviezen uit het rapport de toegankelijkheid van het hoger onderwijs niet ten goede, terwijl ze wel `honderden miljoenen' extra kosten. Dat zei hij afgelopen maandag, toen hij het rapport in ontvangst nam.
Een paar voorstellen wil Ritzen wel overdenken. Zo wil hij nagaan of de rente op studieschulden niet omlaag kan. Ook de bepaling dat wie ouder is dan 27 jaar geen studiefinanciering krijgt, wil Ritzen nog wel eens bekijken. Maar grondslagen voor een nieuw stelsel kon hij in het rapport niet ontdekken,
zei hij.
Voorzitter R. Meijerink van de vereniging van universiteiten VSNU is niet blij met Ritzens standpunt. 'Ik vrees dat we van Ritzen niets meer hoeven te verwachten. Het gevaar bestaat dat er pas weer serieus over een nieuw stelsel gepraat kan worden als er over het regeerakkoord onderhandeld wordt. Dan zijn we dus een jaar kwijt.'
Ook in de Tweede Kamer is Hermans' rapport niet enthousiast onthaald. CDA en VVD verzetten zich vooral tegen de verplichte ouderlijke bijdrage. PvdA en D66 maken zich met name zorgen over de aanvullende beurs. Wie ouder is dan 21 jaar krijgt die voortaan niet meer. Studenten uit minder draagkrachtige milieus dreigen daar de dupe van te worden.
Over enkele andere zaken groeit intussen wel eensgezindheid. Zo is er brede steun in de Kamer voor de afschaffing van de 27-jaarsgrens. De grote partijen zijn het er ook over eens dat de prestatie-eisen uit het huidige stelsel te rigide zijn. De commissie-Hermans vindt dat ook.
De verenigde universiteiten (VSNU) en hogescholen (HBO-raad) zijn beter te spreken over Hermans' rapport. Volgens hen komt het grotendeels overeen met hun eigen plan. De HBO-raad noemt de 21-jaarsgrens voor ouderlijke steun en aanvullende beurzen echter `onwenselijk'. Veel hbo'ers komen via het mbo en zijn al twintig als zij beginnen. Die moeten dus veel meer lenen dan anderen.
De studentenbonden zijn verdeeld. De LSVb is bang dat de door Hermans bepleite onderwijsafspraken 'instellingen te veel zeggenschap over de student geeft'. Het ISO is wel enthousiast over de onderwijsafspraken - daar had het zelf eerder al eens voor gepleit.
De twee bonden zijn uiteraard vóór de stijging van het studenteninkomen met honderd gulden. Maar de LSVb is bang dat studenten zelf voor dat extra geld moeten zorgen (door te lenen of te werken). En volgens het ISO wijst het onderzoek waarop Hermans zich beroept uit dat het budget eerder met 150 gulden moet stijgen.