Student moet zelf de duur van studie kunnen bepalen

| Redactie

Studenten moeten in de toekomst met hun universiteit of hogeschool onderhandelen over hun basisbeurs. Hoeveel studiepunten ze willen halen en hoeveel beursgeld ze daarvoor krijgen, of ze naast hun studie gaan werken en hoe lang ze over hun studie doen (maximaal tien jaar) - over al zulke zaken kunnen ze afspraken maken.

Dat stelt de commissie-Hermans, die minister Ritzen advies moest geven over de toekomst van de studiefinanciering, in het rapport `De kost gaat voor de kennis uit'. De commissie wil dat het inkomen van studenten met honderd gulden per maand omhoog gaat, dat ouders verplicht worden mee te betalen aan de studie van hun kinderen en dat de drempels om te gaan lenen worden verlaagd.

Studenten leven nu te veel in onzekerheid over hun inkomen, vindt de commissie-Hermans. Dat komt vooral door het stelsel van de prestatiebeurs, dat vorig jaar is ingevoerd. Daardoor weten studenten pas aan het eind van hun studie of zij hun basisbeurs moeten terugbetalen of niet. De commissie vindt die onzekerheid `buitensporig'.

Dat moet veranderen. Of een student aan de prestatienorm voldoet, mag geen gevolgen met terugwerkende kracht hebben, zegt de commissie. Hoe de eisen aan studieprestaties dan wel vorm moeten krijgen, laat Hermans in het midden. In ieder geval wil hij de uitwerking van die eisen overlaten aan

student en universiteit of hogeschool zelf. De eisen moeten vastgelegd worden in `onderwijsafspraken'.

In zo'n afspraak staat ook welk onderwijs een student wil volgen, of hij wil werken naast zijn studie, en hoe lang hij over zijn studie wil doen. Een student mag een vierjarige studie over tien jaar uitsmeren. Ook de uitbetaling van het beursbedrag waarop hij recht heeft - net als nu maxi-maal 20.400 gulden - wordt dan gespreid. Studenten moeten wel voor ze 25 jaar worden aan een studie beginnen om hun rechten te mogen verzilveren.

Een andere bron van onzekerheid die de commissie-Hermans wil wegwerken is de ouderlijke bijdrage. De regels daarover zijn `vrijblijvend', waardoor studenten vaak niet krijgen waar ze recht op hebben. De commissie wil daarom vastleggen dat ouders verplicht zijn hun studerende kinderen financieel te steunen tot die 21 jaar zijn. Kinderen moeten 6500 gulden van hun

ouders krijgen.

Student moet meer gaan lenen

De overheid moet ouders stimuleren om mee te betalen, vindt de commissie Hermans. Dat kan bijvoorbeeld door `studiesparen' te belonen met een premie. Studenten met ouders die hun bijdrage desondanks niet kunnen opbrengen, krijgen een aanvullende beurs. Als ouders niet willen betalen, kunnen studenten het bedrag via de overheid op hen verhalen. Dat zullen ze pas doen als er toch al ruzie is, geeft de commissie toe. Toch ziet zij er weinig in de ouderlijke bijdrage te laten innen via de belasting.

De commissie Hermans wil ook dat studenten meer gaan lenen. Nu vermijden studenten dat vaak, omdat ze het risico van hoge studieschulden niet aandurven. De commissie wil die angst wegnemen door gedeelten van de schuld sneller kwijt te schelden als een afgestudeerde weinig verdient. Daarnaast wil de commissie de rente op studieschulden verlagen. Ook dat kan geregeldworden in de `onderwijsafspraak': wie snel studeert, komt in aanmerking voor een lagere rente.

Het inkomen dat studenten te besteden hebben, moet omhoog, vindt de commissie. Volgens haar heeft een student honderd gulden per maand meer nodig dan hij volgens de geldende studiefinancieringsnormen krijgt.

De totale kosten van de studiefinanciering stijgen door deze verhoging van het budget naar 7,4 miljard gulden. Nu kost de studiefinanciering nog 6,8 miljard. De helft daarvan wordt nu door de overheid betaald. Ouders betalen ongeveer 2,3 miljard. De rest brengen studenten zelf op, ofwel via leningen ofwel via een baantje. De commissie laat zich er niet over uit wie de extra kosten moet betalen.

Ook de invoering van een een nieuw stelsel kost veel geld. In ieder geval is eenmalig een kleine drie miljard gulden nodig. Zo groot is het gat dat is ontstaan toen Ritzen op papier alle beurzen omzette in een lening. Dat deed hij bij de invoering van de prestatiebeurs.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.