Nieuwe opzet campus, een zware dobber?

| Redactie

De Toetsgroep Studentenvoorzieningen kwam vorige week met een voorstel voor een nieuwe bestuursstructuur voor de campus. Inclusief een campusdecaan die geld van het college van bestuur direct verdeelt onder de verenigingen. Deze sleutelfiguur wordt geadviseerd door de gebruikerskoepels Fact, Apollo en de Sportraad. Verenigingen die nog niet in een koepel zitten, zouden een nieuwe koepel kunnen kri

De Toetsgroep Studentenvoorzieningen kwam vorige week met een voorstel voor een nieuwe bestuursstructuur voor de campus. Inclusief een campusdecaan die geld van het college van bestuur direct verdeelt onder de verenigingen. Deze sleutelfiguur wordt geadviseerd door de gebruikerskoepels Fact, Apollo en de Sportraad. Verenigingen die nog niet in een koepel zitten, zouden een nieuwe koepel kunnen krijgen. De centrale studentenraad heeft instemmingsrecht over de campusbegroting. En voor een democratisch gekozen orgaan als de raad voor de campusvoorzieningen (RCV) is geen plaats meer. Wat vindt de UT-gemeenschap van dit voorstel?

Frans van Vught, rector en voorzitter Toetsgroep: 'Het is plezierig dat de nota er nu ligt. Het is een moeilijke, emotioneel geladen discussie, waarbij veel mensen betrokken zijn. De voorgestelde bestuursstructuur heeft alleen zijdelings met de MUB te maken en veel meer met de filosofie van de campus. Het zou een radicale breuk zijn met de huidige organisatie. Verenigingen krijgen consumentensoevereiniteit en die wordt zo groot dat dit de drijvende kracht achter de campus wordt. Wel in de lijn met de MUB is natuurlijk de centrale studentenraad.

'Het college heeft de nota vastgesteld en die moet het uitgangspunt zijn voor een lange discussie. Ik hoop dat we in het voorjaar tot besluitvorming kunnen komen. Ik ga graag op een zeepkist staan om de nota te verdedigen. Ik zie discussiebijeenkomsten 's avonds in de Vrijhof met veel mensen in rokerige ruimtes. We willen als college geen nieuwe werkgroep meer instellen. Het voorwerk is gedaan en nu moet de gemeenschap er maar over praten.'

Sjoerd van den Berg, fractievoorzitter Campus OPen: 'Ik vind het een zeer slechte zaak wanneer de raad voor de campusvoorzieningen verdwijnt. De raad heeft een belangrijke taak op dit moment. Nog afgezien van het feit dat de geschiedenis van de campus samenhangt met de raad. De hele toetsgroep stapt daar zomaar overheen. Dat snap ik niet. De campus is meer dan een verzameling faciliteiten. Ik vrees dat in het nieuwe systeem individuele studenten nog maar weinig inspraak hebben. Stel dat je een idee hebt, dan ga je naar je vereniging. Vervolgens gaat het bestuur naar de koepel en overlegt de koepel met de campusdecaan. Deze praat met het college van bestuur. Tegen de tijd dat het daar is aangekomen ben je als individuele student allang afgestudeerd. Ook vraag ik me af of de verenigingen wel zitten te wachten op een hele grote bestedingsverantwoordelijkheid. Sturing van bovenaf is eigenlijk een beetje de kwaliteitswaarborg voor de campus.

'We moeten het er flink over hebben binnen de raad en fractie. Maar dat wordt ons niet gemakkelijk gemaakt, want het college wil graag voor 8 november een eerste schriftelijke reactie. De RCV heeft op 4 november de eerste vergadering. Het wordt moeilijk om in zo'n korte tijd consensus te bereiken.'

Roelof Bleeker, voorzitter Werkgroep Toekomst Studentenvoorzieningen: 'De Toetsgroep ondersteunt in beginsel onze bevindingen. De campus is een wezenlijk onderdeel van de academische vorming van de student en is meer dan een verzameling vrijetijdsvoorzieningen. Daar zijn we blij mee. Opvallend is dat ze ook onze aanbeveling om vacante posten van medewerkers door studenten op te laten vullen, hebben overgenomen. Dat is een gevoelig punt. De idee van een campusdecaan vind ik erg goed, maar over de uitwerking ben ik minder te spreken. Het lijkt geen bestuurlijke functie te worden, die werkelijk een intermediair is tussen het college van de campus. Eerder een dienst onder de diensten. Een gemiste kans.

'De Toetsgroep is verder gegaan dan wij. Wij hebben niet naar de structuur gekeken onder de MUB. Alleen bij het idee van het marktmechanisme heb ik grote twijfels. Het past niet in de cultuur van de campus en ik verwacht ook weinig draagvlak bij de verenigingen. Grote budgetten voor de verenigingen brengen onzekerheid bij de medewerkers. Kleine budgetten suggereren echter een schijnzelfstandigheid. Ik vraag mij echt af of verenigingen erop zitten te wachten vooral als consumenten te opereren. Het zou goed zijn wanneer de campus en het bestuur eendrachtig met en eigen plan zouden komen. De raad voor de campusvoorzieningen kan zichzelf bewijzen door over het graf heen te regeren.'

Danny van der Voorden, voorzitter De Alliantie: 'Zolang de interne discussie binnen de campus nog niet is gevoerd, willen we de discussie niet in het UT-Nieuws voeren. We moeten als RCV-fracties, het Campuscollege en het Campus Managementsteam eerst samen overleggen. Het is zonneklaar dat de verschillende partijen verschillende meningen hebben en die moeten we eerst bij elkaar brengen. Ook binnen De Alliantie zijn we er nog niet uit. Het is best een moeilijke discussie.'

Henk-Jan Wesselink, lid Campuscollege: 'Dat de Toetsgroep onze nota 'Een inspirerend aanbod' onderstreept vinden we natuurlijk positief. Over de voorgestelde bestuursstructuur zijn we minder te spreken. Door het accent op het bestuur te leggen, een korte termijn visie, krijgt een cultuurverandering op de campus geen aandacht. De hoofden moeten dezelfde kant op. De mensen moeten doordrongen worden van het belang van de campus. Studenten en medewerkers moeten anders tegen academische vorming aan aankijken. De bestuursstructuur is daarvoor niet meer dan een middel.'

Suzanne van Dijk, voormalig lid van de RCV voor CaBaal, de fractie die afgelopen voorjaar besloot uit de RCV te stappen. De fractie heeft zich kandidaat gesteld voor de centrale studentenraad: 'Met het voorstel verdwijnen studenten op een niveau waar wij ze graag zien. Ik zie nog niet op welke wijze studenten zelfstandigen zouden moeten worden. Het verschuiven naar boven en beneden van de bevoegdheden van de RCV is natuurlijk onzin. De zelfstandigheid van de studentenverenigingen is nu al zo groot dat ze kunnen besluiten bijvoorbeeld een locatie in de stad te huren. En de centrale studentenraad heeft alleen instemmingsrecht over de campusbegroting. Een dergelijke bestuursstructuur zou een grote afbrokkeling zijn van het studentenzelfbestuur.'

Bernd Vinke, voorzitter Fact: 'Ik ben nog niet zo goed op de hoogte. We hebben het rapport van de Toetsgroep nog niet ontvangen. Maar ik denk dat in de voorgestelde structuur de besluitvorming tussen het college en de verenigingen mogelijk spoediger zou verlopen. Wij hebben weinig contact met de RCV. Voor de verenigingen die wij vertegenwoordigen zal het een stap in de goede richting zijn.'

André Somers, bestuurslid Apollo: 'Wij zijn er zelf nog mee bezig en dus willen we nu nog geen commentaar geven. We moeten eerst overleg voeren met de RCV. Als we nog een reactie willen geven, nemen we morgen contact op.'

Martin Beusekamp, voormalig voorzitter Campuscollege: 'Ik heb er niets van te vinden. De minister heeft bepaald hoe de bestuursstructuur eruit moet zien en het moet binnen de MUB passen. In de MUB gaat het om persoonlijke verantwoordelijkheid. Er is geen ruimte voor een democratisch gekozen orgaan, want dat is alleen verantwoording schuldig zijn electoraat. We plengen misschien nu wel tranen met tuiten, maar we zullen ons toch aan de MUB moeten houden.'

De Sportraad: 'Op dit moment werkt de Sportraad op basis van samenwerking en onderling vertrouwen met zowel de sportverenigingen als de dienst LV&S. In het voorgestelde model zien wij ons, tezamen met de campusdecaan, als scheidsrechter tussen de verenigingen en LV&S. De financiële ruimte die de verenigingen krijgen, kan leiden tot het vertrek van verenigingen naar de stad, en daarmee tot het einde van de campus zoals wij die nu kennen. Naast een nieuwe financiële situatie wordt er een nieuwe bestuursstructuur voor de campus voorgesteld, waarbij het studentenbestuur moet wijken voor bemoeienis van het CvB, dat tot nu toe altijd heeft aangedrongen op zelfbestuur van de campus.

SRD: 'Een grondige analyse van de huidige bestuursstructuur van de Campus ontbreekt in de nota. Het al dan niet slecht functioneren van de RCV op dit moment kan dus zowel een kwestie van (bestuurs)structuur danwel van de cultuur hierbinnen zijn.

'De SRD betreurt het dat de bestuurlijke invloed van studenten afneemt. Het is jammer dat de Toetsgroep heeft besloten een MUBse structuur in te voeren. Een democratisch zelfbestuur op de campus draagt juist bijzonder bij aan de academische vorming en ontwikkeling van de studenten. Verder is nog maar de vraag of de nieuwe structuur voldoende waarborg biedt voor een legitieme verdeling van de middelen; wanneer en aan wie moet de campusdecaan zich verantwoorden over de verdeling die hij treft? Tevens denken we dat het inkopen van faciliteiten en diensten door de verenigingen op een verkeerde manier de verhouding tussen gebruikers en de organisatie vormgeeft. De campusgedachte die op dit moment leeft is niet gebaat bij een stellingname waarin de campus slechts wordt gezien als één van de plaatsen waar je zalen kunt huren. De SRD ziet het als een aanzienlijke taakverzwaring voor de leden van de CSR is om zich, naast de zaken die op instellingsniveau aan de orde zijn, te verdiepen in de campusproblematiek. Tenslotte ziet de SRD problemen voor de inspraak van studentenverenigingen die momenteel niet in 'een koepel' zijn ondergebracht. Hun inspraak moet door een nieuwe koepel worden gewaarborgd, maar de SRD vindt de realiteitszin van deze opmerking bijzonder laag. De verenigingen die nog niet zijn ondergebracht in een koepel hebben dit wellicht door een gebrek aan gemeenschappelijk belang nog niet gedaan.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.