Hou het low profile
'Hou het low profile en zoek oogcontact.' Michel, derdejaars TW-student, buigt samenzweerderig naar voren: 'Je moet vooral jezelf blijven. Oppassen dat je niet te geforceerd of zelfs gefrustreerd overkomt. Zo van: ik heb geen vriendin, misschien ben jij iets voor mij? Het moet allemaal vanzelfsprekend, relaxed en gewoon gaan. Begin met kijken. Als een meisje minuten lang steels je blik zoekt kun je wel een tripje wagen. En als ze nadrukkelijk terug lacht is het helemaal mooi.
'Begin een praatje zo slim mogelijk. Zeg nooit: wat doet een mooi meisje zoals jij in een kroeg als deze? Of: studeer jij hier ook? Heb je lef dan communiceer je direct. Iets in de trant van: ben ik goed genoeg of wil je nog even verder zoeken. Ik zou het niet durven maar een vriend van mij heeft er grote successen mee geboekt.
'Na een tiental minuten gemoedelijke conversatie (niet meteen over sex beginnen!) bied je een drankje aan (alcohol kan als een katalysator werken), vervolgens ga je een beetje dansen (niet te veraf, niet te dichtbij). Uiteindelijk gaat de tijd sneller dan je denkt en voordat je het weet breekt het meest kritische moment van de avond aan. Hoe zorg je er voor dat een zorgvuldig opgebouwde spanning niet al op de Oude Markt, terwijl je met je kettingslot aan het klooien bent, door de gure herfstwind wordt weggeblazen? Vooral net doen alsof het doodnormaal is om met je nieuwe vlam naar huis te fietsen, werkt vaak het beste.'
Zoek neutraal terrein op
Om de eerste voorzichtige schreden op het versierderspad natuurlijk en cool te laten verlopen kun je het beste neutraal terrein opzoeken. Spreek je in de kroeg een onbekend iemand aan dan wordt er al gauw gedacht: wat moet die van mij, verkering ofzo? In kantine, practicumzaal of verenigingsruimte is een praatje al veel normaler. Als je elkaar een beetje kent is de spanning -en daarmee de kans dat een flitsend bedoeld maar hakkelend gesprekje op een ramp uitloopt- veel minder.
De nieuwste 'versierplek' is de projectruimte. Volgens Caroline (eerstejaars TBK) merk je tijdens het werken aan een project heel snel of iemand leuk is of niet. 'En dan stel je gewoon voor samen een stukje van de opdracht uit te werken.Kun je altijd nog zien of het wat wordt. Onderwijs volgen wordt zo ineens héél interessant, dat snap je wel.'
Ook toneel- en cabaretklassen schijnen, door de intieme manier van omgang met elkaar, een 'broedplaats van verliefdheden te zijn.' Sikke, EL-student en toneelspeler bij Nest: 'De verhouding jongens meisjes is evenwichtiger, dat zal het ook gemakkelijker maken. Ik heb één van mijn mede toneelspeelsters gewoon opgebeld om te vragen of ze zin had om wat leuks te gaan doen. Nou, dat had ze wel.'
Vraag en aanbod?
Op de UT heb je mogelijkheden te over om een vriendje op te duikelen. Ondanks verwoede pogingen om meer meisjes naar Twente te halen domineren de mannen nog steeds. En dat maakt vrouwen 'lui', zo lijkt het wel. Door de niet aflatende aandacht die ze altijd en overal van hun mannelijke collega's krijgen hoeven ze zelf geen actie te ondernemen. Ze worden voortdurend 'versierd' en kunnen dus achteroverleunend de leukste, beste en mooiste vrijer uitkiezen.
Als gevolg van deze 'overkill aan belangstelling' waarderen de meeste Enschedese meisjes zichzelf volgens Arjan (BSK) 'ver boven hun reële marktwaarde.' Moe wordt hij dan ook van de misplaatste arrogantie die de meeste UT-studentes over zich hebben.'
Arrogant doen ze zeker. Maar dan in de eerste plaats uit zelfbehoud. Om al die mannen van het lijf te houden zien veel studentes zich genoodzaakt een muur van cynisme om zich heen te bouwen. Margreet (BSK): 'Ik word doodmoe van al die jongens die mij aan de kop zeuren: Ken ik jou niet ergens van? Volg jij ook niet dat en dat college? Ik wil ook weleens ongestoord met mijn vriendinnen de stad in! En sommige figuren hebben echt een plank voor de kop. Dan blijven ze maar aandringen. In het begin vond ik al die aandacht wel leuk. Maar op 't laatst word je vanzelf hard.'
Is je mannelijke ego na een paar honderd blauwtjes toe aan wat upgrading, ga dan eens in een andere stad shoppen. In Utrecht, Groningen en Maastricht kun je zonder dat je meteen wordt afgezeken of weggekeken betrekkelijk eenvoudig een vrijblijvend gesprekje beginnen. Nijmegen is zelfs een soort omgekeerd Enschede: als màn kun je daar volstaan met het ophalen van slechts één wenkbrauw.
De liefde als ruilhandel?
'Ik zie onze relatie als een bedrijfje waarin we samen werken aan een hoogwaardig product: ons levensgeluk.' Aldus ene Joh Polfliet (30) in de Elsevier van 9 augustus jongstleden. Vroeger trouwde je als vanzelfsprekend met iemand uit je dorp, van je kerkgenootschap, de fanfare of de vereniging. Tegenwoordig kun je je toekomstige partner overal tegenkomen. Het gevolg van deze onoverzichtelijke, veel te grote liefdesmarkt is dat de harde principes van de vrijemarkt ook op de liefde van toepassing worden verklaard. Van pure romantiek verwordt de liefde tot ruilhandel. Jij helpt mij met calculus, leer ik jou fatsoenlijk koken. En ondertussen houden we het ook in bedgezellig.
'Onze relatie als bedrijfje?' Marieke (TCW) en Raymond (studeert in Groningen) hebben al een poosje verkering. 'Nee, dat gaat te ver. Maar het gaat ook niet allemaal vanzelf natuurlijk, je moet er wel moeite voor blijven doen. Een relatie waar je niet allebei in investeert is gedoemd te mislukken.'
Lang niet iedereen is bereid onbaatzuchtig in een relatie te investeren. De mens is een 'voor wat hoort wat' persoonlijkheid geworden die voortdurend zijn tijd moet verdelen tussen studeren, stappen, socialiseren, CV-building, bijverdienen én geliefde. Bovendien is het huidige studentenleven nogal snel en dynamisch. In een paar jaar tijd schiet je van de ene ontwikkelingsfase in de andere. Voordat je het weet ben je alle aansluiting met je partner verloren. Een geliefde om de rest van je leven gelukkig mee te worden? Daar zou ik maar niet te veel op rekenen.
Nee, seriële monogamie is tegenwoordig de trend. Je kiest bij elke levensfase een passende partner. In je eerste studiejaar een ouderejaars bijvoorbeeld: lekker handig want die weet alles al. In je tweede jaar sla je een beetje aan het rommelen: marktonderzoek zullen we maar zeggen. Als je stage loopt neem je een plaatselijke liefde: tegen de verschrikkelijke eenzaamheid van bijvoorbeeld Delfzijl, Warschau of Singapore. En tijdens je afstuderen zoek je een zorgzaam type die vooral goed is in het wegmasseren van je stress.
Wetenschappelijk.....
Zien we de liefde inderdaad als zakelijke transactie waarop de vrijemarktprincipes van toepassing zijn, dan is het handig om, net als in het echte bedrijfsleven, de bij de liefde horende onzekerheden zoveel mogelijk te reduceren. Judith van der Graaf, als sociaal psycholoog verbonden aan de Universiteit van Groningen, doet al ruim twee jaar onderzoek naar hartstocht en liefde. Misschien kan zij ons met enkele wetenschappelijke inzichten de snelste weg naar onvoorwaardelijk liefdesgeluk wijzen. Lachend: 'Tja, iedereen weet dat het zo simpel niet is. Maar ik heb wel onderzoek gedaan naar waarom mensen een relatie beëindigen en welke verschillende hechtingsstijlen er zijn. Dus daar zou je in je achterhoofd een beetje rekening mee kunnen houden.'
Om met de hechtingsstijlen te beginnen: Van der Graaf onderscheidt vier typen persoonlijkheden. Eén: mensen met een positief zelfbeeld en veel vertrouwen in hun geliefde. Twee: mensen met een positief zelfbeeld maar met weinig vertrouwen in de ander. Drie: mensen met een negatief zelfbeeld maar met veel vertrouwen in hun geliefde. Vier: mensen met een negatief zelfbeeld en ook nog weinig vertrouwen in hun partner.
'Het ontstaan van de vier typen moet gezocht worden in de eerste jeugdjaren. Vooral de manier waarop je als kind aan je ouders gehecht bent bepaalt hoe je later in een relatie staat. Opleiding, intelligentie of het milieu waar je uit komt hebben daar eigenlijk nauwelijks invloed op.'
De vier typen hebben elk hun eigen hechtingsstijl. Van der Graaf: 'Uit een steekproef onder de bezoekers van de Openbare Bibliotheek in Groningen blijkt dat mannen en vrouwen die veel vertrouwen in hun partner hebben en zelf lekker in hun velzitten (type 1), de hoogste eisen aan een liefdesrelatie stellen. Zo zijn ze significant meer gesteld op hun vrijheid -met geliefden die jaloers of bezitterig zijn hebben ze niet veel op- en verlangen ze relatief meer intimiteit en respect van hun partner. Iemand met een positief zelfbeeld maar met weinig vertrouwen in zijn of haar alter ego zal intimiteit juist veel minder belangrijk vinden.
'Een man of vrouw die een negatief zelfbeeld (type 3 en 4) heeft, zal daarentegen veel pikken. Bijna niks is erg genoeg om de relatie te beëindigen. Zo iemand kan zich nauwelijks voorstellen waarom een partner hem of haar leuk vindt en is derhalve bang dat, mocht het ooit uit raken, niemand anders meer een relatie met hem of haar wil. Een partner die voortdurend vertelt hoe geweldig je bent en die veel vertrouwen in je heeft, wordt door deze mensen dan ook het meeste gewaardeerd. Wat niet wil zeggen dat zo'n combinatie ook een goede relatie oplevert. De verhoudingen zijn vaak nogal ongelijkwaardig.'
'Opmerkelijk is dat mannen over het algemeen prijs stellen op een partner die wat afstandelijker is en vrouwen het liefst een man willen die veel vertrouwen uitstraalt. Ook vinden vrouwen het veel erger als hun partner niet genoeg intimiteit kan geven.'
Voordat je iets duurzaams begint dus even goed onderzoeken met welk type persoonlijkheid je te maken hebt en of de behoefte aan vertrouwen en intimiteit ongeveer overeenkomt.
Het einde
Uit het onderzoek dat Van der Graaf onder de inwoners van Groningen hield blijkt dat 'het hebben van een romantisch relatie met iemand anders' de belangrijkste reden is om de geliefde er letterlijk of figuurlijk uit te gooien. De tweede reden betreft 'het niet kunnen praten.' Gevolgd door 'gebrek aan respect' en 'hij of zij begrijpt me niet.'
Onder aan de lijst staan dingen als 'onze maatschappelijke ambities komen niet overeen, mijn geliefde woont te ver weg en mijn vrienden vinden hem of haar maar niks. Goeie seks is niet helemaal onbelangrijk en eindigt in het rijtje ergens vlak
boven het midden.'
Blijven vrouwen over?
Uit het sociaal psychologisch onderzoek blijkt ook dat vrouwen over het algemeen hogere eisen stellen aan hun relatie dan mannen. Prijzen ze zich daarmee uit de markt? Afgaande op de damesbladen zou je het bijna denken. Die staan de laatste tijd bol van verhalen waarin één angstige vraag centraal staat: Blijf ik over?
Voor hoogopgeleide vrouwen is deze optie zeker niet ondenkbaar. Ze zijn zeer zelfbewust en weten precies wat ze willen -met als gevolg dat ze vaker dan gemiddeld partnerloos blijven. Maar wat wil je ook als je op zoek bent naar een man die met liefde de zorgtaken op zich neemt, zijn uiterste best doet om jouw problemen te begrijpen, vrijt met aandacht voor jouwverlangens, maar die volgens Opzij 'tegelijkertijd een onafhankelijke macho moet zijn, die weliswaar zijn gevoelens toont, maar onafhankelijk is, een eigen leven leidt èn een carrière uitstippelt'. Het zal niemand verbazen dat dergelijke types, soortnaam wacho, bijna net zo zeldzaam zijn als de dodo.
Bovendien zijn de meeste mannen gewoonweg bang voor vrouwen die te goed weten wat ze willen. Liever vallen ze voor dames die 'geen initiatief nemen, die niet terugbellen en die niet meteen het bed induiken.' Tenminste als we de auteurs van The Rules, 'De beproefde manier om de man van je dromen te krijgen', moeten geloven. In dit uit Amerika stammende boek staan 35 regels die eigenlijk maar op één ding neer komen: behandel de man van je keuze als een persoon die je niets doet. Door bijvoorbeeld 'nooit de helft van de rekening te betalen, nooit als eerste een praatje te beginnen, niet te veel over jezelf te vertellen, er voor te zorgen dat jij altijd als eerste het telefoongesprek beëindigt' hou je zijn jagersinstinct scherp. O ja, 'geef hem na de eerste afspraak nooit meer dan één kus.'
De geëmancipeerde man?
Woon je eenmaal samen of raak je getrouwd dan moeten de huishoudelijke taken verdeeld worden. Dat gebeurt, zeker waar het hoogopgeleide tweeverdieners betreft, steeds vaker emancipatorisch verantwoord. Maar dames, pas op! Nog steeds gaan mannen saaie, regelmatig terugkerende huishoudelijke werkjes uit de weg. Alleen als ze zelf kunnen beslissen op welk tijdstip en op welke manier ze de klusjes kunnen doen, willen ze na enig aandringen nog wel eens in actie komen. Typische mannen aangelegenheden zijn dan ook: de tuin onderhouden, de vuilnis bij de weg zetten of de reparaties in en rondom het huis uitvoeren. Vrouwen stoppen nog steeds de was in de wasmachine, doen het strijkgoed en houden het huis schoon.
Neemt uw moderne mee-zorgende man relatief vaak de boodschappen en het koken voor zijn rekening, denk dan niet dat hij geweldig geëmancipeerd is. Van alle dagelijks terugkerende huishoudelijke beslommeringen zijn boodschappen doen en koken toch wel de taken met de hoogste controle factor. Degene die kookt heeft meestal grote invloed op keuze, bereidingswijze en tijdstip van de maaltijd. Je kunt veel meer creativiteit en variatie leggen in het verzorgen van een diner, dan in het doen van de was of het dweilen van de keukenvloer. Bovendien levert koken veel meer direct uitgesproken waardering op.
Juist het eentonige en weinig creatieve werk leidt vaak tot stress. Mannen nemen pas op een eerlijke manier deel aan het huishouden als ze ook deze klusjes voor hun rekening nemen.
Bron: Psychologie, oktober 1997
Liefde is...
Volgens sociaal psychologe Van der Graaf beginnen de meeste relaties met 'heel veel hartstocht. En passie is per definitie niet rationeel. Pas na een paar maanden gaat de verliefdheidover en komt er houden van voor in de plaats. Bij vrouwen verdwijnt de verliefdheid gek genoeg sneller dan bij mannen. Al gauw na de eerste kennismaking voelen vrouwen minder hartstocht voor hun partner. Mannen daarentegen blijven de eerste zes maanden ongeveer even verliefd.'
Gelukkig maar, liefde heeft zeker in het begin niets van een zakelijke transactie waarin kosten-baten analyses de doorslag geven. Nog steeds is de liefde een slagveld, een draaikolk van vreugde, verdriet, haat, heimwee, vervoering, wreedheid en jaloezie. En nog steeds vindt de oeroude wijsheid van Prediker instemming:
al ware het dat ik profetische gaven had...
en alle mysteries begreep...
en alles wat er te weten is wist...
al ware het dat ik al het geloof had...
zodat ik bergen kon verzetten...
als ik de liefde niet had...
ik ware niets.