(ofwel de acht kritiekpunten van de SRD op het UT-Concept van 25 september)
1. Een discussiestuk ? Het stuk doet het voorkomen alsof het stuk 'Bestuurlijke vernieuwing van de UT. Op weg naar een nieuw Elan' geen blauwdruk, maar een discussiestuk was. Dat hebben alle betrokken op de UT inderdaad gemerkt. Al hun argumenten zijn zonder afweging en motivering door het CvB en de RvT aan de kant geschoven. Wij kunnen het dan ook niet echt geloven, dat Van Vught werkelijk meent dat 'ideeën van studenten welkom zijn' en dat hij graag wil weten 'wat studenten van MDO-3 vinden'. Nou ja, misschien is het juist ook wel handig om te weten wat de mening van de studenten is, dan weet je als bestuurder tenminste precies waar je niet voor moet kiezen. Zo werkt dat namelijk in 'een open en gedemocratiseerde organisatie'
2. CvB als rechtbank. Wij zijn zeer verbaasd om te horen dat het CvB nu ook al de toekomst kan voorspellen. Zoals ook het CvB weet, komt de aanvraag voor een voorlopige voorziening van de Universiteitsraad en de SRD al op 10 oktober voor de eerste keer bij de rechter. Het is ook nog niet zeker of de tijdelijke commissie geschillen medezeggenschapstructuren over deze beroepszaak uitspraak zal doen. Het lijkt ons dan ook niet wijs om als CvB vooruit te gaan lopen op de uitspraak van een rechter of een rechtsprekende commissie.
3. Verschillende belangen. Er wordt gesteld dat het personeel en de studenten gedeeltelijk verschillende belangen hebben. Wij zijn het met de onvermijdelijkheid van deze stelling niet eens. Uit de huidige situatie op de UT, iets wat het CvB vaak liever over het hoofd ziet, blijkt juist dat er geen sprake is van belangentegenstelling. De huidige UR wordt gevormd door twee fracties, die beide zowel uit personeel als uit studenten bestaan. Deze situatie is uniek in de Nederlandse universitaire wereld. Doordat de participanten samen op de kieslijsten staan, kiezen zij voor ongedeelde medezeggenschap en een bundeling van hun belangen. De Expertisegroep Medezeggenschap concludeert dan ook, dat een keuze voor ongedeelde medezeggenschap de meeste ruimte biedt voor de voortzetting van deze traditie binnen de universiteit, en dat deze keuze ook het meeste draagvlak binnen de organisatie zal hebben.
4. Gestructureerde aandacht voor onderwijs. In de huidige situatie kunnen studenten in de FaculteitsRaden (FR's) al gestructureerde aandacht opeisen voor onderwijs en kwaliteitszorg. De MUBse Studentenraden hebben minder bevoegdheden dan de studentleden in de FR's. Structurele invloed voor onderwijs en kwaliteitszorg kan in de nieuwe situatie dus alleen maar afnemen in plaats van toenemen. Het CvB mag dit argument dus zeker niet aandragen als één van de redenen waarom er gekozen wordt voor het gedeelde medezeggenschapsstelsel.
5. Sparringspartner. Een sparringpartner is een minderwaardige partner om je technieken op uit te proberen voordat je ze in de praktijk gebruikt. Na een paar minuten gaat de sparringpartner altijd netjes knock-out en begint de echte wedstrijd. Wij zijn erg blij met de vergelijking van de facultaire studentenraad als een sparringspartner van de faculteitsdecaan, dat is namelijk precies wat het CvB van plan is met de studenten. Maar studenten willen geen proefpop zijn waarop de faculteitsdecaan alle nieuwe trucjes kan uitproberen om vervolgens tegen het canvas geslagen te worden. Studenten zijn een gesprekspartner, die voor vol aangezien wil worden en ook zo behandeld wil worden.
6. De Gezamelijke Vergadering. Het CvB streeft ernaar om bepaalde onderwerpen in de Gezamenlijke Vergadering (GV) te laten plaatsvinden. Het is alleen nog steeds onduidelijk welke bevoegdheden deze GV krijgt. De wet verplicht het CvB slechts om de GV over vier punten te laten meepraten. Het CvB kan de GV meerbevoegdheden geven, door die in haar reglement vast te leggen, maar is daartoe door geen enkele wet gebonden. Zolang het CvB zelf dit reglement vaststelt, is er dus geen enkele garantie dat de GV ook die bevoegdheden zal krijgen die haar nu beloofd worden.
7. Democratie op de Campus. Wij vinden het zeer betreurenswaardig dat ook de democratie op de Campus waarschijnlijk afgeschaft wordt. Het CvB wil de structuur van dit orgaan verMUBbiseren. Wij vragen ons af in hoeverre wij als studenten, bij uitstek de doelgroep van de Campus, nog iets te zeggen krijgen over de Campus. Per 1 januari krijgt het CvB de zeggenschap over de Campus. Zij wil dan de plannen van de toetsgroep gaan uitvoeren. Volgens Van Vught zal het advies van de toetsgroep 'in lijn zijn met onze filosofie over de betrokkenheid van studenten'. Daar rekenen wij wel op, aangezien Van Vught één van de leden van de toetsgroep is. Open, gedemocratiseerde organisatie hè, de ondernemende UT.
8. Persoonlijk leiderschap. De MUB biedt een universiteit de mogelijkheid om op elke belangrijke functie een team, waarin ook studenten kunnen functioneren, neer te zetten of om te kiezen voor een 'sterke man'. Het College van Bestuur heeft telkens gekozen voor 'persoonlijk leiderschap'. Normaal wordt de keuze voor een sterke leider pas 'gemaakt' op het moment dat alle andere mogelijkheden niet meer afdoende zijn. Wij hebben hier op de UT weinig stemmen horen opgaan voor dit eenmansleiderschap, dus wij vragen ons af waarom dit in nodig wordt geacht door ons college. Wij vinden het jammer dat het CvB besloten heeft om deze koers te varen, terwijl zij op deze manier studenten een grote mogelijkheid ontneemt tot het opdoen van ervaring die bijdraagt aan de veelgeroemde academische vorming.