Bedrijvendagen
Technologie-onderzoekDe technologiestichting STW krijgt op termijn zo'n veertig miljoen gulden per jaar meer te besteden. Met het geld moeten de Nederlandse investeringen in research & development opgekrikt worden.
STW krijgt komend jaar al tien miljoen gulden extra van het ministerie van Economische Zaken, in de jaren daarna vijftien miljoen. Bovendien zal de landelijke onderzoeksorganisatie NWO, waarvan STW een 'dochter' is, jaarlijks twintig tot vijfentwintig miljoen gulden aan STW overmaken.
De injectie moet de Nederlandse inspanningen op het gebied van research & development opkrikken. Die groeien weliswaar weer enigszins, maar lopen nog altijd achter bij het gemiddelde van de geïndustrialiseerde landen.
Welke sectoren het meest van de extra gelden zullen profiteren, valt volgens STW niet te zeggen. De organisatie beoordeelt ieder project afzonderlijk, zonder te kijken naar de verdeling over vakgebieden. Van de door STW gefinancierde onderzoeksprojecten vindt ruim de helft plaats aan de drie technische universiteiten. Zij souperen ook ongeveer 60 procent van het STW-budget op.
RijksbijdrageDe UT krijgt komend jaar van het rijk 214 miljoen gulden en acht ton. Netto is dit 1,3 miljoen minder dan vorig jaar. In reële zin is komend jaar 5,8 miljoen minder beschikbaar dan voor 1997. Dit maakte collegelid Frits Schutte dinsdag bekend tijdens de voorbereidende sectievergadering van de U-raad.
De raming van de rijksbijdrage zat er dit jaar slechts een ton naast. Wel krijgt de UT ruim een ton minder voor investeringen in het vastgoed dan was voorzien. Voor wachtgelden ontvangt de universiteit juist een ton meer.
De opbrengst van de collegegelden zal vanwege de dalende studentenaantallen naar verwachting 2,3 miljoen lager uitvallen dan in 1997. De verhoging van de collegegelden is onvoldoende om dit effect op te vangen. Ook op de rijksbijdrage heeft de afname van de studentenpopulatie een negatief effect, al blijft dit door het door de minister gehanteerde verdeelmodel nog beperkt. De landelijke herverdeling van onderzoekmiddelen heeft komend jaar nog geen consequenties voor de UT. Die zijn wel te verwachten vanaf 1999.
Opening portiersloge
De nieuwe portiersloge en de tijdelijke nieuwbouw van het Facilitair Bedrijf worden dinsdagmiddag om vier uur tegelijkertijd geopend. FB-directeur Ben Olde Agterhuis zal de 'symbolische' openingshandeling verrichten. Na afloop zijn er op beide locaties hapjes en drankjes te verkrijgen.
Van den Akker prof.Dr. J.J.H. van den Akker is per 1 september 1997 benoemd tot hoogleraar Curriculumimplementatie aan de faculteit Toegepaste Onderwijskunde. Van den Akker is momenteel als universitair hoofddocent aan dezelfde faculteit verbonden. Daarnaast is hij sinds 1995 deeltijd-hoogleraar vakdidactisch onderzoek aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Als UT-hoogleraar zal hij zich in zijn onderwijs en onderzoek vooral bezighouden met de vraag hoe vernieuwingen in het onderwijs, zoals de toepassing van informatie- en communicatietechnologie, succesvol kunnen worden ingevoerd.
Jan van den Akker (Utrecht, 1950) studeerde psychologie aan de Universiteit Utrecht, met als specialisatie functieleer (onderwijsproceskunde) en als bijvak onderwijskunde. Na zijn afstuderen in 1976 trad hij in dienst bij het Instituut voor Leerplanontwikkeling (SLO) te Enschede, waar hij eerst als stafmedewerker nauw betrokken was bij de opbouw van de SLO-organisatie en later als coördinator van de sectie Onderwijskunde fungeerde. In 1980 trad Van den Akker in dienst van de Universiteit Twente als wetenschappelijk medewerker van de vakgroep Curriculumtechnologie. Acht jaar later promoveerde hij op een proefschrift getiteld 'Ontwerp en implementatie van natuuronderwijs'. Voorafgaand aan zijn benoeming tot hoogleraar was hij universitair hoofddocent binnen dezelfde vakgroep.