Wil je daar achterkomen dan moet je in de eerste plaats de goeie deur weten te vinden. Niet de opvallende entree van café de Beiaard, maar de grote, donkergroene deuren rechts daarvan geven toegang tot de sociteit. Het trapportaal daarachter is kaal en een beetje ranzig. De moddervegen op de muur, rondslingerende troep en vooral de geur van rook, zweet, gistend bier en verwaarloosde corveebeurten maken de Pakkerij uitgesproken studentikoos. De sociëteiten -behalve die van de christelijke studentenvereniging Alpha, die ruikt nog vaag naar nieuw hout en verf- doen net zo rommelig aan. Tenminste, als je voor half tien 's avonds komt en de TL-lampen nog branden. Tegen een uur of twaalf is veel van dat alles verdwenen in een schemerige duisternis en stampende, bierdrinkende, studenten-gezelligheid.
Op de begane grond van de Pakkerij huist AEGEE: de Europese Studentenvereniging. Ondanks hun ruim driehonderd leden hebben ze genoeg aan de op één na kleinste sociëteitsruimte van het gebouw. Op dinsdag en donderdag verzamelen jaarclubs, commissies, disputen, werkgroepen en niet gebonden leden zich rond het beeld van Asterion, de koning van Kreta, die Europa uit de handen van oppergod Zeus redde. Willem Strijbosch, student informatica en bestuurslid van AEGEE: 'Bij ons is in principe niets verplicht. We hebben een introductiekamp in plaats van een ontgroening en als je lid wordt, mag alles maar hoeft er niks. In de sociëteit wordt vooral veel gepraat en relaxed bier gedronken.'
'Vooral na thuiskomst van een internationaal congres of een liftwedstrijd worden hier de sterke verhalen verteld', vult Jurgen Ganzevles (2e jaars EL) aan. 'We gaan met z'n allen voor de kaart van Europa staan en dan wijs je aan welk avontuur je waar hebt beleefd. Een AEGEE congres is vooral een social event. Dus je maakt (ondertussen zijn wenkbrauwen optrekkend) het een en ander mee.'
Rivaliteit
Natuurlijk gaat het op de sociëteit in de eerste plaats om gezelligheid, ontspanning, kletsen en bier drinken. Maar bij Audentis, Taste en AEGEE wordt de sfeer tijdens een avondje op de sociëteit mede bepaald door wat alle drie 'gezonde rivaliteit' noemen. Disputen, jaarclubs en genootschappen voeren een voortdurende strijd om de eer. De bier-estafette moet worden gewonnen. De één organiseert een nog groter symposium dan de ander. Af en toe wordt er gebrast (aan elkaars kleren trekkenen elkaar op de grond proberen te gooien). Wie een stunt uithaalt, scoort. En wie op de tafel gaat staan en het dispuutlied het hardst door de sociëteit brult heeft gewonnen. Ten minste voor dat moment.
Bij Audentis is deze strijd het nadrukkelijkst in de verenigingscultuur geïncorporeerd. Aan het eind van een studiejaar is er zelfs een prijs voor de beste jaarclub te verdelen. Tjeerd Bosklopper, BIT-student en Praeses Senatus (voorzitter) van Audentis et Virtutis vertelt: 'Het is een mooi spanningsveld tussen solidariteit binnen je jaarclub, dispuut of genootschap en de strijd om de eer met de rest van de clubs binnen de verenigingen. Onze leden kunnen zo hun creativiteit kwijt en het stimuleert hun persoonlijke ontwikkeling.'
Bij Taste, de algemene studentenvereniging, is de rivaliteit louter functioneel. 'Het is puur bedoeld om elkaar beter te leren kennen en om saamhorigheid te creëren. Om andere mensen uit te dagen ook mee te doen. Het is gewoon ontzettend gezellig', zegt Morgot Potman (BSK) van Taste. Rivaliteit speelt bij AEGEE alleen op de achtergrond een rol en past al helemaal niet bij de doelstellingen van Alpha: vriendschap, vorming en verantwoordelijkheid.
Wanneer het tegen tweeën begint te lopen, maakt de gezonde rivaliteit bij de verenigingen plaats voor broederlijke gemeenschapszin. Mabel Nummerdor voorzitter van Taste en TCW student: 'Dan maak je grandioze dingen mee. Als honderdzestig studenten arm in arm uit volle borst staan te zingen: 'Er is leven, er is leven na de dood.' En als na afloop iemand aan de bel gaat hangen en zegt, een rondje voor de hele sociëteit, omdat dit zo mooi is, dan krijg ik echt kippevel.'
Corpscultuur
Audentis, ontstaan door een fusie van Cheiron en Rossinant en met ruim vijfhonderd leden de grootste Enschedese studentenvereniging, onderscheidt zich van andere verenigingen door de nadrukkelijke corpscultuur. De Senaat, het bestuur, verschijnt bijvoorbeeld niet zonder donker driedelig pak 'op de kroeg'. Eerstejaars hebben beduidend minder rechten dan ouderejaars en moeten zich eerst nadrukkelijk bewijzen. Pas na een 'jaarclubinstallatietraject' wordt bekeken of de jaarclub door de vereniging erkend kan worden. Bovendien markeren koperen strips op de vloer van de TRAM, zo heet de sociëteit van Audentis, het ouderejaarsvak. Voor 'foeten' is dit stuk van de sociëteit verboden gebied.
Ook de introductie kent ontgroeningstrekjes. Dit alles om de corporale traditie in stand te houden en vooral ook ter bevordering van het persoonlijke rijpingsproces en het sluiten van vriendschappen voor het leven, aldus de vereniging.
Bij Taste (ongeveer 270 leden) is de corpscultuur al veel minder. Mabel: 'Jasje-dasje komt hier voor maar domineert zeker niet. Bestuursleden lopen niet pak maar in een rood-groen giletje in de sociëteit. En wij zijn echt in mensen geïnteresseerd. We gaan hier geen individuen afzeiken ofzo.' Jurgen van AEGEE: 'Bij ons komt jasje-dasje niet voor. Er is een dispuut met een gilet plus stropdas, maar dat is alles.'
Uitzondering
Alpha is de uitzondering op de regel. De sociëteit is schoon en opgeruimd en doet warm, bijna huiselijk aan. Martijn Bakker (INF): 'We hebben geen jaarclub en alleen maar een tapperij- en moresdispuut. Voor een jaarclub zijn we met onze veertig leden te klein.' De sfeer op de christelijke studentenvereniging kenmerkt zich door vriendelijkheid, respect en een goed gesprek. Eric Jan de Jong (EL): 'Over de vragen des levens bijvoorbeeld of over de vraag of God bestaat of niet. Brallen of brassen doen we niet. Als we al zingen dan beperkt zich dat tot het aanheffen van het Alphalied. En zelfs dat lukt niet elke soosavond.'
Bier
Bier (een gulden en vijftig cent voor leden) is het onmisbare deel van de studentikoze gezelligheid in de Pakkerij. Het fungeert tegelijk als brandstof en smeermiddel. Zelfs al bestel je cola dan krijg je nog geel, schuimend glas Grolsch aangeboden. Alleen als je schriftelijk kunt aantonen dat je de volgende morgen een ontzettend moeilijk tentamen hebt, wordt er wellicht een uitzondering gemaakt. Of wanneer je besluit over te schakelen op sterkere drank, want dat is natuurlijk altijd goed. Bij de Grolsch vinden ze de bierafname van de Pakkerij 'mooi'. Erick Kottink, regio vertegenwoordiger bij Grolsch: 'Maar het is niet zo dat de bierconsumptie van de Pakkerij zichtbaar invloed heeft gehad op onze jaarcijfers.'
Mores
Alle verenigingen hebben een moresdispuut of -genootschap. Deze zorgen er voor dat de regels in de sociëteit worden nageleefd. Zo staat de muziek in de TRAM tijdens sociëteitsavonden nooit aan en geldt bij Taste de regel 'geen gevoos in de soos'. Pauline Kloek (verpleegkunde-student en Taste lid): 'Gebeurt het toch, dan is het aan het moresgenootschap om in ieder geval de lippen van het zoenende stel met mosterd in te smeren.'
Af en toe loopt er wel eens wat uit de hand. Eten op de sociëteit ontaardt regelmatig in een enorm voedselgevecht. Eén keer ging het Vera Sanne Haaksma, student werktuigbouwkunde en bestuurslid van AEGEE, echt te ver: 'Het was na vieren en boven ging net alles dicht. Dus de hele dronken meute kwam naar beneden en probeerde de deur van onze sociëteit in te trappen. Ze dachten dat ze bij ons nog wat konden drinken. Gelukkig was de deur sterk genoeg, maar je voelt je op zo'n moment niet echt vrolijk.'
De naam Pakkerij verbindt de geschiedenis met het heden: vroeger werd in het gebouw textiel opgeslagen, dat vervolgens over de hele wereld zijn weg vond. Nu is het een ontmoetingsplek voor studenten, die na verloop van tijd ook over de wereld uitzwermen. Stuk voor stuk zijn alle studentenverenigingen blij met een plek in de Pakkerij. Het pand heeft uitstraling en is herkenbaar. Iedereen weet nu waar de sociëteiten zitten.Bovendien zitten alle grotere verenigingen in één pand. Dat betekent niet dat de leden regelmatig bijelkaar over de vloer komen, maar samenwerken is wel een stuk gemakkelijker geworden. En samenwerking is nodig in de strijd om 'het commitment' van de Enschedese studenten.
![]()