'Er is niets wat mij zal blijven achtervolgen'

| Redactie

Ben Veltman trad in mei 1992 aan als voorzitter van het college van bestuur. De voormalig hoogleraar natuurkunde en oud-rector magnificus van de TU Delft moest de UT slagvaardig op de kaart komen zetten. Volgende week vrijdag gaat hij officieel met pensioen. Hij maakt voor UT-Nieuws de balans op. 'Ik had verwacht dat de UT ambitieuzer en sneller zou zijn.'

Ongetwijfeld zullen medewerkers en studenten zich Veltman - afgezien van al zijn andere wapenfeiten - blijven herinneren als de man die bij elke feestje met kenmerkende bonhomie en Engelse humor voor de vuist weg een luimige speech weggaf. Glas in de ene, goede sigaar in de andere hand, ging hij een sociale verplichting zelden of nooit uit de weg.

Toch wil de scheidend voorzitter, verklaard liefhebber van het ouderwets studentenleven, de indruk wegnemen dat hij een soort universele borrelaar was. 'Ik beschik al sinds mijn 18de over een rijbewijs en dat is nog nimmer ingenomen.' De bij UT-recepties geschonken drank vindt hij in het algemeen van 'zuinige' kwaliteit. 'Amstel Gold is lekkerder dan Grolsch.'

Veltman kijkt met genoegen en tevredenheid op zijn Twentse jaren terug, zegt hij. 'Er is niets wat mij in de toekomst zal blijven achtervolgen.' Desondanks: het waren turbulente jaren. Hij laat, vindt hij, een andere UT achter dan hij in 1992 aantrof: nieuwbouw op de campus, nieuwe financieringsmodellen, sociëteit De Pakkerij, de komst van de AKI, de nieuwe bestuursstructuur, het topinstituut telematica, etc.

Mooie successen misschien, maar de beeldvorming lijkt toch een stuk minder fraai. Veltman, met enige spijt: 'We hebben onze activiteiten als college misschien altijd wat onderkoeld gebracht. Dat was onze bestuursstijl. Terecht: universiteiten moeten niet leunen op vooruitgeschoven bestuurders, maar op de prestaties van vooral de faculteiten.'

De daadkracht van het college is wat ondergewaardeerd, denkt Veltman. 'Wat er in vijf jaar gebeurd is niet niks. Het probleem is alleen dat het CvB tot dusver geen andere achterban had dan de minister. Dan opereer je als college buitengewoon eenzaam. Winstpunt van de MUB is dat we nu een managementteam en raden van advies en toezicht hebben om in het voorbereidingstraject naar besluitvorming mee van gedachten te wisselen.'

Het ging in Twente wel anders toe dan Veltman verwacht had. 'Ik had gedacht dat hier alles veel ambitieuzer en sneller zou zijn dan in Delft, vanwege de korte lijnen en zo. In de praktijk is er niet zoveel verschil. Blijkbaar zit er een tijdsconstante in universitaire beslisprocessen.'

Met de introductie van het nieuwe managementteam zijn de omslachtige procedures verleden tijd, hoopt Veltman. 'We kunnen de faculteiten nu veel directer aansturen.' Hij is van meet af aan voorstander geweest van slagvaardiger bestuur. Hij zwengelde op UT-niveau in de commissie-Veltman ideeën aan over persoonlijke verantwoordelijkheid van bestuurders, bundeling bestuur en beheer, grotere rol voor het college van decanen.

Moeten we Veltman zien als een van de architecten van de modernisering van de universitaire bestuursstructuur? 'Wij zijn zeker voorlopers geweest.' Jammer alleen dat Veltmans plannen door 'stevig verzet' van de U-raad fikse vertraging opliepen. 'We hadden in het instellingsplan alvast op de MUB vooruit willen lopen, maar dat mocht niet van de raad. En toen de minister later met zijn eigen plannen kwam was de eerste reactie van de raad dat die MUB van tafel moest. Dat leidde tot een langdurige impasse.'

Ook onder de MUB behoudt de UT een driehoofdig collegiaal bestuur. Was een tweehoofdig college, zoals rector Frans van Vught voorstond, niet te prefereren geweest? Veltman vindt van niet. 'Twente ligt aan de rand van het land, en daarom is het moeilijk om in het nationaal circuit mee te doen.Lijfelijk alleen al heb je als college meerdere personen nodig.'

Het was niet makkelijk de UT op te stoten in de vaart der volkeren. Neem nu het internationale imago van de UT. 'Men vond zich hier destijds behoorlijk internationaal, maar als instelling had de UT nauwelijks internationale bekendheid. Er waren misschien vijftig buitenlandse studenten. Vergelijk dat eens met Maasticht, waar de economische faculteit zevenhonderd buitenlandse studenten heeft en eenderde van de staf uit het buitenland komt. Zeker, we hebben nu een netwerk van Europese innovatieve universiteiten, maar dat is met twee jaar vertraging tot stand gekomen.'

Veltman heeft zich gestoord aan de moeizame wijze waarop het college dingen voor elkaar moest boksen. Zo wilde hij zelf een slagvaardig aanstellingsbeleid voor hoogleraren: 'coryfeeën' wegkopen uit het buitenland. Maar de Berkhoff-wisselleerstoel blijft vacant. 'Het CvB betaalt het - vergeleken met een gewone leerstoel extra hoge - salaris, maar de faculteiten willen er niet aan: dat vindt men verstoring van de orde, ongelijkheid.'

Beloningsdifferentiatie is echter noodzakelijk. 'Hoe denk je dat we mensen als Pilot (OC) of Brouwer (WB) zijn kwijtgeraakt? Ze kregen elders een beter aanbod met betere faciliteiten.' Actie is gezien de vergrijzing geboden: 'De komende vijf jaar zwaaien dertig hoogleraren af en daar zitten vrijwel al onze smaakmakers bij. Ik zie te weinig jongeren die hen kunnen opvolgen. Straks moeten we met andere universiteiten concurreren. Die zijn nu al veel actiever dan wij met het aantrekken van toppers.'

Ook op het vlak van topinstituten slaat het 'ergerlijke gelijkheidsdenken' bij de faculteiten de daadkracht lam, vindt Veltman: 'Drie jaar geleden hebben wij gezegd dat we geen tien instituten moesten hebben maar hooguit één of twee, we zijn compleet weggehoond. Alle faculteiten moesten immers gelijke rechten hebben. Gelukkig hebben we toen telematica erdoor geduwd.'

Het opzetten van nieuwe exclusieve opleidingen - noodzakelijk voor de instroom en het instellingsprofiel - verloopt moeizaam: Europese studies, politiestudies, telematica, industrieel ontwerpen, gastechnologie. 'We proberen als CvB al twee jaar om een telematica-opleiding tot stand te brengen. Dat leidt bij Informatica dan tot allerlei schurende bewegingen en uiteindelijk komt er dan piepend iets op gang.' Veltmans plan voor industrieel ontwerpen ketste af bij WB, dat vreest voor verdunning van financiële middelen. Zijn idee voor gastechnologie bekijkt WB nu serieus. 'Maar ook daar zit geen drive achter van: in drie maanden staat het er.'

Het samengaan van faculteiten was evenzeer lang onbespreekbaar. Nu zien ze eindelijk enige voordelen, zegt Veltman. Twee elementen maken de toenadering mogelijk: de dalende instroom die faculteiten verzwakt, en de verwetenschappelijking van de techniek, waardoor disciplines meer gaan overlappen, zoals bijvoorbeeld bij telematica en bij materiaalkunde.

Veltman ziet het - naar aanleiding van de nog open discussie rond het zogenaamde 'Pentagon-paper' - wel voor zich: CT en TN samen, vanwege materiaalkunde. EL en INF, vanwege telematica. WMW splitsen: gedragswetenschappen naar TO, het andere deel naar BSK. Ook herverkaveling van vakgroepen hoort erbij, bijvoorbeeld civiele techniek naar WB. Veltman ontkent dat een gewenste omvang van het managementteam de fusiedrift ingeeft.

Samenvoeging kan in fasen. 'Bestuurlijke fusie is al heel wat, te beginnen bij een gezamenlijke decaan, die werkenderwijs de cultuurverschillen in kaart kan gaan brengen.' Het tijdpad? In sommige gevallen vijf jaar, in andere misschien twee. Het vastgoedplan zou bepaalde combi's onmogelijk kunnen maken indien het samengaan ook 'fysiek' zou moeten zijn. 'Dat gaat ons budget te boven, want dat vergt te veel nieuwbouw.' Wel verklapt hij dat CT definitief de bouw op de plek van Hal D mag voorbereiden.

Over fusies gesproken: Veltman pleit regelmatig voor een op termijn samengaan van de drie TU's. 'Ik heb jaren geleden een gezamenlijke adviesraad voorgesteld. Een voorzitter was al gevonden. Maar toen kreeg Delft een nieuwe voorzitter en die zag het idee niet zitten. Intensief overleg blijftgeboden, al blijf je natuurlijk mekaars concurrenten.'

Eén reden voor krachtenbundeling wil Veltman speciaal noemen: het risico dat de grote algemene universiteiten zelf technische opleidingen gaan verzorgen, uitmondend in een drs-titel. 'Als ze dat grootschalig gaan doen komt onze eigenheid als TU's in het gedrang. Het gaat harder dan je denkt: Utrecht sleept al meer STW-plaatsen in de wacht dan de drie TU's.'

Over de slechte onderlinge verstandhouding in het vorige CvB is al een bescheiden legendevorming op gang gekomen. Onschuldige blik: 'Ik hoor die verhalen altijd met verwondering aan. Met oud-rector Popma waren er geen inhoudelijke conflicten. Er was alleen een permanente zorg dat de beleidsoutput inzake onderzoek en onderwijs zo achterbleef.'

Deed de oud-rector zijn werk niet naar behoren? 'Hij deed zijn werk stellig goed, maar we merkten er zo weinig van.' Ook het conflict tussen hemzelf en Popma's opvolger Van Vught over de plannen voor de techniekbeurzen voor eerstejaars - de collega's spraken elkaar onafhankelijk van elkaar in Tubantia publiekelijk tegen - bagatelliseert Veltman. 'We waren het inhoudelijk eens, maar werden ongewild uitgespeeld door de pers.'

Het college heeft altijd veel kritiek gekregen omdat het trio te veel vanuit het isolement van de ivoren toren zou opereren. Veltman legt uit dat het overleg met de faculteiten tijdens zijn bewind is verbeterd. 'Maar directer overleg met decanen bleek bijkans onmogelijk. Ik mocht pas na 3,5 jaar bij de gratie Gods voor het eerst een half uurtje langskomen.'

Veltman benadrukt dat hij altijd uitstekende persoonlijke relaties binnen de UT heeft onderhouden, ook met de studenten. 'Ik heb altijd heel veel voor de studenten- en sportverenigingen gedaan. Hoewel voorwoorden ik wel niet voor allerlei almanakken heb geschreven! Ik heb er laatst weer eens wat nagelezen en dat waren toch wel verdomd leuke stukjes.'

Maar de relaties met bijvoorbeeld het OPUT en de vakbonden waren - sociaal statuut-affaire! - toch beroerd? 'Hoewel we soms tegenover elkaar stonden, hebben we altijd een goede overlegsfeer behouden. De representativiteit van het OPUT is ondoorzichtig, maar toch kan het zich overal mee bemoeien en op elke slak zout leggen. Ook bij tamelijk onschuldige reorganisaties.'

Adviesbureau Delft Management bv heeft de afgelopen jaren tweemaal de bestuurskracht van het college en zijn imago binnen de instelling onderzocht. De conclusies logen er niet om, maar bleven veilig binnenskamers. Volgens Veltman heeft het college zich de kritiek evenwel wel degelijk ter harte genomen, behalve dan apert 'onzinnige' aantijgingen, 'als zou het college wekelijks met bebloede koppen tegenover elkaar staan'.

Veltman heeft wel een verklaring voor het zwakke imago van het CvB. 'De UT werd in 1992 voor het eerst een krimpende instelling. Dat was men niet gewend. Iedereen riep: college, doe wat! Maar toen de tekorten en bezuinigingen kwamen kreeg wij natuurlijk overal de schuld van. Niet dat ik dat erg vond hoor, ik word graag uitgedaagd door werkelijke problemen.'

Was Veltman in eigen ogen een goed bestuurder? Nou, hij heeft in ieder geval zo goed mogelijk bestuurd. 'Misschien hadden sommigen aan de UT liever een ijzervreter als voorzitter gehad. Zo'n aanvoerder vind ik gewoon niet passen bij een universiteit, waar je toch te maken hebt met zeer intelligente mensen en min of meer democratische verhoudingen.'

Horen we een verwijzing naar zijn gewezen kandidaat-opvolger P. IJzerman? Was Veltman niet fel gekant tegen de voordracht van de Twentse korpschef? Strakke blik: 'Ik was niet persoonlijk tegen zijn komst. Sterker nog, ik wist van niets. Ik hoorde op dienstreis in Engeland van een hoge ambtenaar van OCW dat IJzerman was voorgedragen. Nou, daar zullen ze dan wel een goede reden voor hebben gehad, was mijn eerste reactie.'

Het probleem ontstond voor Veltman pas door de 'buitengewoon afwijzende' reactie van minister Ritzen. 'Dat gaf voor mij de doorslag. Dan moet je zo'n voordracht niet willen doorzetten, daarmee jaag je niet alleen de minister maar ook het hele departement tegen je in het harnas.'

Vervelender dan het feit dat een kandidaat afviel ('bij OCW bepaald geen uitzondering') was de 'onhandigheid' waardoor het bekend werd, vindt Veltman. 'De ongelukkigste affaire uit mijn hele vijf jaar aan de UT. Het heeft alle partijen een hoop schadelijke publiciteit opgeleverd.'

Hoe staat het nu met zijn opvolging? 'Hmm, ik weet het niet. Het headhuntersbureau Egon Zehnder is nog volop bezig. Ik heb bij geruchte vernomen dat er inmiddels een shortlist is.' Maakt burgemeester W. Lemstra van Hengelo - tevens deeltijdhoogleraar bij Technologie & Management - nog een kans als interim-voorzitter? 'Zou misschien geen gek idee zijn.'

Wat gaat Ben Veltman doen met zijn nieuwe vrije tijd? Ach, hij heeft nog wat bezigheden in het academisch circuit - voorzitter raad van bestuur Maastricht School of Management, hoofdredacteur Academia - en een paar commissariaten. Daarnaast gaat hij zich bezighouden met Demcon Art Innovation, een UT-spinoff die schilderijen gaat restaureren met geavanceerde lasertechnologie en waarin hij persoonlijk aandelen heeft genomen.

Ook wil Veltman af en toe zijn zoon gaan bijstaan, die een biologisch-dynamisch tuinbouwbedrijf in Twello drijft en ook wel eens op vakantie wil. Kan hij boeren? Droog: 'Ik denk van wel. Mijn zoon denkt van niet.' Zeilen zal hem in ieder geval beter afgaan. Hij heeft een pracht-catamaran in Den Oever liggen, waarvoor hij net state-of-the-art navigatiesoftware heeft aangeschaft. Hij gaat motorrijden. En aan auto's klussen.

Een mooie Morgan misschien, peinst hij. De scheidend voorzitter is een connaisseur die als miljonair (hij ontkent het niet) zo'n collector's item best kan betalen. Niet dat dat aan zijn huidige auto is af te zien. Veltman rijdt in een Mazda uit '86 met 360 duizend kilometer op de teller. Hij giet er hoogwaardige Duitse diesel in en hoopt de 500 duizend te halen.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.