Rectorale Oprisping

| Redactie

In zijn rede ter gelegenheid van de opening van het academisch jaar stelt de rector, Prof.Dr.F.A. Van Vught dat een academicus niet alleen een professional behoort te zijn, maar ook een intellectueel. Quod non. Nu, daar hoort niemand meer van op, ook niet wanneer deze mededeling de vorm aanneemt van een schier onstuitbare woordendiarree met onverteerde brokken Plato, Socrates, Popper, etc., die ov

In zijn rede ter gelegenheid van de opening van het academisch jaar stelt de rector, Prof.Dr.F.A. Van Vught dat een academicus niet alleen een professional behoort te zijn, maar ook een intellectueel. Quod non.

Nu, daar hoort niemand meer van op, ook niet wanneer deze mededeling de vorm aanneemt van een schier onstuitbare woordendiarree met onverteerde brokken Plato, Socrates, Popper, etc., die overigens geen ander doel schijnen te dienen dan de spreker zelf te afficheren als een homo universalis, die alles tot zich genomen heeft, maar wie dat toch blijkbaar niet helemaal goed bekomen is.

Vervolgens spreekt hij de wens uit dat er aan deze situatie (de ongeletterde academicus, dus) een einde moet komen (waarom eigenlijk?), en komt tenslotte met een flinterdun plannetje (om niet te zeggen: slot-scheetje) om dat te bewerkstelligen.

Wind en lucht dus, meer is het niet dat de rector een deftig gezelschap van dames en heren in het gezicht geblazen heeft, wat dit gezelschap overigens niet verhinderd heeft daar met een donderend applaus voor te bedanken.

Omdat een duidelijke definitie van het begrip intellectueel eigenlijk ontbreekt zullen we die hier eerst maar even geven: een intellectueel is iemand die over alles nadenkt. Omdat hij niet het wiel opnieuw wil gaan uitvinden, neemt hij ook zo veel mogelijk kennis van wat anderen al hebben bedacht. En dat niet alleen vanwege dat wiel, maar veel meer nog omwille van de pure vreugde die hem dat oplevert. Hij is dus intellectueel geworden uit eigen vrije wil, puur voor de lol, maar vaak wel ten koste van 'nuttiger' dingen, en al in het geheel niet om zijn positie op de arbeidsmarkt te verbeteren.

Is een intellectueel op te leiden (maakbaar zou in het verhaal niet slecht gestaan hebben), of kan een onderwijsinstelling iets aan zo'n opleiding bijdragen? Blijkbaar niet, maar prof. van Vught denkt van wel: kijk maar naar de klassieke Duitse universiteiten, model Von Humboldt, waar kruisbestuiving schering en inslag was. Ja, maar dat waren Universiteiten, waar studenten Natuurkunde, Filosofie, Rechten, Medicijnen, Geschiedenis, Literatuur, enz., elkaar buiten de verroosterde uren bestoven dat het een aard had, althans daartoe ruimschoots in de gelegenheid waren. Maar we zitten hier niet op een universiteit (in de ware zin des woords), maar op een Technische Hogeschool (waarvan alleen de naam veranderd is, ongeveer op hetzelfde moment dat iedere lector professor, iedere leerling student, en klas 1 groep 3 werd), waar alle neuzen praktisch dezelfde kant op staan.

Akkoord, zegt prof. van Vught, die bestuiving kunnen we inderdaad wel vergeten, laten we de boel dus gaan verroosteren (want daar komt dat overigens nogal onbegrijpelijke blokjesdiagram toch op neer?), dan moeten ze wel. Het is nauwelijks te geloven: een werkcollege Vestdijk, een tentamen Mozart, een (multidisciplinair) project Michelangelo. En waarom? Wie zit daarop te wachten? De studenten in ieder geval niet (maar dat hangt nog een beetje van het aantal studiepunten af; zelfs een dubbel doctoraal behoort tot de mogelijkheden), en bij een sollicitatie zal een recruiting officer ook niet zo gauw vragen of je wel eens van de Wiener Philharmoniker hebt gehoord.

Maar we kunnen toch tenminste proberen de studenten zelfstandig na te leren denken, door het onderwijs wat anders in te richten? Vergeet het maar, dat had op de middelbare school al moeten gebeuren, maar dat is de laatste twintig jaar wat in onbruik geraakt. Vraag een student eens in eenvoudig, voor iedereen begrijpelijk Nederlands, uit te leggen hoe we weten dat water H2O is, en niet H3O. Vraag hem eens hoe Avogadro aan zijn getal kwam, ofvraag eens waarom de laagste temperatuur -2730C is (n.b: alles al in de vorige eeuw bekend). Op grond van de antwoorden zal het u verbazen dat iedereen wel de formule van Einstein kent, geheel vertrouwd is met de Big Bang, en z'n hand niet omdraait voor een zwart gat meer of minder.

Het is dus een verloren zaak, en de rede van de rector zal daar geen verandering in brengen. Toch is er enige reden tot optimisme: de toehoorders (waaronder nogal wat onderwijskundigen) zien ondanks alles de toekomst met het volste vertrouwen tegemoet. En een Strategische Alliantie is ook nooit weg.

B.W.van de Waal, faculteit Technische Natuurkunde.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.