DORTMUND

| Redactie

Halverwege de reis schokt de monorail vervaarlijk. Tot dan toe is het tripje geruisloos verlopen. De deuren openden met een futuristisch zoefje en je kon nog zitten ook. Maar nu weet je het zeker: bij nader inzien had je veel beter te voet naar Campus Nord kunnen gaan. Een stuk veiliger dan in het luchtledige hangen. De wagon schudt. Om je heen keuvelen de passagiers echter rustig verder. De Unive

Halverwege de reis schokt de monorail vervaarlijk. Tot dan toe is het tripje geruisloos verlopen. De deuren openden met een futuristisch zoefje en je kon nog zitten ook. Maar nu weet je het zeker: bij nader inzien had je veel beter te voet naar Campus Nord kunnen gaan. Een stuk veiliger dan in het luchtledige hangen. De wagon schudt. Om je heen keuvelen de passagiers echter rustig verder.

De Universität Dortmund ligt op een klein half uur fietsen of tien minuten per metro van het centrum. De monorail verbindt de hoofdgebouwen met Campus Nord en wordt beschouwd als het architectonische paradepaardje van het universiteitscomplex. 'Die roten Kabinen der H-Bahn sind heute ein Markenzeichen der Universität Dortmund', aldus de homepage van de universiteit. Moeilijk is dat niet, want verder bestaat de universiteit uit een weinig indrukwekkende verzameling gebouwen uit vooral de zeventiger jaren. Beton, hoogbouw, oranje zonwering en plastic panelen overheersen.

Vóór de bouw van de universiteit werd nog even gedacht aan een locatie in de binnenstad. De studentenoproeren van de jaren zestig in de traditionele studentensteden gooiden echter roet in het eten. De angst bij de lokale bevolking zat er goed in. Nog steeds, bijna dertig jaar na opening van de universiteit, is de verhouding met de Dortmunders gespannen. Onbekend maakt onbemind is hier het motto. UniDo is niet in de stad geïntegreerd. 'Een paar jaar geleden waren er nog taxichauffeurs die je naar Bochum brachten, als je naar de uni vroeg', lacht Klaus Commer van de Presse- und Informationstelle, de afdeling voorlichting.

Toch is UniDo sterk geworteld in de omgeving. Net als voor de UT is interactie met de regionale industrie een groot goed. Dat komt tot uitdrukking in interdisciplinair en praktijkgericht onderwijs, het zogeheten Dortmundmodel. Het is een van de stokpaardjes van de uni.

'De universiteit is gesticht met het doel de economie een blijvende impuls te geven', legt Joachim Gerke van het Akademisches Auslandambt, het Dortmundse bureau voor internationale samenwerking, uit. 'De industrie verkeerde in de zestiger jaren in een grote crisis. We hadden ingenieurs nodig die het Ruhrgebied weer zouden opbouwen. Die historie is belangrijk. Zij vormt de basis voor de nauwe samenwerking met de industrie.'

UniDo biedt startende ondernemers goedkope faciliteiten in het nabij gelegen industriepark van de universiteit, dat overigens ook gevestigde bedrijven huisvest. Voorts wordt nauw samengewerkt met een aantal technologiecentra. Michael Asche is directeur van de universitaire Transferstelle, de LiaisonGroep van UniDo. 'Wij helpen bij de totstandkoming van contacten tussen de industrie en de universiteit. Ons onderzoek kan zeer waardevol zijn voor de industrie, maar dan moet wel bekend zijn wat hier gebeurt.' Tien keer per jaar organiseert de Transferstelle informatiebijeenkomsten waarop ondernemers kunnen horen wat de verschillende hoogleraren te bieden hebben.

'Ik wist niet dat we innovatief waren. Dat was ongeveer mijn eerste reactie toen ik hoorde dat we tot het netwerk voor innovatieve universiteiten waren toegetreden', vertelt Klaus Kunzmann. De architect is hoogleraar bij de faculteit Raumplanung en al twintig jaar voorvechter van internationale contacten en netwerken, zoals hij zelf zegt. 'Misschien zijn we innovatief', vervolgt Kunzmann. 'Maar dan alleen per toeval. Je zou misschien denken dat we ons hier in het Ruhrgebied vooral bezighouden met staal, bier en kool. Toen de universiteit in 1986 werd opgericht waren de andere universiteiten jaloers. Ze wilden niet dat wij dingen deden die zij al deden. Dus koos de uni voor planologie, computerwetenschappen, statistiek enchemische technologie. Heden ten dage zijn we op die gebieden toonaangevend in Duitsland.'

Toch zijn dit niet de zwaartepunten van UniDo. Het zijn juist de humanitaire studies die de afgelopen jaren sterk gegroeid zijn. UniDo is een van de weinige Duitse universiteiten die een academische journalistenopleiding aanbiedt en de enige waar een doctoraal in textiel-cultuurgeschiedenis kan worden gehaald. Daarnaast lijfde de universiteit in 1980 de grootste lerarenopleiding van Duitsland in. Voor het teruglopen van het studentenaantal vreest UniDo niet. Nog altijd worden academici in Duitsland beter betaald dan hbo'ers en de studenten komen grif. Wel vindt er een verschuiving plaats. Studenten kiezen minder vaak voor technische studies. Chemisch technologen rest na hun studie meestal werkloosheid en dat geldt ook voor studenten werktuigbouwkunde.

Van de 25 duizend studenten woont meer dan de helft nog thuis bij hun ouders binnen een straal van veertig kilometer van de universiteit. UniDo is een 'Pendleruni'. Slechts tweeduizend studenten wonen op de campus in het Studentendorf. En hoewel het universiteitsterrein 'campus' wordt genoemd, is daarvan eigenlijk geen sprake. Meer dan een verzameling faculteiten met hier en daar een mensa is het niet. Het café, dat twee jaar geleden werd geopend door een commerciële exploitant, is een groot succes. De universiteit had er flink geld mee kunnen verdienen, maar durfde de investering niet aan.

Duitse universiteiten hoeven niet te vechten om hun klanten. Universiteiten bedienen regio's. De plaats van herkomst is de belangrijkste reden om naar een bepaalde uni te gaan. Een afdeling public relations ontbreekt derhalve in Dortmund.

Studentenbestuur is in Duitsland geen factor van betekenis. Studenten mogen via verschillende raden meepraten, verder dan adviseren komen ze echter niet. Ieder jaar mogen de studenten van UniDo een studentenparlement kiezen, maar slechts 12,5 procent van de studenten maakt van dit stemrecht gebruik. Studentenactivisme in onder de grote massa ver te zoeken.

Dirk Baumanns is lid van de Asta, het dagelijks bestuur van het parlement. Na enig nadenken kan hij zich een paar demonstraties herinneren: drie jaar geleden protesteerden de studenten tegen het invoeren van collegegeld en twee jaar terug werden er maar liefst vijfhonderd stickertjes verspreid om aandacht te vragen voor de positie van gehandicapte studenten aan UniDo.

Samenhang tussen de faculteiten is er amper. UniDo heeft geen eigen gezicht. Iedere faculteit of vakgebied kiest zijn eigen beeldmerk. Een aantal jaar geleden heeft de rector getracht het gebruik van het algemene logo er doorheen te drukken. 'Dat lukte natuurlijk niet', zegt Commer. 'Medewerkers werken hier voor een faculteit en niet voor de universiteit in haar geheel. We zijn hier niet gehecht aan onze eigen universiteit', zegt rector Albert Klein gelaten.

Ook de universitaire pers loopt niet aan het handje van de rector. 'Ik ben journalist', zegt Commer. 'Geen tekstschrijver.' Tot voor kort was hij de drijvende kracht achter de Unizet, een maandelijkse uitgave van de universiteit. Tegenwoordig houdt hij zich voornamelijk bezig met de omvangrijke internetpagina's, die ook onder verantwoordelijkheid van zijn bureau worden gemaakt. 'Wanneer wij iets publiceren wat de hoogleraren niet gepast vinden, zullen ze zich zeker beklagen bij de rector. Die zegt dan op zijn beurt dat hij het ook niet leuk vindt, maar dat er niets aan te doen is. Zo blijft iedereen blij. De hoogleraren omdat er iemand naar ze luistert en wij omdat niemand in ons vaarwater zit.'

Naast de interactie met de regio, wil UniDo ook haar vleugels naar hetbuitenland uitslaan. 'Zowel in Europa als in Amerika hebben we nog wel wat witte plekken.' Rector Klein vindt echter dat het belang van netwerken niet mag worden overschat. 'Samenwerking tussen universiteiten ontstaat toch voornamelijk door bilaterale relaties. Op onderzoeksgebied bijvoorbeeld door contacten van leerstoel tot leerstoel. Dat neemt niet weg dat we de faculteiten proberen te stimuleren samen te werken met buitenlandse universiteiten.'

Het opbouwen van die contacten noemt Klein 'niet eenvoudig'. 'Tussen willen en kunnen zit een wereld van verschil. Probleem is dat Duitsland niet echt attractief is. Bovendien hebben we natuurlijk met een taalbarrière te maken', zegt de rector, die zelf alleen Duits spreekt.'

De academische vrijheid van hoogleraren in Duitsland is enorm. Zij mogen zelf bepalen wat en hoe ze onderwijzen. Dit is een bij wet vastgelegd gevolg van het Hitler-tijdperk. Nooit meer mocht het gebeuren dat de staat zich zou bemoeien met de academische wereld. De Duitse universiteiten hebben derhalve jarenlang in een riante positie verkeerd. De staat betaalde en de universiteiten bepaalden. Maar daaraan komt langzamerhand een einde. De staatsfinanciering loopt terug. UniDo probeert dit op te vangen door het derde geldstroom onderzoek te stimuleren. Vakgroepen die geld binnenbrengen worden beloond. Omdat dit voor de geesteswetenschappen een stuk moeilijker is dan voor de technische richtingen, is er voor hen een bonus.

'UniDo doet het goed', is de mening van hoogleraar Kunzmann. Hij ziet geen echte bedreigingen. De grootste vijand voor de universiteit is de universiteit zelf. De onbeweeglijkheid van de wetenschappers, de jaloezie tussen faculteiten en de wetenschappelijke arrogantie. 'Het aanbod van de universiteit beantwoordt nog niet voldoende aan de vragen van de maatschappij. We hebben een lange termijn visie nodig. Daar ontbreekt het aan.'

Het monorailkarretje vervolgt zijn weg. Reizigers komen af en aan. Het is vier uur. Twee uur later zal de universiteit uitgestorven zijn. Medewerkers en studenten haasten zich naar huis. Terug naar de vrienden die ze al hun hele leven kennen, de voetbalclub waar ze sinds hun achtste lid van zijn en de kookpot van moeder of vrouw. Het karretje kraakt nog steeds vervaarlijk. Maar van onderaf bezien is het eigenlijk best een grappig ding.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.