Studenten moeten de vrijheid krijgen zelf te bepalen hoe lang ze studeren, welke vakken ze volgen en welke didactische vormen ze voorgeschoteld krijgen. Om te voorkomen dat die vrijheid in chaos ontaardt, moeten ze individuele 'onderwijsafspraken' maken met hun opleiding.
Dat schrijft het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) in het boekje `Onderwijs à la carte', dat vandaag aan minister Ritzen wordt aangeboden. Hoger onderwijs is te veel een eenheidsworst, vindt het ISO. Studenten zijn gedwongen te 'eten wat de pot schaft'. Ze moeten grotendeels voorgeschreven vakken volgen. Regels op het gebied van studiefinanciering dwingen hen dat in een straf tempo te doen. Studeren wordt zo een studiepuntenjacht.
Dat moet anders, aldus het ISO. Studenten moeten bijvoorbeeld de vrijheid krijgen hun studie te verbreden of te verdiepen met extra vakken of stages. Wie zijn studie wil uitsmeren over meer dan vier jaar of er juist sneller doorheen wil, moet daarvoor de ruimte krijgen. Onderbrekingen van de studie, bijvoorbeeld om een paar jaar te gaan werken, moeten ook tot de mogelijkheden behoren.
Die flexibiliteit stelt hoge eisen aan de programmering van de opleiding. Daarom stelt het ISO voor dat studenten die van de gebaande paden afwijken individuele `onderwijsafspraken' maken met hun opleiding. Daarin wordt vastgelegd wanneer de student welke vakken gaat volgen, welke studiebegeleiding hij kan verwachten en dergelijke.
Het huidige studiefinancieringsstelsel moet op de helling om zulk gedifferentieerd onderwijs mogelijk te maken. Dat stelsel dwingt studenten namelijk om, liefst zonder onderbreking, in maximaal zes jaar af te studeren.
Het ISO zegt verder dat studenten een studieuitkering moeten krijgen van het ministerie van Sociale Zaken. Die moet genoeg zijn om in het levensonderhoud te voorzien en mag niet afhankelijk zijn van studieprestaties. Het ministerie van Onderwijs moet voortaan alleen zorgen dat studenten hun studiekosten kunnen dekken.