'Misdaadbestrijding begint op wijkniveau'

| Redactie

Een politieman als collegevoorzitter bleek voor de UT niet haalbaar, een politieman als prof wel. Sinds 1 juli is dr. Kees van der Vijver (49) deeltijdhoogleraar Politiestudies bij Bestuurskunde. De leerstoel wordt gefinancierd door de Regiopolitie Twente. Een interview.

'Iedere jongen wil politieagent worden, maar normaal groei je daar overheen. Ik dus niet.' Dat zegt Van der Vijver over zijn politiecarrière, die in 1966 begon toen hij als 18-jarige op de politie-academie arriveerde. Het spannende beroep trok, maar het was ook idealisme. 'Mij interesseerde het vraagstuk van veiligheid: hoe voorkom je criminaliteit?'

Van der Vijver kent het vraagstuk inmiddels van alle kanten. Hij was inspecteur van politie in Velsen, hoofdinspecteur en onderzoeker bij het ministerie van binnenlandse zaken, commissaris van politie en organisatieadviseur bij de gemeentepolitie in Amsterdam. Tegenwoordig is hij directeur van de Stichting Maatschappij, Veiligheid en Politie (SMVP), een 'onafhankelijke denktank op het raakvlak van politie en samenleving'.

Het was een logisch pad. Van der Vijver heeft er drie jaar surveillance- en twee jaar recherchewerk op zitten, maar het echte opsporingswerk was niet aan hem besteed. Die ene moordzaak die hij op mocht lossen was interessant, maar woog niet op tegen de dagelijkse stortvloed aan ellende in het gewone politiewerk. 'De romantiek van het vak heb ik nooit zo gezien.'

Oppervlakte

Bovenal miste Van der Vijver in het werk de reflectie. 'Je blijft teveel aan de oppervlakte van de problemen zitten. Ik was geïnteresseerd in oorzaken.' Het werd dus de wetenschap: hij deed van 1971 tot 1976 de vrije studierichting recht (strafrecht en criminologie) in Groningen en Nijmegen, en promoveerde in 1993 in de sociale wetenschappen in Amsterdam.

In de loop van zijn dertigjarige carrière heeft Van der Vijver grote verschuivingen in de relatie tussen politie en maatschappij meegemaakt. De jaren zestig-zeventig waren de tijd van de confrontatie: Damslapers, Nieuwmarktrellen, krakers, harde demonstraties tegen kernkoppen en kernenergie. 'Veiligheid op zich was toen overigens nog geen issue. Criminaliteit werd minder als bedreigend ervaren dan tegenwoordig.'

Vijand

De jaren tachtig waren de tijd van de consensus. In 1983 was het nog heel wat om een nieuw wijkagententeam in het Amsterdamse krakersbolwerk Staatsliedenbuurt te beginnen. Maar de verhoudingen normaliseerden. 'Links en rechts zijn inzake politie en veiligheid naar elkaar toegegroeid.' Die consensus weerspiegelt een algemeen-maatschappelijke tendens, maar een 'gezamenlijke vijand' (de oprukkende criminaliteit) helpt wel.

'Je merkt de verschuiving vooral duidelijk in de Amsterdamse grachtengordel waar veel linkse intellectuelen wonen. Vroeger waren ze zeer kritisch ten aanzien van politie en justitie, toen begonnen ze opeens eisen te stellen ten aanzien van de eigen veiligheid', glimlacht Van der Vijver.

Is die fixatie op law en order terecht? 'De feitelijke onveiligheid is tot halverwege de jaren tachtig gestegen, daarna gestabiliseerd en afgenomen. We zitten nu op hetzelfde niveau als begin jaren tachtig. Géén algemeen stijgende lijn dus.' De onveiligheidsbeleving is een ander verhaal. 'De maatschappelijke onrust daarover blijft groeien. Er is een duidelijke verschuiving in de richting van méér repressie.'

Feiten en gevoelens hangen niét samen. 'Onveiligheidsgevoelens hebben meer te maken met de veranderende etnische samenstelling van oude wijken en media-aandacht voor open grenzen, drugssmokkel en oprukkende maffia dan met realiteit. De politie moet dan ook niet denken dat het terugdringen van criminaliteit die onveiligheidsgevoelens kan verminderen.'

De politie moet onveiligheidsgevoelens echter niet negeren. Zij dient daarom niet alleen daders te vangen, maar ook aandacht te geven aan slachtoffers. Bij een inbraak dus niet volstaan met de aangifte, maar ook even gaan kijken, al levert dat opsporingstechnisch gezien niets op. 'Twintig jaar geleden hadden we nauwelijks begrip voor de emoties van het slachtoffer. Hij was slechts vertrekpunt voor de juridische procedure.'

Naggen

Een belangrijke maatschappelijke omslag is volgens Van der Vijver drie, vier jaar geleden opgetreden. 'Er ontstond toenemende twijfel aan de integriteit en effectiviteit van het politieapparaat. Door een aantal domme fouten (ongeoorloofde opsporingsmethoden, gerommel met processen-verbaal en vormfouten) is de politie ernstig in diskrediet geraakt.'

Wat vindt hij zelf van de integriteit van de politie? 'De IRT-affaire is een incident. Veel korpsen zijn hard gaan optreden tegen normafwijkend gedrag, naggen in het jargon. Er worden jaarlijks vele tientallen agenten ontslagen. Er is wel degelijk wat loos, maar er wordt aan gewerkt.'

De IRT-affaire heeft Van der Vijver intensief gevolgd. 'De omvang van de zaak plus het feit dat de betrokkenen zo geïsoleerd hebben geopereerd hebben me verbaasd, nièt het verschijnsel op zich. Het is bekend dat de Verenigde Staten grote invloed hebben op de handhaving in Nederland. The eagle has landed, wordt wel gezegd (de Amerikaanse arend staat symbool voor de wereldwijd opererende Drug Enforcement Agency DEA).'

Is de zaak goed afgehandeld? Hadden er geen koppen moeten rollen? 'Het feit dat het departement vanuit een strikt juridische benadering alleen nalatigheid heeft geconstateerd staat symbool voor de oude manier van werken. Ik snap dat mensen dat oneerlijk vinden. In het bedrijfsleven gaat dat heel anders. Ikzelf zou overigens in het geval van Straver (de korpschef van Kennemerland) zijn opgestapt. Je moet als verantwoordelijke weten wat je medewerkers doen. Dat hoort toch bij je professionaliteit.'

Wat vindt hij zelf van bijzondere opsporingsmethoden zoals inkijkoperaties, infiltratie in criminele bendes en uitlokking? 'Ik vind dat je strikt moet afbakenen, maar niets op voorhand uitsluiten.' Overigens tapt de Nederlandse politie meer telefoons af dan wie ook. 'Misschien doen we dat al te gemakkelijk. Aan de andere kant mocht de politie jarenlang wel telefoons aftappen maar geen fax, en dat is natuurlijk absurd.'

Cynisme

De vele rellen en affaires - recentelijk weer de kwestie rond de Rotterdamse korpschef Brinkman - hebben volgens Van der Vijver diepe wonden geslagen binnen het politieapparaat. 'De politie staat vrij geïsoleerd en zoekt dus interne solidariteit. Hoe meer kritiek vanuit de maatschappij op haar functioneren, hoe meer zwijgzaamheid, wrok en cynisme.'

Hoe staat het intussen met de effectiviteit van de politie? Een moeilijke vraag, vindt Van der Vijver, want onderzoeken naar het effect van misdaadbestrijding leveren niets op. 'Rond 1980 waren we vrij somber. We dachten: wat je ook doet, nothing works. Pas in de jaren tachtig begonnen de resultaten te verbeteren. En dat heeft steeds te maken met een kleinschalige, wijkgebonden aanpak: aandacht geven aan onveiligheidsgevoelens, problemen snel aanpakken. Misdaadbestrijding begint op wijkniveau.'

Fixing broken windows, zo heet deze benadering in Amerika. 'De gedachte isdat elke criminele carrière begint met kattekwaad dat van kwaad tot erger gaat, tot de politie een keer hard ingrijpt. Je moet echter niet zo lang afwachten. Een beetje aandacht kan de escalatie voorkomen.'

Van der Vijver verwijst naar SMVP-proefprojecten over opbouwwerk en preventie in Arnhem, Deventer en Zwolle, die de 'zelfredzaamheid' van de bevolking moeten bevorderen. 'Vroeger was veiligheid een exclusieve overheidstaak. Burgers mochten alleen ogen en oren van de politie zijn. Tegenwoordig willen we dat de bewoners ook zelf de veiligheid in hun wijk aanpakken. Via deze projecten willen we ze daarbij ondersteunen.'

Cybercash

Dat neemt niet weg dat de politie ook de georganiseerde misdaad (wereldwijd 500 miljard dollar winst) in de gaten moet houden. 'De invlechting van de misdaad in de samenleving is in Nederland lang niet zover voortgeschreden als in Italië, maar je moet de vinger aan de pols houden. Zo neemt het aantal afrekeningen in criminele milieus toe. Misdaad die uit de hand gaat lopen, is nog maar moeilijk terug te dringen.'

Kennis is daarbij essentieel: je moet weten wat er speelt. Daarom houdt de SMVP zich bijvoorbeeld bezig met de opkomst van nieuwe, technologisch geavanceerde vormen van criminaliteit, zoals cybercash. 'Internet kan een enorme stimulans voor de georganiseerde misdaad zijn: grote sommen deels virtueel zwart geld die ongehinderd alle grenzen kunnen passeren.'

Zorgwekkend blijft volgens Van der Vijver het functioneren van de 'justitiële keten' (preventie, opsporing, vervolging, detentie, reclassering). 'Die keten is in de praktijk een ramp. Iemand begaat een misdrijf en komt pas twee jaar later voor de rechter: dan kun je toch nauwelijks van een keten spreken. Als strafrecht al zin heeft, dan alleen als het snel gaat.' Of daders vrijlaten wegens cellengebrek: 'Zoiets is burgers niet uit te leggen. Er zijn grenzen aan wie je vrij kunt laten rondlopen.'

Qua repressie is er inmiddels zeker het nodige gebeurd. We zijn al veel harder gaan straffen, maar hoe harder je straft, hoe harder de roep om nog harder te straffen. En we zijn al van circa vierduizend cellen begin jaren tachtig naar 16 duizend cellen nu gegaan, aldus Van der Vijver.

Op zichzelf is nooit bewezen dat strenger straffen leidt tot minder criminaliteit. De Amerikaanse aanpak verdient daarom geen voorkeur. 'Daar maakt in sommige staten het three strikes and you're out principe opgang: na drie veroordelingen krijg je automatisch levenslang. En dat kan dus voor een winkeldiefstalletje zijn. Dat is buiten alle morele proporties.'

Van der Vijver gaat bij BSK onderwijs verzorgen voor het vrij doctoraal veiligheidsstudies. Daarnaast zal hij binnen het Internationaal Politie Instituut Twente (IPIT) onderzoeken wat de burger nu van de politie verwacht. Dit in reactie op de Politiemonitor, een tweejaarlijks 'klantenonderzoek' dat vaak tegenstrijdige resultaten oplevert. 'Mensen zeggen dat de politie zware criminelen moet opsporen, maar hun prangendste veiligheidsproblemen blijken eerder vandalisme en hondenpoep te zijn.'

Prof.dr. C. van der Vijver (BSK): 'Justitiële keten is een ramp.'
Prof.dr. C. van der Vijver (BSK): 'Justitiële keten is een ramp.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.