De zomer van 1990 was mijn absolute top qua vakantiegeluk. Ik bevond me in de buurt van Boston in Amerika. Elke dag een heerlijk zonnetje, lekkere temperaturen. Ik werkte in een kamp waar ik een leuke meid had leren kennen. We waren veel bij elkaar, praatten hele nachten door. Ongelofelijk, met hoe weinig slaap een mens soms toe kan! Mijn leven kon niet meer stuk. Zelfs hevige stortbuien onderweg konden onze stemming niet bederven. Hoewel we koud en doorweekt waren, vlamde de liefde binnen ons op.
Maar na drie maanden kwam er een einde aan ons samenzijn, want ik moest terug naar Nederland. Toch bleven we contact houden. We hadden vele gesprekken per telefoon. Sommige weken haalden we een gemiddelde van een uur per dag. Dat ik daarvoor mijn studie even neer moest leggen om te gaan werken voor die telefoonrekeningen, vond ik geen probleem.
Uiteindelijk besloten we om niet langer op deze manier verder te gaan. Het kostte ons te veel energie en geld. Dus zijn we bij elkaar gaan wonen. Dat bevalt nog steeds. We zijn intussen al weer bijna twee jaar getrouwd.