De andere EU-landen stonden aanvankelijk sceptisch tegenover een sociale paragraaf. Het feit dat een probleem zich in heel Europa voordoet, wil nog niet zeggen dat het ook op Europees niveau opgelost moet worden. Hondenpoep is ook in heel Europa een bron van ergernis, maar de drol waar u in stapt komt toch altijd gegarandeerd van een hond uit uw eigen wijk. Dit probleem moet u met uw buren oplossen, niet met de Europese Ministerraad.
Hetzelfde geldt voor de werkgelegenheid. De Europese werkloze zoekt passende arbeid in zijn eigen regio, geen Arbeitseinsatz ergens verweg over de grens. Europa kan daar niets aan doen. Nee, zelfs wanneer je dat op nationaal niveau probeert te organiseren gaat het vaak nog mis. Dat leidt dan tot uitzichtloze geldverslindende steunoperaties aan een handvol reeds hersendode grote bedrijven (RSV, DAF, Fokker), met totale verontachtzaming van de motor van de lokale werkgelegenheid, het midden- en kleinbedrijf. Of, als de nationale politiek zich echt populair wil maken, het opzetten van een oorlogsindustrie. In Frankrijk zijn beide varianten nog steeds dagelijkse praktijk.
Dat de Top in Amsterdam uiteindelijk toch accoord ging met het Franse voorstel was omdat de Fransen in dit geval wel een beetje het gelijk aan hun zijde hadden. De Euro kan niet los gezien worden van het werkgelegenheidsprobleem, omdat de invoering van de Euro grote sociale gevolgen heeft. Straks hoeft er geen geld meer gewisseld te worden, dus bij de valutadesken van alle Europese banken mogen massale ontslagen worden verwacht. Maar vervangende arbeid is nu dus al gevonden. Het overtollige bankpersoneel mag de hele dag in een gigantische berg kleingeld gaan zoeken naar de juiste combinatie van munten om het lullige bedrag bijeen te krijgen dat met een sociale uitkering nog kan worden besteed.