Dennis Straat heeft al heel wat van Europa gezien. Het bestuurslidmaatschap van Lymec, de Liberal and Radical Youth Movement of the European Union, heeft daar zeker aan bijgedragen. Lymec is de overkoepelende organisatie van liberale- en democratische politieke jongerenpartijen in Europa. Een oosteuropa reis van de JovD (de Nederlandse liberale jongerenpartij) naar de Baltische staten en de daaruit voortvloeiende contacten, zorgden voor zijn eerste intensieve kennismaking met het integratieproces dat in Europa gaande is: 'Die mensen daar kwamen net onder het juk van overheersing van de voormalige Sovjet-Unie vandaan en wilden echt wat maken van de veranderingen in het land. Ze hadden net het vrijhandelsaccoord getekend en dat was echt de enige mogelijkheid om de landen uit het slop te trekken.'
Ideale stage
Dit aan den lijve ondervinden wat Europese integratie betekent sprak Straat geweldig aan. Via persoonlijke contacten in Vilnius en universitaire banden met de universiteit van Riga, wist hij een naar eigen zeggen ideale stage te regelen in de Baltische staten: 'Ik kon daar rondreizen en spreken met wie ik maar wilde en verdiende driemaal zoveel als het gemiddeld salaris in die landen.' Nu, goed twee jaar later, zou hij nog wel eens terug willen om te zien hoe de landen veranderd zijn.
Gaandeweg werd het proces van Europese integratie een belangrijk onderdeel van zijn dagelijks leven. Niet alleen omdat hij als president van Lymec betrokken was bij veel grensoverschrijdende thema's en activiteiten van jongeren, maar het werd ook het onderwerp van zijn afstudeerscriptie. Zijn studie naar krachten die het integratieproces tegenwerken is de Nederlandse bijdrage voor een internationaal onderzoeksproject naar disintegrative trends in Europe voor het European Consortium for Political Research (ECPR), een Europese organisatie van onderzoekers van faculteiten politieke wetenschappen. De faculteit Bestuurskunde van de UT participeert daar ook in.
Verkeken
Straat: '99 procent van de studies die in het kader van Europa zijn verricht, gaan over factoren die de samenwerking ten goede komen. En met name in Nederland wordt Europese integratie beschouwd als iets normaals. De ondertekening van het Verdrag van Maastricht in 1992 markeerde echter een omslag in de houding van veel betrokkenen. Het ontwikkelen van een gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid en samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken zijn meer politiek geladen dan het creëren van een gemeenschappelijke markt. Nederland heeft zich daar indertijd misschien wat op verkeken, want de oorspronkelijke tekst ging veel verder dan wat er toen uiteindelijk is overeengekomen.' Serieuze stromingen die de Europa weer willen laten terugkeren in de voor-oorlogse situatie, heeft Straat niet gevonden in Nederland. Vandaar dat hij zich is gaan bezighouden met krachten die het integratieproces proberen te vertragen. 'Veelal komen die krachten voort uit angst om de soevereiniteit of culturele identiteit te verliezen, maar het is ook een kwestie van aandacht die er in de media wordt besteed aan het integratieproces. Kritischer en selectiever zijn de berichten die we dagelijks vernemen vanuit Brussel. Bovendien is er elke avond Den Haag Vandaag, maar voor Brussel-deze-Week, ofzo, is geen animo bij de nieuwsredacties.'
Citaat
Straat is van mening dat het Europese integratieproces het meest dynamische en interessante proces is op dit moment. Citaat uit zijn voorwoord bij de scriptie: 'Ik vind het jammer dat zoveel (jonge) mensen dit proces afdoen als oninteressant. Iedereen zou de uitdaging moeten voelen om te deel te nemen aan dit proces en er de vruchten van te plukken. Europa wordt relatief steeds kleiner. Het bereidt ons voor op de uitdagingen van de toekomst.'
Dat zijn afstuderen hem ruim zestien maanden heeft gekost is niet alleen te wijten aan de omvang en complexiteit van het onderwerp. Nevenactiviteiten in de politiek maakten dat hij zich niet altijd voor honderd procent met zijn studie kon bezighouden. Zijn politieke carrière begon namelijk al twee jaar geleden bij de verkiezing tot VVD statenlid van de Provinciale Staten van Overijssel. Als portefeuille houder van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening is hij behoorlijk wat tijd bezig met zich inlezen en zich te profileren als fractiespecialist. Oorspronkelijk komt hij niet uit de provincie Overijssel, maar dat ervaart hij niet als gemis: 'Je krijgt voldoende te horen en te lezen om je een goed oordeel te kunnen vormen.' @tk=Leeftijd
Gemiddeld is de leeftijd in provinciale staten zo'n vijftig jaar. Wil je wat veranderen, dan kan dat slechts marginaal en de opkomst bij statenverkiezingen is de laatste jaren gedaald tot een absoluut dieptepunt. Is dat niet de verkeerde plaats voorzo'n ambitieus persoon? Straat: 'De provincie is een interessant bestuurlijk tussenniveau tussen gemeenten en het Rijk. De primaire taak is coördineren en stimuleren. Op den duur zou ik schaalvergroting wel nuttig vinden. Maar als burger heb je er niet veel direct mee te maken. Dan moet je als statenlid realistisch blijven en niet de ambitie hebben om burgers meer bij het beleid te betrekken.'
Flexibel
Desalniettemin behoudt Straat graag zijn politieke geloofwaardigheid en is hij vast van plan om zijn zittingstermijn tot 1999 uit te zitten. Dat dat een belemmering is bij het zoeken van een baan is hij zich bewust. Toch verwacht hij geen al te grote problemen bij het vinden van een betrekking: 'Ik ben gewend om me flexibel op te stellen.' Het liefst zou hij bij een adviesbureau terecht komen. Ervaring opdoen met de cultuur van het bedrijfsleven en het liefst met een link naar de overheid. Maar dan wel buiten de provincie Overijssel, want als hij een ding wil voorkomen is het wel de schijn van belangenverstrengeling. En het zou natuurlijk wel heel mooi zijn als die baan ook nog iets met Europa te maken had. Maar misschien zijn dit wel wat te veel wensen bij elkaar. Maar ja, je bent ambitieus of je bent het niet.
![]()