Voor het eerst sinds jaren heeft minister Ritzen goed nieuws over het wachtgeld, zoals de uitkeringen voor werkloze docenten heten. Vorig jaar was hij 1,2 miljard gulden kwijt aan deze uitkeringen en de komende jaren zou dat bedrag zelfs oplopen tot 1,6 miljard, zo werd eind 1996 gewaarschuwd in het rapport De jaren tellen. Dure vijftig-plussers met een uitkering zouden de stijging veroorzaken. Maar uit nieuw onderzoek blijkt dat er tegenwoordig minder ouderen in het wachtgeld belanden. Tegelijk vinden meer bestaande wachtgelders van boven de vijftig jaar weer een baan. Deze meevaller wordt overigens teniet gedaan door een stijging van het aantal jonge docenten dat werkloos wordt.
Toch verwacht Ritzen dat de wachtgelduitgaven op het niveau van 1996 blijven. In de komende jaren ligt er volgens hem zelfs een daling in het verschiet. Ritzen baseert zijn hoop op studies van het Instituut voor toegepaste sociale wetenschappen (ITS) en het Nederlands interdisciplinair demografisch instituut (NIDI). Maar het rooskleurige scenario zal pas werkelijkheid worden, zo waarschuwt de bewindsman, als hij mag snoeien in de hoogte en de duur van de wachtgelduitkeringen. Dat voornemen kondigde Ritzen aan toen de Tweede Kamer hem ter verantwoording riep voor de sombere voorspellingen in 'De jaren tellen'.
De Kamer is het met Ritzen eens dat een ingreep in de hoogte van de wachtgelduitkeringen onvermijdelijk is. Maar docenten die al een uitkering hebben, moet hij met rust laten. Bovendien willen de fracties eerst op de hoogte worden gebracht van de precieze uitwerking van Ritzens plannen. En zover is het nog niet, want daarover onderhandelt Ritzen nog met de vakbonden.
