Niels Bügner (3e jaars CT&M) heeft voor de schuld- optie gekozen: 'Als ik afstudeer heb ik een schuld van meer dan 35.000 gulden. Dat is wel veel ja, maar wat doe je d'r aan. Ik krijg helemaal niks van mijn ouders en studeren kost nou eenmaal op z'n minst f 1100 per maand. Ik betaal per maand 350 piek voor mijn kamer, ongeveer 100 aan boeken, 200 piek aan collegegeld, 70 gulden voor m'n computer en ik gebruik zeg maar 375 gulden per maand voor levensonderhoud. Dat is nog exclusief kleren kopen en uitgaan. Daarvoor heb ik mijn bijbaantje. Ik werk ter financiering van mijn plezier, zou je kunnen zeggen. Voor de kleine 80 gulden die ik per week aan stappen uitgeef. Trouwens, als je gaat werken moet je dat niet in Twente doen. Hier betalen ze veel te weinig. Ik werk op Schiphol in de cargo. Met een beetje geluk en wat overuren verdien ik f 275 per dag. Daar hoef je in Enschede niet om te vragen.'
'Ja, ik verdien ook bij om af en toe eens flink uit te kunnen gaan. Zaterdag naar Dika in Markelo als ik niet hoef te werken, en door de week in ieder geval één avond in Enschede.' Joost den Herder (1e jaars TBK) zegt het met een niet al te vrolijk gezicht. 'Ik ben afwashulp in het Lössehoes in Holten, op zaterdagavond van vijf uur 's middags tot drie uur 's nachts, en dat is zwaar, en lang niet altijd even leuk werk. Ik verdien een tientje netto per uur. Dat lijkt misschien weinig maar het is nog altijd een paar gulden boven het minimum jeugdloon voor 19-jarigen.' Voor de rest heeft Joost het financieel redelijk ruim. 'Mijn ouders weigeren mijn uitgaanskosten te betalen maar voor de studie krijg ik per maand een behoorlijk bijdrage en ze betalen mijn collegegeld. Met de basisbeurs erbij kan ik goed rond komen.'
Geen pretje
Esther Hardenberg en Lianca Ruiter (beiden in hun doctoraal TCW) gaan er goed voor zitten. Rondkomen is tegenwoordig geen pretje en daar willen ze graag over praten. Lianca: 'Wij hebben het ook nog extra moeilijk omdat wij in vergelijking met andere studies ontzettend veel geld kwijt zijn aan boeken. Op z'n minst 700 gulden per trimester. En omdat TCW een nieuwe opleiding is kunnen we nergens tweedehands boeken kopen. Bovendien is het curriculum geen jaar hetzelfde, waardoor we volgend jaar onze boeken niet door kunnen verkopen.' Esther vult aan: 'Op die manier ben je zo door je geld heen. Ik sta tegenwoordig èn bij de giro èn bij de bank rood. Soms heb ik geen idee waar m'n geld blijft. Snoepjes, koekjes of andere duurdere dingen zijn er niet meer bij en nieuwe kleren heb ik al in geen maanden gekocht." Niet dat Esther niet meer vrolijk is ofzo, maar financiële kopzorgen heeft ze wel een beetje. Esther: 'Weet je wat het is, je krijgt de kans niet om een beetje relaxed te leren je eigen leven helemaal alleente leven. De overgang tussen VWO en universiteit is te groot. Je moet veel meer en zelfstandiger studeren, je gaat op kamers dus je moet ook je huishouden zelf regelen en je hebt al zo weinig geld. Daar komt nog bij dat ik voordat ik ging studeren nog nooit rood had gestaan. Rationeel weet je wel dat dat in studentenkringen heel normaal is, maar het voelt toch niet goed. Zeker niet als je in de winkel staat en tijdens het pinnen blijkt dat er geen geld op je rekening staat. Tja, en eigenlijk moet je dan bijverdienen om de tekorten aan te vullen. Harstikke mooi natuurlijk, alleen wanneer je werkt kun je niet studeren. En om nou alle sociale contacten aan de kant te zetten, dat doe je ook niet. Ik mag toch wel één avond per week naar Taste?'
Planning
'Alles staat of valt met een goeie planning en regelmatig studeren.' J. Melief, een van de decanen op de UT, herkent de problemen onmiddellijk. 'De kloof tussen UT en VWO is inderdaad groot. Zeker bij een aantal zware technische studies. Studenten die op het VWO zonder al te veel inspanning zessen en zevens sprokkelden, halen op de universiteit plotseling helemaal niks meer. En dan zijn de prestatiebeurs en de temponorm ontzettend hard. Je kunt je geen vergissing meer veroorloven. Zodra je een jaar verspeelt, bijvoorbeeld omdat dat de studie niet helemaal bij je past, moet je meteen een jaar lenen. Om al helemaal niet te spreken van de studenten die na vier jaar besluiten te stoppen. Die moeten alles terugbetalen, ook al hebben ze al die vier jaar nominaal gestudeerd. De diploma-termijn is echt een ramp.' Vandaar ook dat de decanen voortdurend benadrukken dat je ten alle tijde een flinke studievoortgang moet zien te halen. Melief: 'Kijk, nominaal studeren komt heel weinig voor, maar een normale student met een goed verstand, die vijf dagen per week zes tot acht uur serieus studeert, kan genoeg studiepunten halen. Als je regelmatig en efficiënt studeert hou je zeeën van tijd over om bestuurswerk te doen of bij te verdienen.'
Twee baantjes
Gert Jan Fernhout is zo'n student die door middel van een strakke planning genoeg tijd over houdt om bij te klussen. Hij heeft maar liefst twee baantjes. Gert Jan: 'Ik bestel op zaterdag morgen de post -op zich leuk werk, alleen je moet zo verschrikkelijk vroeg op- en ik werk daarnaast nog af en toe voor de studentenhuisvesting op de campus. Qua studie loop ik bijna nominaal, ik moet nog een vak uit de propaedeuse en nog twee uit mijn D-1. Ik hou genoeg tijd over om bij te klussen èn om leuke dingen te doen natuurlijk. Maar ik studeer dan ook Bestuurskunde, misschien scheelt dat.'
Esther en Lianca denken nog een andere zorgelijke trend te signaleren. Veel studenten gaan niet meer op vakantie. Ze gaan of de hele vakantie werken om bijvoorbeeld hun collegegeld te kunnen betalen, of ze gaan een weekje of weekend goedkoop in Nederland kamperen. Lianca: 'Studenten die ver en duur op vakantie gaan, doen dat vaak met hun ouders of worden op z'n minst door hen gesubsidieerd.'
Inderdaad ja, ouders zijn soms best handig. Die willen nog wel eens een periodieke financiële bijdrage leveren. En dat is nou ook precies de tactiek van Martijn Hildebrand (3e jaars Europese bestuurskunde). 'Al het geld dat ik na de strikt noodzakelijke uitgaven over houdt gaan op aan stappen. Inclusief het geld dat ik verdien met een dagje posters plakken voor de Twentse Schouwburg. Ik zit minstens één keer per week een avond in de Geus en ook bijna elke week een avond in de sociteit van AEGEE. Voor zoiets als kleren houd ik dus geen geld over. Maar daar hebben we wat op gevonden. Af en toe komt mijn moeder naar Enschede en dan gaan we gezellig samen winkelen.' Dat moeders op die manier ook inspraak heeft in hetaanschafbeleid vindt Martijn niet zo'n probleem. 'Bovendien hebben we ongeveer dezelfde smaak. We lopen bij wijze van spreke samen rechtsaf de Cool Cat voorbij, voor de HEMA langs, naar HIJ.'
Volgens Femke Merkx (6e jaars WWTS) is een studentassistentschap ongeveer de meest lucratieve bijbaan die er voor studenten te vinden is. Hoeveel ze precies per uur overhoudt weet ze niet, maar het ligt in de buurt van de twintig gulden. Femke: 'Op die manier kun je van vijf maanden lang, drie dagen per week werken redelijk sparen.' Femke is overigens niet uit geldnood met haar studentassistentschap begonnen. 'Het leek mij vooral ontzettend leuk en interessant om te doen. Ik ben namelijk een dictaat voor het nieuwe vak filosofie en sociologie van de technische wetenschappen aan het schrijven. Voor de vakgroep Filosofie van Wetenschap en Techniek waar ik ook bij ga afstuderen. Dus dat komt mooi uit. Kan ik alvast de vakgroep leren kennen en mij tegelijkertijd oriënteren op literatuur die ik kan gebruiken.'
Uit een studenten-enquête, gepubliceerd door Elsevier, blijkt dat tegenwoordig tweederde van de studenten inkomsten geniet uit werk. Dat was voor 1995 nog minder dan 20 procent. Gemiddeld bedraagt dit inkomen f273 per maand. Volgens Christel Grimbergen, voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb), komt dit vooral omdat het voor studenten steeds lastiger is om hun huishoudboekje sluitend te krijgen. 'Natuurlijk had Ritzen al lang voorzien dat het voor een aantal studenten wel eens krap zou kunnen worden. Dus toen hij in '95 de beurs verlaagde bedacht hij dat studenten zomaar % 15.000,= per jaar bij mochten verdienen. Iets wat studenten dan ook massaal gingen doen, ze konden niet anders. Het gevolg is dat het studierendement, sinds de verlaging van de basisbeurs en de invoering van de prestatiebeurs, eerder lager dan hoger is geworden. En wat vaak wordt vergeten: in plaats van alle bijklussende studenten zouden ook ongeveer 100.000 werklozen aan de slag kunnen.'
Onder het motto: niet zeuren maar bijverdienen, stresst de gemiddelde student door zijn of haar studie. In de verwachting dat daarna een goedbetaalde baan in hart verschiet ligt. Echt zorgeloos blijkt het allemaal niet.
![]()
Martijn Hildebrand: ....met posters plakken....
![]()
Gert Jan Fernhout: ...erg vroeg op als postbode...