De vakbonden ABVAKABO, HOP en VAWO vinden dat het CvB hen bij de keuze voor een medezeggenschapsstelsel ten onrechte heeft gepasseerd. VAWO-voorzitter Pieter Fokkink stelt dat het college weigerde met de bonden een 'open en reëel' overleg te voeren dat was gericht op overeenstemming. 'Het CvB heeft van meet af aan gezegd dat de keuze zijn bevoegdheid was. Alleen de raad van toezicht had er volgens het college nog iets mee te maken', aldus de voormalige U-raadvoorzitter. 'Het is toch een rare zaak dat de keuze van een medezeggenschapsstelsel voor studenten en medewerkers eenzijdig wordt opgelegd door het college.'
De wet die de nieuwe bestuursorganisatie van de universiteiten regelt, laat de keuze van het medezeggenschapsstelsel inderdaad over aan het CvB en de raad van toezicht. Ritzen heeft de colleges in april wel geschreven dat er voor hun keuze voldoende draagvlak binnen de organisatie moet zijn.
Dit betekent volgens de bonden dat het CvB serieus overleg met hen had moeten voeren. Het college ontkent dit. Formeel is er daarom geen sprake van een conflict. Derhalve kon de advies- en arbitragecommissie niet om arbitrage worden gevraagd en blijft het bij een, niet bindend, advies.
Als de benodigde stukken op tijd binnen zijn, behandelt de commissie de zaak tijdens de zitting van 12 juni. Een uitspraak zou dan begin juli verwacht kunnen worden.
Alle vakbonden, dus ook de CFO, hebben de raad van toezicht eind mei laten weten dat volgens hen binnen de UT voor een gedeelde medezeggenschapsstructuur geen draagvlak is. Deze boodschap kreeg de RvT ook al van de U-raad en deze week dus opnieuw van de SRD. De raad van toezicht vergadert 13 juni in Utrecht.