Onderzoekers uit Nijmegen, Groningen en Amsterdam (UvA en VU) gaan samen een studie doen naar de biologische oorzaken en de mogelijke behandeling van dyslexie, ofwel leesblindheid. Tien jaar lang wil men de taalkundige, psychologische en neurologische ontwikkeling van honderden kinderen volgen. Landelijk onderzoeksfinancier NWO steekt zes miljoen in dit programma.
Omdat kinderen van dyslectische ouders vaak zelf ook lees- of
woordblindheid ontwikkelen, kunnen de onderzoekers zich speciaal richten op kinderen met een 'verhoogd risico' om dyslectisch te worden. Een probleem is alleen dat pas op negenjarige leeftijd goed te bepalen valt of iemand al dan niet dyslectisch is.
In het nieuwe onderzoekprogramma wil men daarom driehonderd kinderen van zulke ouders vanaf hun eerste jaar gaan volgen. In die periode krijgen ze geregeld hersenonderzoek, tests van hun oogbewegingen en geheugen- en leestests. Tegelijk gaat men op zoek naar de vermoedelijke erfelijke factoren die dyslexie veroorzaken, door vergelijking van de genetische code van broers en zussen die al dan niet dyslectisch zijn. Zodra er meer bekend is over oorzaken, is er ook onderzoek gepland naar vroege behandelingsmogelijkheden van dyslexie.
