De firma Eijssink (2800 werknemers), die sinds kort deel uitmaakt van de holding Abilis, maakt de UT al dertig jaar schoon. De gewijzigde opzet heeft tot grote onrust geleid bij het Eijssinkpersoneel, dat vreest naar werkplekken buiten te UT te worden overgeplaatst of uren te moeten inleveren.
Volgens de bedrijfsleiding zou collectief inleveren de nood kunnen lenigen, maar de vraag is of daar, zeker bij de kostwinners, voldoende draagvlak voor is. Diverse schoonmakers zijn in de loop der jaren vergroeid met de UT en gaandeweg allerlei hand- en spandiensten gaan vervullen buiten het eigenlijke schoonmaken om. Zoals assistentie bij interne verhuizingen en containerverplaatsingen, het openen en sluiten van toegangsdeuren en ramen, het ruimen van sneeuw. Aan die situatie lijkt nu een eind te komen, afhankelijk overigens van wat de gebouwbeheerders van de UT aan eisen op tafel hebben gelegd.
De maatregel is volgens hoofd inkoop M. Spoek van het Facilitair Bedrijf tot stand gekomen in nauw overleg met de beheerders en het college van bestuur. Ook Eijssink zelf is voortdurend geïnformeerd, hetgeen door de bedrijfsleiding wordt bevestigd. Een vorig jaar gehouden pilot in het CT-gebouw onderstreepte volgens Spoek de deugdelijkheid en het rendement van de nieuwe schoonmaakaanpak. Eijssink was daar nauw bij betrokken en kon volgens hem de nieuwe situatie dan ook zien aankomen.
Het bestaande contract van de UT met Eijssink is sinds het begin van de jaren zeventig van tijd tot tijd bijgesteld, maar het principe van werken bleef bestekgericht, waarbij frequentie en schoon te houden objecten tot in detail vaststonden. Simpel voorbeeld: in de huidige situatie worden de prullenbakken op de kantoren iedere dag, week in, week uit, geledigd, hoewel de inhoud dat hier en daar niet rechtvaardigt. Het kan, met behoud van een na te streven 'reinheidsgraad' en vast te stellen 'accentvervuiling', ook minder. Spoek: 'Kwaliteit en reinheidsgraad zijn vastgesteld op een 7. Het is de zorg van Eijssink dat te realiseren, hoe dan ook.'
Martin Spoek legt uit dat de gewijzigde inzichten op schoonmaakgebied en het besluit van de UT om aanbestedingen te doen volgens de Europese richtlijnen, de reden van de verandering zijn. Dat laatste houdt in dat iedere vijf jaar een nieuwe aanbesteding dient plaats te vinden. Van de ingeschreven vijf kandidaten (GOM, ISS, Asito, Lavold en Abilis Eijssink) kwam het huidige bedrijf begin mei met de, inhoudelijk en financieel gezien, meest complete aanbieding uit de bus. De UT koos daarop opnieuw voor Eijssink voor een periode van drie jaar, met een optie voor nog eens drie jaar. Het nieuwe contract is gebaseerd op het inkopen van een prestatie en dus niet op uren, gerelateerd aan een vast schoonmaakprogramma. Het voordeel ervan voor de UT is dat het ondernemersrisico van de totale schoonmaakklus bij Eijssink ligt en niet, zoals in de vorige optie, bij de universiteit.
Algemeen directeur Nederland van Abilis Eijssink R. van Holten en commercieel manager A. Schrooten, die voorzitter is van de onderdelencommissie van Eijssink (te vergelijken met een ondernemingsraad), zien de move van de UT vooral als een bezuinigingsmaatregel, als gevolg van afnemende studentenaantallen. 'We hebben er begrip voor, maar tekenen er direct bij aan dat de wisselwerking tussen schoonmaker enerzijds en UT-werknemers en studenten anderzijds van doorslaggevend belang wordt. 'De UT dient te beseffen en te accepteren dat de schoonmaak minder intensief gaat worden. De schoonmaker zelf mag daar niet op worden aangesproken.'
