Instroom bèta's kan twintig procent hoger

| Redactie

De bèta-studies moeten net als de techniekstudies een vijfjarig curriculum krijgen. Het imago van natuurwetenschap en techniek is slecht en moet snel beter. De instroom van bèta- en techniekstudies kan, op basis van demografische ontwikkelingen en gerichte acties, de komende tien jaar met twintig procent omhoog. Voor de klas moeten (binnen de universiteit) vakinhoudelijk geschoolde leraren komen te staan. Deze en andere conclusies en aanbevelingen staan in het rapport 'Wetenschap en Techniek', dat de commissie-Verruijt afgelopen maandag aanbood aan minister Ritzen.

Er dreigt spoedig een tekort aan universitair opgeleide bèta's (waaronder ook ingenieurs worden begrepen). Het aantal studenten in de exacte vakken vertoont een dramatische daling, terwijl de vraag naar afgestudeerden uit die vakken stijgt. Om deze situatie het hoofd te bieden zijn een actieve voorlichting nodig, aantrekkelijker financiële regelingen voor bètastudenten, verhoging van de kwaliteit van het (universitaire) opleidingenaanbod en verbetering van de arbeidsvoorwaarden van bèta-afgestudeerden (inclusief de academisch gevormde leraren op het vwo), aldus de commissie die werd voorgezeten door de Delftse hoogleraar A. Verruijt.

Als oorzaken van de tanende belangstelling voor een bètastudie noemt de commissie (behalve de geboortedaling in het begin van de jaren tachtig) de studiefinanciering, de voorbereiding op een bètastudie in het vwo, het vaak eenzijdig gerichte onderwijsprogramma van de universiteiten en het imago van natuurwetenschap en techniek. De aanpak van het bètaprobeem vereist volgens het rapport, dat is opgesteld in opdracht van de akademie van wetenschappen (KNAW), maatregelen in drie richtingen: vergroting van de instroom, aanpassing van de structuur van de universitaire opleidingen en aanpassing van de studie-inhoud.

Om een en ander te bevorderen stelt de commissie onder meer voor een verkorte eerstegraadsleraarsopleiding in te bouwen binnen het bestaande curriculum. Terwille van een vrouwvriendelijk imago van de bètavakken dient de aanstelling, c.q. herintreding van vrouwelijke bèta-leraren extra aantrekkelijk gemaakt te worden. Goede voorlichting en enthousiasmering is eveneens over een breed front nodig, vooral gericht op vrouwelijke scholieren. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door meer pubklieksvoorlichting op radio en televisie. Er moeten bovendien aantrekkelijke financiële regelingen komen voor collegegeld en studiefinanciering. Ook voor het stapelen van bèta-studies dienen speciale voorzieningen te worden getroffen.

De cursusduur van bètastudies moet volgens de commissie naar vijf jaar (net als de meeste techniekstudies) ten behoeve van de verbreding van de opleiding. Tevens dienen de curricula beter te worden afgestemd op de maatschappelijke behoeften. Bètastudies moeten ook (of méér) alfa- en gammacomponenten bevatten. Omgekeerd zouden alfa- en gammastudenten, net als in de Verenigde Staten, in hun eerste studiejaren moeten kennismaken met concepten en denkwijzen van bèta's. Volgens WB-hoogleraar Tijdeman, die deel uitmaakt van de commissie, liggen er binnen de UT wat dat betreft opportunities, vanwege haar tweekernen-opzet en het binnen de UT te ontwikkelen major/ minor concept.

Er moet ook een systematische meting komen van de 'output' per studierichting. Daartoe dienen de carrières van afgestudeerden te worden gevolgd, gekoppeld aan systematische feedback van deze alumni.

De commissie stelt ook dat de informatici, waar de huidige arbeidsmarkt omzit te springen, het voortouw kunnen nemen in het bedingen van hogere salarissen. 'Status en salaris hangen met elkaar samen', aldus Verruijt c.s.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.