De vier `jonge' universiteiten die al sinds vijf jaar 26 miljoen gulden extra voor onderzoek krijgen, kunnen dit geld houden. Verwacht wordt dat minister Ritzen en de universiteiten het binnen enkele dagen eens worden over de financiering. De helft van de kosten zou betaald worden door de overige universiteiten, de andere helft door Ritzen.
Sinds Ritzen vijf jaar geleden onverwacht dertig miljoen gulden bij de gezamenlijke universiteiten weghaalde, om vier `jonge' instellingen extra armslag te geven voor hun onderzoek, is deze maatregel steeds omstreden gebleven. Vorig jaar oordeelde de Raad van State in een beroepszaak van enkele grote universiteiten zelfs dat de minister met de ingreep buiten zijn boekje gegaan was.
Ritzen moest daarom alsnog de negen benadeelde universiteiten het in vier jaar misgelopen geld terugbetalen. Toch de bewindsman bij zijn mening dat Maastricht, Tilburg, Twente en Rotterdam ook de komende jaren recht hebben op het extra onderzoeksgeld. De kosten daarvan wilde hij niet uit eigen zak blijven betalen. Er volgden er maandenlange, moeizame onderhandelingen met de universiteiten.
Deze week lijkt de kwestie echter tot afronding te komen. Het Utrechtse collegelid Van Vught Thijssen meldde begin deze week dat er een compromis op tafel ligt, waarmee de gezamenlijke universiteiten akkoord zullen gaan. De 26 miljoen gulden per jaar wordt daarin voor de helft betaald door de negen `niet-jonge' universiteiten. Dit komt voor hen neer op een budgetkorting van een half procent. De andere helft betaalt Ritzen, uit de 'onverdeelde middelen'. Volgens het Utrechtse bestuurslid kan ook dat als geld van de universiteiten beschouwd worden. In die visie draaien de instellingen dus toch nog op voor de volledige kosten van Ritzens ingreep.
Een woordvoerder van de VSNU wilde woensdagmiddag nog geen mededelingen over de kwestie doen, maar bevestigde wel dat er binnen enkele dagen een akkoord kan zijn.
