Projectonderwijs

| Redactie

Het interview met de heer Van Wijngaarden (emeritus hoogleraar Warmte- en Stromingsleer bij WB en TN) in UT-nieuws van 10 april jl. heeft me ervan overtuigd dat van Wijngaarden in de loop der jaren een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het onderzoek op zijn vakgebied. Hij geeft ook aan dat onderzoek, meer dan onderwijs, voor hem het hoogste goed is. 'Ach, ik heb in 32 jaar zoveel onderwijsvisies zien komen en gaan'.

Van Wijngaarden vindt al die onderwijsfixatie wat overdreven en is dan ook niet in de projectonderwijs-boot gestapt. 'Hoe meer ze mij met rust laten, hoe liever.' Verwonderlijk is het dan dat hij ondanks zijn geringe interesse voor het projectonderwijs hierover een zeer uitgesproken mening (lees: vooroordeel) heeft dat blijkbaar niet gebaseerd is op enige kennis over de werkelijke gang van zaken bij dat projectonderwijs.

Zo beweert hij dat het 'bejubelde' WB-projectonderwijs niet tot significant betere resultaten heeft geleid. Weet Van Wijngaarden dat de nog aanwezige studenten (96) van de eerste generatie projectonderwijs (1994) zich nu bijna voltallig in het derde jaar bevinden? Hiervan heeft 70 procent een studiesnelheid van 80 procent of meer (dat wil zeggen men studeert nominaal of mist hoogstens een paar vakken). Van de instroom van deze generatie was circa 40 procent binnen twee jaar vertrokken, onder meer omdat men de studie niet aankon. Let wel: vertrokken, deze studenten hangen dus niet meer rond op de faculteit om tien keer hetzelfde tentamen te proberen te halen! Die oneindige mogelijkheden zijn er niet meer in het projectonderwijs. Is het trouwens bekend dat de tijdsbesteding van PBO-studenten tegenwoordig rond de veertig uur per week ligt in tegenstelling tot 32 uur vroeger en dat er wel degelijk hard geblokt moet worden?

Volgens Van Wijngaarden gaan er stemmen op om het projectonderwijs in het eerste semester (wat trouwens een trimester is) te schrappen, want dan wordt eerder duidelijk wat voor vlees je in de kuip hebt. Door dit te doen stellen we de scheiding tussen goede en minder goede studenten juist uit en zijn we weer terecht gekomen in de oude situatie!

Het projectonderwijs werkt volgens Van Wijngaarden vervlakkend, want iedereen krijgt hetzelfde cijfer. Als dat zo was dan was de gehele generatie van 1994 toch nog hier aanwezig? Het enige groepscijfer dat gegeven wordt is voor het projectrapport van een projectgroep dat vervolgens individueel door de groepsleden verdedigd moet worden.

Als docenten vinden dat het niveau van deze studenten duidelijk hoger ligt dan van menig afstudeerder en in sommige gevallen in het derde jaar zelfs docentoverstijgend is, dan is het 'geloof' dat je het niveau van studenten kunt verbeteren via onderwijsmethoden toch wel bewaarheid geworden

Ik betreur het dat Van Wijngaarden deze negatieve uitspraken doet over het projectonderwijs. Die wegen vanwege zijn positie als hoogleraar toch zwaar. Hij doet daarmee de projectonderwijsstudenten èn degenen die zich drie jaar lang ingezet hebben voor het slagen van deze onderwijsvorm zeer te kort. Dus: schoenmaker, blijf bij je leest!

Mw.ir. F. Kootstra (medewerker onderwijs WB)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.