Iedere race gebeurt er wel 'iets' spannends. Want de Batavierenrace is natuurlijk een fantastisch evenement. Hans Helmonds doet al vijftien jaar mee. Hoewel hij de afgelopen drie jaar wel tegen zichzelf heeft gezegd: dit is de laatste keer. Maar naarmate de race dichterbij komt begint het toch te kriebelen. En dus is radioverbindingsman Helmonds sinds gisteravond acht uur weer in de lucht.
Waar zijn de vier medische teams? Waar bevinden zich de voorste en de achterste lopers? Hoe bereik je de organisatie als er een treiterboer met gierkar over het lopersparcours rijdt? Wat als zich een calamiteit voordoet tijdens de race?
Aan een monsterestafette als de Batavierenrace zit niets triviaals. Dus ook de communicatie vereist een organisatie op zich. Al tijdens de eerste race verzorgden 'radiopiraten' de communicatie. Helmonds kwam bij de radioverbindingsdienst terecht via twee radiozendamateurs, die net als hij lid waren van de Nijmeegse roeivereniging Phocas.
De leden van de radioverbindingsdienst hoeven tegenwoordig geen zendmachtiging meer te halen. Ieder jaar voeren ze wel de een of andere verbetering door. Maar het principe van hun werk is hetzelfde gebleven. Alle organisatievoertuigen zijn uitgerust met een mobilofoon. De (strenge) regie over de 35 'lijntjes' wordt gevoerd vanuit een centrale 'meldkamer'.
Aanvankelijk werd de communicatie geleid vanuit twee busjes die op strategische plekken langs het parcours stonden opgesteld. Dat was behelpen. Geen stopcontacten bij de hand, krap, lastig koffiedrinken onder het rijden. Tien jaar geleden werden de busjes daarom verruild voor het sportcentrum in Nijmegen. Veel comfortabeler, magneetborden langs de muur om bij te houden waar iedereen zich bevond. Maar na de laatste startgroep werd het wel heel ongezellig in het sportcentrum. Sindsdien neemt het radioteam ieder jaar bezit van het dorpshuis in Barchem. Gezelliger én verbindingstechnisch ook beter, zo 'centraal' in de race, vindt Helmonds.
Zo'n zeven jaar geleden zijn de wie/wat/waar-magneetborden vervangen door pc's. Hiervoor ontwikkelde 'nestor' René Hagenouw van het radioverbindingsdienst een computerprogramma dat de verplaatsingen van de lopers en voertuigen simuleert. 'Het werkt fantastisch', verzekert Helmonds.
In Barchem plaatst de verbindingsdienst een uitschuifbare antenne van vijftien meter. Langs de route worden nog een viertal steunzenders neergezet. Vroeger huurde de organisatie alle apparatuur voor een zacht prijsje van het Rode Kruis. Dat mag niet meer wegens vervuiling van de 'rampen'frequentie. De medewerker die bij de hulporganisatie verantwoordelijk was voor de zendapparatuur heeft het handeltje overgenomen en verhuurt tegenwoordig zelf de apparatuur.
Naast de centrale meldkamer bemannen de acht communicatiespecialisten een servicewagen en een verbindingswagen die de taken van de centrale meldkamer kan overnemen. Voor de afwisseling worden de taken gerouleerd. 'We zijn een hele platte organisatie', lacht Helmonds. 'Iedereen kan eigenlijk alles.'
De meeste communicatie gaat over de medische zorg. 'Echt heel dramatische dingen' zijn er in de afgelopen vijftien jaar niet gebeurd, zegt Helmonds. Een busje dat over de borst van een door slaap overmande student rijdt, onderkoeling en oververhitting, een boer met gierkar, afgesloten wegen of een confrontatie met een ander evenement. Ieder jaar is er wel 'iets' wat improvisatievermogen vereist.
De leden van de radioverbindingsdienst zijn allemaal doorgewinterde Bata-gangers. Helmonds liep in een grijs verleden drie keer mee. De laatste keer liep hij, ongetraind, met lood in zijn benen. 'Zo traumatisch', dat lopen voor hem niet meer hoeft. Ook zitten in het team twee voormalige voorzitters van de Batavierenrace-organisatiecommissie en twee oude rotten die het al langer volhouden dan Helmonds.
Eigenlijk vindt hij het zo langzamerhand ook wel mooi geweest. Toch is het nog niet gelukt om te stoppen, daarvoor is het te gezellig. Voorzichtig zegt-ie: 'Ik doe het geen vijf jaar meer.'
Monica van der Garde
![]()