iten zal nauwelijks schommelen
De universiteiten kunnen al bijna uitrekenen hoeveel geld ze in 1998 van minister Ritzen krijgen. Dat zal in de meeste gevallen vrijwel hetzelfde zijn als dit jaar. Alleen Maastricht gaat er zo'n zes miljoen gulden op vooruit.
Veel hangt af van het bedrag dat minister Ritzen voor alle universiteiten gezamenlijk beschikbaar stelt. Dat wordt pas op Prinsjesdag bekend. Maar hoe dat gezamenlijke bedrag verdeeld wordt over de afzonderlijke universiteiten is al tot op grote hoogte te voorspellen.
Ritzen heeft in ieder geval besloten dezelfde verdelingsregels te gebruiken als voor het lopende jaar, 1997. In die regels (in ambtenarenjargon 'STABEK' genoemd), spelen aantallen studenten, promoties en dergelijke slechts een heel kleine rol. Schommelingen in die cijfers zijn de afgelopen jaren de voornaamste oorzaak geweest van dalende of stijgende budgetten van universiteiten.
Alleen universiteiten die ten opzichte van vorig jaar echt flink gegroeid of gekrompen zijn, merken dat volgend jaar in hun budget. In 1998 gaat dat echter alleen op voor Maastricht. De universiteit daar krijgt op grond van de studententoestroom waarschijnlijk zes miljoen gulden extra.
Verder zijn er verschuivingen te verwachten in de budgetten voor onderzoek. Minister Ritzen wil zijn oude plan uitvoeren om vier jonge universiteiten (Rotterdam, Twente, Maastricht en Brabant) samen dertig miljoen gulden extra te geven. De acht andere universiteiten moeten dat bedrag inleveren. De zaak ligt 'gevoelig'. Ritzen heeft in 1992 al eens een poging gedaan deze verschuiving tot stand te brengen. Dat leidde tot een ruzie die uitgevochten is tot aan de Raad van State - en die Ritzen heeft verloren. De nasleep daarvan is pas in december jongstleden afgehandeld.
De acht universiteiten die Ritzen nu opnieuw wil laten inleveren, staan niet te springen om hetzelfde gevecht nog eens te voeren. Overigens zullen de vier begunstigde universiteiten in 1998 weinig van de verschuiving merken. Op grond van Ritzens besluit uit 1992 krijgen zij al vier jaar lang extra geld.
De enige echte onzekerheid is welke gevolgen de selectie van toponderzoekscholen voor het budget van de universiteiten zal krijgen. Als de ene universiteit veel toponderzoek blijkt te herbergen en de ander juist weinig, zal dat tot verschuiving van geld leiden. Maar dat kan in 1998 per universiteit hooguit om een miljoentje gaan.
Het overleg over de details van de STABEK-verdelingsregels moet in de loop van april worden afgerond. STABEK geldt, net als vorig jaar, als overgangsregel. Minister Ritzen wil voor 1999 heel nieuwe regels opstellen. Waarschijnlijk zal hij ook daarover meer melden op Prinsjesdag, in het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan 1998 dat dan verschijnt.
