Studenten die hun natuurkunde-propedeuse halen in Nijmegen en overstappen naar de ingenieursopleiding in Eindhoven of omgekeerd, krijgen extra begeleiding van een speciaal hiervoor aangestelde tutor. Daarnaast worden de programma's voor het eerste jaar op elkaar afgestemd. Zo kunnen studenten de keuze tussen technische of gewone natuurkunde een jaar uitstellen, zonder dat ze daardoor veel vertraging oplopen. Deze mogelijkheid sluit volgens TUE-woordvoerder Peter van Dam aan bij de wens van veel scholieren hun propedeuse te halen aan een universiteit dichtbij het ouderlijk huis.
Eind februari hadden zich 27 belangstellenden voor natuurkunde in Nijmegen gemeld en 43 voor technische natuurkunde in Eindhoven. De KUN schommelt al enkele jaren rond dit niveau. Aan de TUE heeft sinds begin jaren negentig een halvering van de instroom plaatsgevonden.
Faculteitsbestuurder Piet Timmermans van de KUN geeft toe dat de samenwerking tussen de twee opleidingen mede wordt ingegeven door de lage instroom. 'Als het aantal bèta- en techniekstudenten niet herstelt naar het niveau van een paar jaar geleden, is een sanering van de opleidingen onvermijdelijk', concludeert hij in navolging van de commissie Toekomst Technische en Natuurwetenschappen, onder leiding van de Delftse hoogleraar Verruijt. 'We wachten daar niet op en hopen door een regionale afstemming tot een aantrekkelijk aanbod te komen.'
Een ander argument voor de samenwerking is de door de onderwijsvisitatiecommissie gepropageerde verbreding en verdieping van de opleidingen. Doordat de universiteiten elkaars keuzevakken erkennen, krijgen Nijmeegse studenten de mogelijkheid ook meer typische ingenieursvakken in Eindhoven te volgen. Omgekeerd kunnen de Eindhovenaars profiteren van het Nijmeegse onderwijs in de kernfysica, de hoge-energiefysica, de astrofysica en de biofysica.
Het Nijmeegse faculteitsbestuur voelt er wel voor de samenwerking met Eindhoven uit te breiden tot scheikunde, wiskunde en informatica. Woordvoerder Van Dam van de TUE stelt dat dit een zaak van de faculteiten is. Decaan Jan Greve van de UT-faculteit TN noemt de samenwerking interessant. Of Twente een dergelijk initiatief zou moeten volgen laat hij nog in het midden. Wel wijst hij er op dat vooralsnog de studentenaantallen hiervoor geen directe aanleiding geven. Bovendien heeft de faculteit op dit moment geen partner waarmee samenwerking voor de hand ligt.