'Naar een nieuw elan' is een vervolg op de nota 'De Universiteit Twente op weg naar de 21e eeuw' die het College van Bestuur in juli vorig jaar presenteerde. Over één van de daarin genoemde hete hangijzers, een eventuele fusie van de faculteiten, zijn beide Colleges het nog niet eens geworden. Het College van Bestuur zal een mogelijke clustering komend jaar nader onderzoeken en uitwerken in overleg met de decanen.
In de nieuwe bestuursorganisatie vormt het College van Bestuur samen met de decanen het Management Team van de UT, dat onder voorzitterschap van de rector staat. Het team zal zich vooral met strategische onderwerpen bezog gaan houden. Decanen (en dus faculteiten) zullen zich niet meer zo makkelijk als nu kunnen onttrekken aan centraal genomen besluiten. 'Een systematisch distantiëren van conclusies van het Management Team houdt in dat men zijn functie ter beschikking stelt', aldus de nota.
De, door het College benoemde, decanen worden in de nieuwe bestuursorganisatie persoonlijk verantwoordelijk voor beleid èn beheer van hun faculteit. Het College van Bestuur zal met hen managementcontracten afsluiten. Binnen de faculteit heeft de decaan de ruimte. Hij moet de interne organisatie van de faculteit vormgeven. Zowel een facultair managementteam als een (meer collegiaal) faculteitsbestuur behoren daarbij tot de mogelijkheden.
'Aanbevolen' wordt echter om, net als op centraal niveau, te kiezen voor een managementteam. Tevens wordt in de nota gesproken over een sterke voorkeur voor het onderbrengen van opleidingen en onderzoek in 'herkenbare deelorganisaties' (bijvoorbeeld instituten) waarvoor een directeur de eindverantwoordelijkheid draagt. Ook met deze directeuren zouden managementcontracten afgesloten moeten worden. Maar vervolgens krijgen zij dan binnen hun instituut of school weer alle ruimte.
De hoofden van diensten krijgen eveneens meer persoonlijke verantwoordelijkheid en bevoegdheden. Zij komen aldus verder van het College van Bestuur en dichter bij hun 'klanten' te staan. De dienstverlening binnen de UT moet 'zakelijker' worden. Het Centrum voor Informatievoorziening gaat wellicht deel uitmaken van het Facilitair Bedrijf.
Een andere nouveauté is de instelling van een 'bestuursstaf', eerder ook aangeduid als concernstaf. Dit moet een klein hoogwaardig team worden dat op projectbasis wordt ingezet voor het trekken van 'klussen'. Een deel van het huidige Bureau Beleidsondersteuning gaat de staf waarschijnlijk ondersteunen. Het restant wordt mogelijk ondergebracht in een 'bestuursdienst'. Hierin zouden ook de griffies van de verschillende Colleges en raden een plaats kunnen krijgen.
Nieuw is ook de instelling van een College van Hoogleraren, waarvan alle hoogleraren deel uit zullen maken. Dit zal een of twee keer per jaar vergaderen over onderwerpen die het Management Team van dusdanig strategisch belang acht dat zij een 'brede' discussie verdienen. Het College van Hoogleraren is onderverdeeld in Kamers bestaande uit hoogleraren op verwante onderwijs- en onderzoekgebieden die zelfstandig kunnen vergaderen onder voorzitterschap van een decaan. Op deze manier hoopt het College meercontact te krijgen met de 'smaakmakers' op de werkvloer.
De Centrale Commissies Onderwijs en Research blijven, zij het in nieuwe stijl, bestaan. Wel worden de vergelijkbare adviesorganen voor beheer en planning en begroting samengevoegd.
De beide Colleges kiezen voor een gedeelde medezeggenschapsstructuur: aparte raden voor medewerkers en studenten. Belangrijk argument hiervoor is dat de bestuurders een duidelijke breuk met het heden willen bewerkstelligen.