Studeerbaarheid in het geding

| Redactie

Vijfhonderd miljoen gulden is er aan uitgegeven. Toch is het nog altijd onduidelijk of de `studeerbaarbeid' van het hoger onderwijs wel is verbeterd, meent de Onderwijsinspectie. Die twijfelt dan ook of er opnieuw een studeerbaarheidsfonds moet komen. 'Studenten zijn niet sneller gaan studeren. Het aantal studenten dat zijn diploma haalt, is ook niet gestegen. En dat was wel de bedoeling van het s

Vijfhonderd miljoen gulden is er aan uitgegeven. Toch is het nog altijd onduidelijk of de `studeerbaarbeid' van het hoger onderwijs wel is verbeterd, meent de Onderwijsinspectie. Die twijfelt dan ook of er opnieuw een studeerbaarheidsfonds moet komen.

'Studenten zijn niet sneller gaan studeren. Het aantal studenten dat zijn diploma haalt, is ook niet gestegen. En dat was wel de bedoeling van het studeerbaarheidsfonds', zei hoofdinspecteur M.F. (Greetje) van den Bergh vorige week op een congres in Arnhem.

In 1995 stopte oud-minister Ritzen 500 miljoen gulden in het zogeheten fonds `kwaliteit en studeerbaarheid'. Hogescholen en universiteiten konden met geld uit dat fonds de kwaliteit van hun onderwijs verbeteren. Van den Bergh twijfelt of dat doel is bereikt. 'Misschien is het te vroeg en komt het nog, maar nu nemen in elk geval nog geen verbetering waar', zegt ze

voorzichtig. Toch vindt ze niet dat de 500 miljoen uit het fonds weggegooid geld is. 'De aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs zit nu echt in de hoofden van docenten en bestuurders. Dat was eerder niet zo.'

Van den Bergh vraagt zich wel af of het niet anders had gekund. De komst van het fonds leidde tot veel bureaucratie, overwerk en bergen papier. Maar liefst 3000 plannen dienden de universiteiten en hogescholen in. Daarvan verwees de commissie-Wijnen, die elke aanvraag beoordeelde, er in de eerste twee rondes veel naar de prullenbak. In de laatste ronde viel maar een handjevol af.

Van den Bergh: 'De commissie-Wijnen zegt nu: de kwaliteit van de plannen is

verbeterd. Maar je kunt ook denken: de instellingen wisten kennelijk welk kunstje ze moesten vertonen.'

Deze zomer bepleitten de studentenbonden samen met de hogescholen en universiteiten dat er een tweede studeerbaarheidsfonds moet komen. Van den Bergh aarzelt of dat een goed idee is. Je kunt de aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs ook op een andere manier levend houden, zegt ze.

Ze wijst op het weekblad Elsevier en de Keuzegids Hoger Onderwijs. Die vragen studenten hoe zij over hun eigen opleiding denken. Van den Bergh: 'Reken maar dat elke instelling die oordelen intern bespreekt. Zeker als ze niet goed uitpakken. Dat zou je in je overweging over een tweede

studeerbaarheidsfonds moeten meenemen.'

De studentenbond LSVb herhaalt in een reactie dat een tweede fonds hard nodig is. 'Het begint nu pas. Bij een tweede keer kun je echt vooruitgang boeken.' De bond is blij dat de onderwijsinspectie het belang van studentenenquêtes inziet.

'Wij roepen al heel lang', zegt LSVb-voorzitter Marije Lieuwens, 'dat studenten in een gerichte vragenlijst de zwakke plekken in hun studie zó kunnen aanwijzen.'

HOP

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.