De auteur werkt bij de faculteit TO. Ze geeft de pen door aan Sjoerd de Vries, eveneens van TO.
Socio-geografische integratie
Een uitzending van NOVA, zo'n twee weken geleden: een item over een wijk met sociale woningbouw in Scheveningen die tegen de grond moet voor nieuwbouw, met het idee dat er ook duurdere villa's moeten komen onder de noemer van 'socio-geografische integratie'. Wanneer aan Wim Deetman (de burgemeester van Den Haag, waar Scheveningen onder valt) wordt gevraagd wat die term inhoudt, meldt hij dat je daarvoor maar bij een hoogleraar moet zijn. De uitzending zet me aan het denken en ik kom uit bij de UT, en meer concreet bij de MUB en de (mogelijke) consequenties daarvan voor de organisatie van de faculteit TO, waar ik werk. Nu er afdelingen gevormd zijn vanuit de oude vakgroepen en ook het derde geldstroom onderzoek daarbinnen een plaats heeft gekregen, wordt er in de wandelgangen over gepraat dat we mogelijk moeten gaan verhuizen. Het is wellicht beter als de nieuwe afdelingen niet alleen in het organisatieplaatje onderscheiden worden maar de medewerkers van elke afdeling ook daadwerkelijk bij elkaar gehuisvest worden. In dat verband moet ik denken aan het verhaal over Duindorp in Scheveningen: is het niet beter de mensen van verschillende afdelingen verspreid over de ruimte van het TO-gebouw te huisvesten, zodat er sprake is van 'socio-geografische integratie'. Er daarbij vanuit gaande dat elke afdeling binnen de faculteit zijn eigen 'sociale' groep vormt. Voordeel daarvan is in ieder geval dat we niet weer hoeven te verhuizen (de vierde keer sinds 1990). Aan de andere kant, socio-geografische integratie valt of staat met de 'integratie', die verder zou moeten gaan dan goeiemorgen tegen elkaar zeggen. Ik denk dat ik de discussie over Duindorp blijf volgen. Misschien komt er nog een of andere deskundige aan het woord die een goed argument voor of tegen dit concept formuleert waar we binnen TO ook nog wat aan hebben ...
