'Technische studies moeten toegankelijker worden'

| Redactie

Een kleine vijftig belangstellenden bogen zich vorige week in de Audiozaal van de Vrijhof over het door rector magnificus Frans van Vught gelanceerde major/minor concept. De bijeenkomst was georganiseerd door Studium Generale. Hoewel de meningen uiteenlopen lijkt men binnen de UT aan het idee gewend te raken. Niet als iets onafwendbaars, maar als een stuk onderwijsvernieuwing dat nodig is om de UT op de juiste koers te houden en de arbeidsmarkt naar vermogen te bedienen.

Er is vanuit industrie en overheid vraag naar breed-opgeleide academici. De technische faculteiten omarmen major/minor wat meer dan gamma-getinte faculteiten als Bestuurskunde. Breed betekent volgens rector Van Vught niet beroepsmatiger of behept met extra kunstjes en vaardigheden, zoals gesuggereerd vanuit de zaal, maar academischer. Het gaat om studenten die academisch worden gevormd in denken en handelen. Mensen die verder kijken dan hun vakgebied smal is, kennis opdoen in andere disciplines.

Vakbond SRD merkte in de discussie op dat de student er in zijn vakkenkeuze op achteruit zal gaan, maar Van Vught wenste die opvatting te bestrijden. 'Er is nu juist sprake van fragmentatie. De minors (het vakkenpalet dat een ouderejaars volgt naast de reguliere opleiding bij zijn faculteit) zorgen juist voor de nodige samenhang.'

Studentendecaan Jan Melief vroeg zich af of major/minor wel de remedie is tegen de afnemende instroom. 'Mijn idee is dat met name de technische opleidingen te moeilijk zijn. Het niveau is hoog en wordt al maar hoger, ook aan de onderkant. Met een gemiddelde acht voor de exacte vakken had je vroeger een heel goede kans om door je studie heen te komen, maar dat zegt nu niet alles meer. Is er wel behoefte aan al die bollebozen, die over het algemeen toch veelal in de wetenschap terecht komen? Nee, er is behoefte aan goede ingenieurs, die instromen met 'ruim voldoende' cijfers op het vwo in plaats van 'goed tot zeer goed. Ik zou willen dat de major leidt tot een minder excellente insteek, waardoor meer ruimte vrijkomt voor de minor. Dat levert je ook beduidend meer studenten op, is mijn overtuiging.'

Onderwijsdirectedur C. Blom van technische natuurkunde kon zich daarbij wel iets voorstellen. 'Ons probleem is dat ons curriculum is volgestopt met veel vakken, die de studenten - ook de beste onder hen - over het algemeen afronden op een matig niveau. Maar het zou ook anders kunnen: geef ze minder onderdelen en je zal zien dat er weer achten en negens gescoord worden. Als je kiest voor een beperkt aantal onderdelen die je op een goed niveau kunt afronden, hou je ook ruimte voor de minors. Het moet al met al niet om de hoeveelheid vakken gaan - dat is nu nog de traditie - maar om het niveau dat je wilt halen. Het gaat om principes als leren denken en kennis operationeel maken. Dat krijg je in een beperkt aantal vakken wel onder de knie. Een al te strakke programmering zal ten koste gaan van de minor', zo voorspelde hij. 'De meerderheid van de docenten bij TN denkt hier net zo over.'

Vanuit de hoek van bestuurskunde lijkt men hier en daar wat op te kijken tegen een minor uit een totaal andere discipline. 'Bestuurskunde is al zo multidisciplinair met sociologie, politicologie, rechten en economie.' Maar Van Vught wilde daar niet van weten. 'Bestuurskunde is een geheel eigen vak. Ik zou niet weten wat er tegen een inleidende minor is in de informatica, of een inleiding in de techniek.' Melief: 'Lijkt me ook, een bestuurskundestudent zonder informatica-kennis is toch bijna een onding'.

WB-hoogleraar Powell vroeg zich af of de invoering van de minors wellicht leidt tot nog zwaardere technische studies, maar ook daar weet de rector een antwoord op. 'Dat is juist niet het geval. In de technische studie zitnu een zekere ballast aan overbodige vakken van zeg maar 15 tot 20 procent. Die ballast kan vervangen worden door een minor'.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.