'Technici waren in de afgelopen eeuw heel sterk bezig met kapitaalgoederen. We boorden tunnels en maakten auto's en grote machines. De productie van die zware kapitaalgoederen zal langzaam uit Nederland gaan verdwijnen. Kijk naar de Scheldewerf, die zal het waarschijnlijk niet gaan redden. In de toekomst zullen we zien dat ingenieurs zich veel meer gaan richten op de ontspanningssfeer. We hebben met z'n allen steeds meer geld in onze vrije tijd te besteden. Maar tegelijkertijd wordt het overal steeds drukker. Het wad, bijvoorbeeld, is prachtig en blijft dat voorlopig, maar daar kunnen we niet met z'n zestien miljoenen naar toe. We moeten ervan kunnen genieten, zonder er te veel schade aan te berokkenen. Daarvoor zullen technieken ontwikkeld worden.'
'Wat dat voor de UT betekent. Een gedeelte van dee techniek die wordt toegepast voor ontspanning, bestaat al. Denk aan de DVD-speler of allerlei steeds ingewikkelder wordend speelgoed. Die producten zijn bijna allemaal mechatronica, dus de koppeling tussen de vakgebieden wordt steeds belangrijker. De UT zal daarop in moeten spelen, hoe eerder hoe beter. Het zou dus goed zijn als een werktuigbouwkundige tevens een brede informaticabasis krijgt. Wellicht moeten we nog verder gaan. Vanuit de vroeg-industriële fase is de klassieke scheiding van de huidige technische opleidingen ontstaan. Ik kan me voorstellen dat deze verdeling zijn langste tijd heeft gehad.'
