Dat blijkt uit cijfers van de VSNU, de vereniging van universiteiten, over 1998. In dat jaar groeide de totale personeelsbezetting op de universiteiten met zo'n 570 fulltime banen. Het merendeel van deze vacatures is ingenomen door vrouwen, in deeltijd. Tegelijk met deze toename is het totaal aantal mannelijke medewerkers aan de universiteiten licht gedaald.
De emancipatie stokt wel naarmate de functies hoger in de wetenschappelijke hiërarchie staan. Ruim zestig procent van de vrouwen werkt in de ondersteunende hoek en de lagere salarisschalen. In de hogere regionen zijn ze nog altijd zwaar ondervertegenwoordigd. Vrouwelijke hoogleraren nemen - ondanks een verdubbeling sinds 1990 - inmiddels 133 volledige banen in. Ter vergelijking: bij de mannen zijn dat er 2341.
Het probleem van de vergrijzing weten de universiteiten nog altijd niet op te lossen. De afgelopen acht jaar is het aantal vijftig-plussers alleen maar gestegen, terwijl het aantal medewerkers onder de 35 jaar juist daalde.
Het gebrek aan opvolgers dreigt de universiteiten over vijf jaar parten te spelen. Dan is naar verwachting het aantal medewerkers boven de vijftig jaar gestegen tot 7500. Als er nu niet wordt geïnvesteerd, waarschuwt de VSNU, zullen de vacatures die vrijkomen als deze groep met pensioen gaat, niet opgevuld kunnen worden. De UT steekt de komende jaren twintig miljoen in het vergrijzingsprobleem van deze universiteit.