Citruspers

| Redactie

Het hoogtepunt van de jaarlijkse uitvoering van de gymnastiekvereniging was de verloting. Misschien niet omdat die spannender was dan de koppetjebuitelende kleuters en de radslaande pubermeisjes, maar dan toch wel omdat het de belangrijkste inkomstenbron van de vereniging was. In de pauze werden de lootjes verkocht. Wij kinderen vergaapten ons aan de uitgestalde prijzen - deels ingezameld bij de plaatselijke middenstand. Een taart van de bakker. Een rollade van de slager. Maar voor het merendeel afkomstig van de zolders van de (ouders van de) leden.

Zo wonnen wij de citruspers. Zo'n typisch Moulinex-gedrocht waarmee het inderdaad reuze handig persen was, totdat bleek dat het schoonmaken van het apparaat langer duurde dan het pellen van een sinaasappeltje. Weggooien was zonde. Dus het ding ging naar de zolder, om een maand later als prijs te worden aangeboden voor de verloting van de reciteervereniging. Het bloeiende verenigingsleven draaide op liquide prullaria die bij iedere verloting van zolder verwisselden.

Loterijen hebben een excuusplek ingenomen in onze sociaal-christelijke traditie. Gokken mag niet. Gaat het fortuin echter naar het goede doel, dan mag het wel. Spelen om geld mag niet, spelen voor het goede doel wel. Zo staat het ook in de Wet op de Kansspelen. Elke gok moet geld genereren voor het goede doel. In praktijk is dit inmiddels een farce geworden. Wie de Postcodeloterij wint heeft een flinke kluis op zolder nodig. Geen deelnemer kan nog met stalen gezicht volhouden dat het hem toch vooral om het goede doel te doen is. Wie werkelijk het goede doel wil steunen, kan z'n geld gewoon rechtstreeks overmaken op de giro van het Prins Bernhard Fonds, dan is de kans dat het goed terecht komt toch nog net even iets groter. Maar het blijft natuurlijk een gok.

Een ambtelijke werkgroep gaat het kabinet binnenkort voorstellen de Wet op de Kansspelen te herzien. Het goede doel kan eruit. En belangrijker nog, ook de overheid mag niet langer directe begunstigde zijn. Dat is hard nodig. Nu nog stromen de inkomsten van de Staatsloterij in de staatskas, van waaruit ze dan onder andere naar de rijksmusea vloeien, die er de rommelmarkten mee afstropen, daar alle antieke citruspersen en andere prullaria opkopen, om die op te slaan in hun depots, met de bedoeling ze er nooit meer uit te halen.

Natuurlijk, wegdoen is zonde. Maar met hun bewaarbeleid bevriezen de musea de levensader van het Nederlandse verenigingsleven. Als de overheid aan de verloting wil blijven deelnemen, dan zullen overheidsinstellingen, net als elke andere deelnemer, bereid moeten zijn hun prullaria te laten circuleren. Geen geldprijzen bij de Lotto meer, maar 19de-eeuwse prenten.

Harold de Boer

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.