De basisbeurs gaat met negen gulden omhoog. De aanpassing is bedoeld als compensatie voor de inflatie. Tegelijk heeft minister Hermans ook de rente op studieleningen verhoogd.
Na de jaarwisseling bedraagt de rente op studieleningen 5,92 procent, een verhoging van 1,03 procent. De rente op leningen die vóór 1992 zijn verstrekt, komt op 4,27 procent. Tot nu toe werd daar 3,24 procent voor gerekend. De aanpassingen hebben te maken met de gewijzigde tarieven die de Nederlandse staat zelf moet betalen voor leningen op de kapitaalmarkt.
Minister Hermans heeft ook de hoogte van de basisbeurs bijgesteld. Zowel kamerbewoners als thuiswonende gaan er negen gulden en een cent op vooruit. Studenten op kamers krijgen 444,25 gulden. Wie nog bij zijn ouders woont, ontvangt voortaan 144,25.
Als het aan minister Hermans ligt, krijgen thuiswonenden bij een volgende inflatiecorrectie overigens een lager bedrag dan kamerbewoners. Hij wil de vergoeding voor thuiswonenden dan niet meer in guldens, maar in procenten gelijkstellen aan de compensatie voor studenten op kamers.
De maatregel zou Hermans komend jaar 23 miljoen gulden opleveren. In 2003 is dat al 63 miljoen, becijferden amtenaren in september voor. Dit geld wil Hermans reserveren voor studiefinanciering, omdat hij bijvoorbeeld nog niet weet hoeveel geld de OV-kaart hem in de toekomst gaat kosten. Maar Hermans' ambtenaren rekenden zich indertijd rijk, want het wetsvoorstel om deze wijziging door te voeren, moet nog altijd worden ingediend.