Promovendus Frank Molster van de Universiteit van Amsterdam heeft aangetoond dat in de stofschijven rondom stervende sterren volop fijn steengruis aanwezig is voor de vorming van planeten. Het is een grote verrassing dat dit steengruis ook bij deze koele oude sterren voorkomt. De theorie dat deze gekristalliseerde silicaten alleen ontstaan in de binnenste laag van stofschijven van jonge hete sterren, waarop ook de vorming van ons zonnestelsel gebaseerd is, komt nu op de tocht te staan.
Uit Molsters onderzoek blijkt dat de kristallisatie niet door de hitte van de ster zelf kan zijn ontstaan. De aanwezigheid van kristallijne silicaten in ons eigen zonnestelsel werd tot op heden verklaard door aan te nemen dat deeltjes in de stofschijf door turbulentie en vermenging dicht in de buurt van de hete zon zijn geweest. Een groot probleem bij deze theorie is, dat ook kometen gekristalliseerde silicaten bevatten. Kometen zijn ijskoude ballen van stof en ijs, die op zeer grote afstand van onze zon hun baantjes trekken.
De vondst van fijn steengruis bij oude koele sterren werpt nu een nieuw licht op de ontstaansgeschiedenis van ons eigen zonnestelsel. Temeer omdat de spectra van stofschijven rond koele rode reuzen, jonge hete sterren en van kometen in ons eigen zonnestelsel een grote gelijkenis vertonen. Dit doet vermoeden dat het hier om dezelfde soort processen gaat. Blijkbaar is niet de hitte van een ster maar een ander mechanisme verantwoordelijk voor de kristallisaties.