(Over kaatsen met bakstenen)
De elektriciteitsmarkt is opener. Ons Franse SLE heeft via haar Belgische dochter Electrabel de grootste Nederlandse stroomproducent Epon gekocht. Niettemin krijgt Frankrijk nu, onder drang van onder andere Nederland, een berisping van de Europese Commissie, omdat wij onze eigen elektriciteitsmarkt niet zouden hebben opengesteld voor buitenlandse aanbieders. Deze aantijging is ongegrond. In iedere Franse buurtsuper hangen Nederlandse Philipsbatterijen in de rekken. Met de reciprociteit op de stroommarkt zit het dus wel snor. Niet voor niets wordt het gemak waarmee stroom de Europese binnengrenzen passeert uitgedrukt in reciproque ohms.
Dat Nederland protesteert zit 'em in de Nederlandse volksaard. Nederlanders protesteren altijd. Als Feyenoord verliest, vliegen er stenen door de ruiten van de spelersbus. Als Feyenoord kampioen wordt, vliegen er stenen door de ruiten in de binnenstad. In Parijs wordt ook weleens met stenen gegooid, maar bij ons benoemt de minister niet, zoals in Nederland, een commissie van wijzen die de bakstenen verdeelt. Bij de aankoop van Epon kregen we zelfs een stapeltje bakstenen cadeau. Eén van die stenen was van Franse bakkerij, waarmee maar aangetoond is dat ook op de baksteenmarkt reciprociteit heerst.
Nederlanders protesteren altijd. Ze willen geen kernenergie, want kernafval schaadt het milieu. Ze willen echter ook geen windenergie, want windmolens vervuilen de horizon. Wij vragen ons weleens af hoe ooit de Nederlandse polders zijn drooggelegd. Waarschijnlijk zijn de molens langs Kinderdijk gebouwd tijdens een grote bakstenenschaarste.
In de nieuwe open elektriciteitsmarkt valt met de Hollandse nukkigheid te leven. De Nederlander krijgt zijn stroom gewoon uit Franse kerncentrales. Door de complexe eigendomsstructuur van de productiebedrijven weet hij toch niet door welke ruit hij z'n bakstenen nog moet gooien. En de stroommultinational zelf maakt het niet uit waarwelke stroom terecht komt. Overal in Europa krijgt hij met gelijke munt betaald.