`Ik hoop dat ik alles goed vertel. Ik heb zoveel leuke dingen meegemaakt als ik maar niets vergeet. Af en toe borrelt er iets op. O ja, denk ik dan, dat had ik ook nog meegemaakt.' Een gebruinde Johan Simonetti schuift aan in het Theatercafé van de Vrijhof. Mapjes met foto's en een campusplattegrond worden tevoorschijn gehaald. Het enthousiasme is voelbaar. `Ik begin gewoon bij het begin,' besluit Simonetti. En zo geschiedt.
Simonetti schetst de eerste contouren van het verhaal. Al een tijdje liep hij met het plan rond om een educatief verlof aan te vragen. Maar hoe pak je zoiets aan? `Eerst moet je een aantal vragen voor jezelf beantwoorden. Kan je tegen warmte of heb je liever kou, kan je tegen alleen zijn. Het moet natuurlijk niet zo zijn dat je het na 14 dagen niet meer leuk vindt.' Een collega van Toegepaste Wiskunde die naar ITB ging, legde de eerste contacten voor Simonetti. Na enige correspondentie kreeg hij groen licht.
Een educatief verlof is echter geen vakantie, er moet iets gedaan worden. Simonetti kreeg een tweeledige opdracht. Enerzijds moest hij onderzoeken hoe de campus in elkaar zat, anderzijds tegen welke problemen studenten uit Indonesië aanlopen wanneer zij op de UT komen studeren. Een half jaar lang bereidde Simonetti zich terdege voor. `Ik heb er veel over gelezen, videobanden bekeken. Maar hoe het daar echt is, dat haal je niet uit een boekje.'
Hoe het daar echt is, dat weet hij nu wèl. Zeven weken liep hij er rond, gaf zijn ogen goed de kost, interviewde studenten, sprak met mensen van het facilitair bedrijf, hield een dagboek bij en kwam met veel informatie terug.
Volgens Simonetti hebben Indonesische studenten die naar de UT komen, veel meer moeite met de taal dan verwacht. `Ik vroeg aan een meisje wat haar naarste ervaring was geweest op de UT. Ze zei dat ze een keer voor een huisgenootje de telefoon op wilde nemen in het studentenhuis waar ze zat en dat ze dat niet kon. Op dat moment voelde ze zich daar heel ongelukkig over. Zoiets simpels, maar niemand staat daarbij stil. Had ze maar een paar Nederlandse woordjes gekend.' Simonetti vindt het daarom raadzaam om Indonesische studenten een cursus Nederlands te geven.
Een tweede struikelpunt is volgens hem de religie. Zo'n 95 procent van de studenten op de ITB is moslim. `Ik heb daar gezien dat ze drie keer per dag bidden en vantevoren hun voeten wassen. Op hun campus zijn heel veel ruimtes waar dat even kan. Ik denk dat het een haalbare zaak is om ook op de UT zo'n ruimte te maken. Misschien wat extreem, maar ik vind dat als je die mensen hier heen haalt dat je dan ook moet zorgen dat ze zich thuis voelen.'
Opmerkelijke verschillen in de respectievelijke studentenlevens heeft Simonetti niet geconstateerd. Alhoewel, Indonesische studenten gaan niet naar de kroeg, alcohol is uit den boze. Wat ze dan doen? `Heel veel sporten,' weet Simonetti. `Er is elke week wel een sporttoernooi.' Waar de Indonesische student die energie vandaan haalt is een raadsel, ze moeten zes dagen per week naar de universiteit, volgen onderwijs in zalen zonder airco waar het zo'n dertig graden is en het onderwijs is van een hoog niveau. De praktikumruimtes die Simonetti heeft gezien zijn heel primitief. `Met de voorzieningen die ze hebben lopen ze minstens twintig jaar achter. Met weinig financiële middelen moeten ze het maar doen.'
Om over de campusvoorzieningen te kunnen oordelen, voegde Simonetti zich bij het Facilitair bedrijf van ITB en keek zijn ogen uit. `Ze hebben daar heel veel personeel. 's Ochtends bijvoorbeeld zitten zes mannen van defacilitaire dienst op een rijtje voor het gebouw koffie te drinken. Af en toe gaat er eentje iets doen. Is-ie klaar, dan komt hij terug en gaat weer koffiedrinken.'
Ook de interne postvoorziening gaat heel anders in z'n werk dan op de UT waar een busje rondrijdt. `Op het ITB heeft elk gebouw een mannetje met een tasje. Ze hebben niet heel veel interne post. Wil iemand een collega iets sturen, dan gaat dat in het tasje van dat mannetje en die brengt dat dan lopend weg.' Voor hectiek is in het Indonesische woordenboek geen plaats. `Een Indonesiër maakt zich niet druk hoor. Morgen zien ze wel weer.'
Simonetti gaf tweemaal een presentatie aan de gebouwbeheerders van het ITB. De eerste keer over hoe in Twente een en ander in z'n werk gaat, de tweede keer om adviezen te geven over zaken die voor verbetering vatbaar zijn. `Ze hebben daar bijvoorbeeld geen bewegwijzering op de campus. Als je bij de hoofdingang staat en je zoekt een gebouw, dan vind je dat gewoon niet. Ook hebben ze geen sleutelregistratiesysteem: wie welke sleutel heeft dat weten ze niet.' Simonetti installeerde voor hen een meegebracht softwareprogramma waarmee sleutelgebruikers geregisteerd kunnen worden. Een derde advies gaf hij over het hergebruik van water. In Indonesië heb je een natte en een droge periode. In de droge periodes is er een gebrek aan schoon water. `Ik heb voorgesteld om bijvoorbeeld het water waar de studenten voor het bidden hun voeten mee wassen her te gebruiken. Dat wordt nu gewoon weggegooid. Vonden ze een geweldig idee, hadden ze zelf nooit over nagedacht.'
Uiteraard bleef Simonetti niet zeven weken op de campus. Hij zag ook veel van het land. `Je bent niet alleen aan de andere kant van de wereld, maar ook in een andere wereld,' zo omschrijft Simonetti zijn ervaringen. Alleen al zijn anecdotes over het Indonesische verkeer illusteren dat. Hij merkte al snel op dat de Indonesische verkeersregels ondoorgrondelijk zijn. Elke willekeurige jongen die een paar centen wil verdienen gaat op een druk kruispunt staan om het verkeer eens eventjes te regelen. Wil een auto oversteken dan houdt de jongen de rest van het verkeer tegen. Dat stopt dan ook daadwerkelijk. De jongen ontvangt van de betreffende automobilist wat geld. Is er genoeg verdiend dan houdt hij het voor gezien en is er altijd wel iemand om zijn plaatsje in te nemen.`Dat vond ik zo opvallend, dat dat zo gaat. Ik heb ook geen verkeersregel kunnen ontdekken', aldus Simonetti.
Al met al een bijzondere ervaring, vindt hij. `Wanneer je in de gelegenheid bent om zoiets te doen, dan moet je gewoon gaan. Het is een ervaring die je veel zelfvertrouwen en wijsheid geeft. Je bent helemaal op jezelf aangewezen. Ik was nog nooit zo lang alleen weggeweest.'
Straks weer aan de slag in de hectiek van de UT. Of gaat hij in navolging van zijn Indonesische collegae met een bakje koffie zitten wachten tot er iemand komt? Lachend: `Nou dat zouden ze me niet in dank afnemen. Nee, ik ben altijd al een druk baasje geweest, ben altijd met vier dingen tegelijk bezig. Maar die nuchtere kijk, je niet zo druk maken, dat vind ik wel heel gezond.'
Johan Simonetti doceert aan gebouwbeheerders van het ITB