GM: Donders en granaten! Ik ben nog niet weg uit het Ministerie of het luchtafweergeschut faalt al. Wat moet er zonder mij van dit land worden! Hoor eens, vreemde vogel, vanuit welke vijandige mogendheid en met welk doel ben jij in dat belachelijke uniform op ons afgevuurd?
R: O, armzalige van geest, ziende zijt gij blind. Laat mij u de schellen van de ogen doen vallen, opdat dat ge mij herkennen zult.
GM (slaat de handen voor zijn ogen en valt op z'n knieën): O, Aartsengel Rafael, wiens naam luidt "God Geneest", Engel der Voorzienigheid, die de jonge Tobias op z'n trektocht begeleidde, zoals onze manschappen de vluchtende Serviërs begeleiden op hun doortocht door Albanees gebied. Die Abraham genas van de pijnen zijner besnijdenis, Hemelse Goedheid, sinds Gij verdwenen zijt laat geen man zich nog besnijden. De voorhuid is verworden tot een dekmantel van waaronder het ziekmakend Kwaad zich over de wereld verspreidt. O, Genezer aller Genezers, het kruidenboek dat Gij Mozes overhandigdet is in de handen gevallen van Klazien uut Zalk en pillendraaiers die de schare tot waanzin drijven met giftige paddestoelen en extacy. O, Geneesheer Gods, vergeef mij dat ik U vergeten ben, zoals ook de kreupelen en lammen vergeten zijn bij de Schaapspoort te verpozen tot Uw genezende nederdaling de drinkpoel in beweging brengt. Verblijdt mij, Rafael, ik zit net zonder baan, laat mij voortaan Uw dienaar zijn.
R: Arme ziel, ik heb der mensen jammerklacht gehoord. Te lang is de wereld door het Kwaad belaagd. Daarom zal ik mijn rechterhand Gill naar de aarde zenden om de mensheid met krachtige hand van het Kwaad te bevrijden. En u, nederige Gmeel, heb ik uitverkoren om de weg voor Gill te bereiden.
GM: Hemeltje nee, Gij kunt alles van mij vragen, ik zal U Uw kruidenrek terugbezorgen uit de handen der zondaars, met mijn blote handen zal ik schaapspoelen graven als U dat mocht believen, maar lobbyen voor de komst Uwer Gill, hemeltje nee, het Politieke Fatsoen verbiedt mij dat. Zoudt Gij voor deze taak niet liever een christelijke politicus tot U roepen?
R: Blind waart gij en blind zijt gij weder. Denkt ge nu werkelijk dat wanneer ik het heil van christelijke politici verwachtte, dat mijn voorzienige hand dan zo'n paars kabinet zonder christelijke partijen had gereformeerd! Voorwaar ik zeg u, doe wat ik u opgedragen heben ge zult bemerken dat de christelijke fatsoensridders vol overgave tegen deze hemelse interventie zullen protesteren.